Het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel,
gelet op het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d 23 april 2019,
mede gelet op artikel 56 Waterschapswet, artikel 77 en 78 Waterschapswet, artikel 66 van het Reglement van orde algemeen bestuur 2016, het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de daarbij behorende Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening rechtspositie bestuur waterschap Rijn en IJssel 2019
Artikel 1 Definitiebepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
commissielid: lid van een commissie als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde algemeen bestuur Rijn en IJssel 2009, dat niet tevens lid van het algemeen bestuur is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;
- 2.
commissie: een door het algemeen bestuur bij verordening ingestelde commissie;
Artikel 2 Vergoedingen en toelagen commissieleden
Een commissielid dat lid is van een hierna genoemde commissie heeft recht op de daarbij genoemde vergoeding:
- 1.
voorzitter rekenkamercommissie: € 255,- / commissievergadering;
- 2.
secretaris rekenkamercommissie € 200,- / commissievergadering;
- 3.
voorzitter bezwarencommissie: € 255,- / commissievergadering;
- 4.
lid bezwarencommissie: € 225,- / commissievergadering;
Artikel 3 periodieke aanpassing vergoedingen
De in deze verordening opgenomen vergoedingen worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.1.1, derde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per 1 januari van elk jaar geïndexeerd.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 28 maart 2019.
Artikel 5 Citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als: Verordening rechtspositie bestuur waterschap Rijn en IJssel 2019
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 7 mei 2019
de dijkgraaf,
drs. H.Th.M. Pieper
de secretaris-directeur,
drs. C. Roos