De Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Limburg 2017, vastgesteld bij besluit van 2 januari 2017 en nadien gewijzigd, als volgt te wijzigen:
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4 Tarief ingezetenen
Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening bedraagt het tarief van de watersysteemheffing voor de categorie ingezetenen € 66,86 per woonruimte.
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6 Tarief ongebouwde onroerende zaken
- 1.
Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening bedraagt het tarief van de heffing voor ongebouwde onroerende zaken € 55,24 per hectare.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 van de Kostentoedelingsverordening bedraagt het tarief van de heffing voor verharde openbare wegen € 276,20 per hectare.
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8 Tarief natuurterreinen
Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening bedraagt het tarief van de heffing voor natuurterreinen € 3,83 per hectare.
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10 Tarief gebouwde onroerende zaken
Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening bedraagt het tarief van de heffing voor gebouwde onroerende zaken 0,0263 % van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 3, onderdeel c van deze verordening.
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15 Betaaltermijnen
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
- 3.
Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste en tweede lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen BsGW.
- 4
Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
- 5.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.