Vierde wijziging Verordening zuiveringsheffing Waterschap Limburg 2017

Het algemeen bestuur van het Waterschap Limburg;

overwegende:

dat het besluit van het algemeen bestuur van 25 november 2020 waarmee de begroting 2021 is vastgesteld, noodzaakt tot het wijzigen van de verordening betreffende het tarief;

dat de bepaling betreffende de betaaltermijnen aanpassing behoeft teneinde een eensluidende uitvoeringsregeling te kunnen toepassen voor alle deelnemers van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen BsGW; met deze aanpassing wordt het mogelijk om op verzoek van de belastingplichtige een totaalbedrag op het aanslagbiljet van meer dan € 20.000,- eveneens via een automatische incasso te innen;

dat de tekst van artikel 21, vijfde lid een redactionele aanpassing behoeft;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur;

gelet op de Waterschapswet;

BESLUIT:

• I De Verordening zuiveringsheffing Waterschap Limburg 2017, vastgesteld bij besluit van 2 januari 2017 en nadien gewijzigd, als volgt te wijzigen:

  • 1. Artikel 18 komt te luiden:

    Artikel 18 Tarief

    Het tarief bedraagt € 52,79 per vervuilingseenheid.

  • 2. Artikel 19 komt te luiden:

    Artikel 19 Wijze van heffing en termijnen van betaling

    • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag

    • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

    • 3. In afwijking van het tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

    • 4. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het tweede en derde lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

    • 5. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

    • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

  • 3. Artikel 21, vijfde lid komt te luiden:

    • 5. De in bijlage I genoemde normbladen worden bekendgemaakt in het Waterschapsblad en worden ter inzage gelegd in het kantoor van Waterschap Limburg te 6043 CX Roermond, Maria Theresialaan 99 en in het kantoor van het overheidslichaam Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen BsGW te 6042 JX Roermond, Kerkeveldlaan 2. Desgevraagd worden papieren afschriften verstrekt tegen betaling van bedragen die niet hoger zijn dan de tarieven die het waterschap hanteert voor het verstrekken van papieren afschriften van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden.

• II Dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na die van bekendmaking.

• III De datum van ingang van de heffing te bepalen op 1 januari 2021.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 november 2020.

De secretaris-directeur,

[getekend]

ir. E.J.M. Keulers MMO

De dijkgraaf,

[getekend]

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck