Bekendmaking ontwerp verbeterde regelgeving Wijzer Onderhoud

Inzagetermijn van 13 mei tot en met 23 juni.

 

Waterschap Aa en Maas is in 2017 onder de noemer van “Wijzer Onderhoud” gestart met het meer toekomstbestendig maken van het onderhoud aan de waterlopen. Hiermee zorgt het waterschap voor een meer gelijkwaardige dienstverlening en dat alle waterlopen op een veilige manier kunnen worden onderhouden. Het draagt ook bij aan het verbeteren van de (water)kwaliteit en aan kostenbeheersing. De bijbehorende regelgeving dient te worden verbeterd.

 

Het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas maakt bekend dat vanaf 13 mei zes weken ter inzage liggen de volgende, met elkaar samenhangende, ontwerpbesluiten:

Ontwerp overgangsbepaling obstakels langs waterlopen

Obstakels in de beschermingszones vragen in het kader van “Wijzer Onderhoud” een weloverwogen aanpak. In de beschermingszones zijn namelijk duizenden obstakels aanwezig die niet voldoen aan de huidige regels van de Keur. Het betreft huizen, bedrijfsgebouwen, hekwerken, bomen en andere beplanting. Veel van deze obstakels dateren van voor de tijd dat de betreffende regels van kracht werden. Al deze oude obstakels alsnog laten verwijderen is niet uitvoerbaar. Het is ook niet nodig omdat een deel van de obstakels het onderhoud nauwelijks hindert. Alle oude obstakels laten staan is echter ook geen optie. Een flink aantal obstakels hinderen het uitvoeren van het onderhoud zodanig dat deze verplaatst/verwijderd dienen te worden.

 

De basisprincipes van de overgangsbepaling zijn:

  • Gebouwen van voor 2010 kunnen blijven staan

  • We rijden niet door tuinen, tenzij het uit oogpunt van veiligheid en kostenbeheersing niet anders kan

  • Obstakels die het onderhoud hinderen worden verwijderd/verplaatst (hierbij dient er minimaal 3 m werkruimte vrijgemaakt te worden)

  • Obstakels waar we geen last van hebben kunnen blijven staan

Ontwerp legger oppervlaktewater, 8e partiële herziening

Voor het kunnen verplaatsen van obstakels binnen de beschermingszone en het kunnen laten staan van obstakels die het onderhoud niet hinderen, is er in de legger de mogelijkheid opgenomen om een beschermingszone “beperkt” in te stellen.

De beschermingszone “beperkt” wordt qua ligging vastgelegd in de legger. In de legger is tevens een nadere toelichting voor de beschermingszone “beperkt” opgenomen.

Ontwerp Algemene regel obstakels in beschermingszone “beperkt”

Deze Algemene regel biedt de mogelijkheid om relatief gemakkelijk te verwijderen obstakels te plaatsen in de beschermingszone “beperkt”.

Inzage en meer informatie?

De bijbehorende ontwerpbesluiten kunt u downloaden aan de linkerzijde van de pagina.

Zienswijzen

Belanghebbenden kunnen gedurende de periode van terinzagelegging gemotiveerd hun zienswijze indienen bij het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas. De zienswijze moet tenminste bevatten uw naam en adres, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waar uw zienswijze betrekking op heeft.

Wat gebeurt er met de zienswijzen?

Het dagelijks bestuur stelt een inspraaknota vast met alle ingediende zienswijzen en de reactie van het dagelijks bestuur hierop. Degene die een zienswijze heeft ingediend, krijgt een afschrift van de inspraaknota toegezonden. In de nota van zienswijzen worden géén persoonsgegevens vermeld.

Contact

Voor vragen over deze bekendmaking kunt u contact opnemen met de heer G. de Jong 073 – 615 6810

Algemene regel “overgangsbepaling obstakels langs waterlopen”

Artikel 1 Gebouwen

1. Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 van de Keur, voor het behouden van niet eenvoudig te verplaatsen of te verwijderen gebouwen, gebouwd voor 1 januari 2010, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam.

2. De voorschriften van een eerder verleende vergunning gelden als maatwerkvoorschriften bij deze algemene regel.

3. Wijziging of uitbreiding van het gebouw is niet toegestaan, met uitzondering van wijzigingen als bedoeld in artikel 2, vierde tot en met negende lid, van bijlage 2 bij het Besluit omgevingsrecht.

 

Artikel 2 Overige obstakels

1. Tijdelijke vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 van de Keur, voor het behouden van obstakels, anders dan gebouwen als bedoeld in artikel 1, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam, die zijn aangebracht voor 1 januari 2010.

2. De voorschriften van een eerder verleende vergunning gelden als maatwerkvoorschriften bij deze algemene regel.

3. Het dagelijks bestuur stelt bij maatwerkvoorschrift de einddatum vast voor de vrijstelling waarna het obstakel verwijderd moet worden.

 

Toelichting

 

Aanleiding en doel overgangsbepaling

Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhouden van de categorie A-waterlopen. Om het onderhoud veilig en doelmatig te kunnen doen, is er aan weerszijden van de waterloop een beschermingszone gesitueerd. Deze zijn qua ligging vastgelegd in de legger. Aan het gebruik van deze beschermingszones zijn eisen verbonden. Deze zijn opgenomen in de algemene regels en beleidsregels van de Keur. Zo zijn er onder andere regels ten aanzien van het plaatsen van obstakels.

Ten behoeve van het onderhoud aan de waterlopen is in de loop van de jaren de breedte van de beschermingszone aangepast. Als gevolg hiervan bevinden zich in de beschermings-zones veel obstakels die het onderhoud hinderen en die niet aan de huidige vereisten van de Keur voldoen. Einddoel is om de onderhoudssituatie te verbeteren en alle obstakels in overeenstemming te brengen met de regels van de Keur. Deze overgangsbepaling speelt hierin een belangrijke rol.

 

Reikwijdte

Deze overgangsbepaling is alleen van toepassing voor obstakels van voor 1 januari 2010.

Voor obstakels van na 1 januari 2010 is de huidige regelgeving van toepassing en kan geen gebruik worden gemaakt van deze algemene regel. Als peildatum is 1 januari 2010 gekozen, zijnde het eerste jaar na inwerkingtreding van de Waterwet.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Ad artikel 1 lid 1 en 3:

Het begrip gebouw is ontleend aan de Woningwet: een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Voor het begrip bouwwerk in deze definitie wordt aangesloten bij de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een bouwwerk is elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Hiermee wordt geborgd dat in deze algemene regel de begrippen worden gehanteerd die gebruikelijk zijn in het omgevingsrecht.

 

Op basis van luchtfoto’s bepaalt het waterschap of het betreffende gebouw voor 1 januari 2010 is geplaatst of erna.

Het gebouw mag worden behouden in de staat zoals het zich op 1 januari 2010 bevond. Wijzigingen en uitbreidingen van het gebouw en sloop en nieuwbouw op dezelfde locatie zijn niet toegestaan. Alleen kleinschalige bouwactiviteiten die het beheer en onderhoud van de waterloop niet kunnen hinderen, zoals dakramen en zonnepanelen, zijn toegestaan op grond van het derde lid (artikel 2 van bijlage 2 Besluit omgevingsrecht).

 

Eenvoudig te verplaatsen of te verwijderen gebouwen van voor 2010 vallen niet onder de vrijstelling van artikel 1. Deze worden gezien als overig obstakel waarbij het waterschap bij maatwerkvoorschrift de einddatum bepaalt voor het behouden van het obstakel.

Eenvoudig te verwijderen gebouwen zijn bijvoorbeeld houten schuurtjes.

 

Artikel 2

Of een obstakel dateert van voor 2010 wordt zoveel mogelijk bepaald op basis van luchtfoto’s. Bomen en struiken en hekwerken zijn over het algemeen goed zichtbaar op luchtfoto’s. Dit geldt niet voor kleinere obstakels zoals bijvoorbeeld hydranten. Van een kleiner obstakel zal de eigenaar zelf aannemelijk moeten maken dat het een obstakel betreft van voor 2010. Bijvoorbeeld op basis van een factuur.

 

Waterschap Aa en Maas gaat het onderhoud meer toekomstbestendig maken. Het waterschap doet dit geleidelijk en in goed overleg met de omgeving. Per onderhoudsvak gaat het waterschap het gesprek aan met aangrenzende eigenaren en maakt daarbij afspraken over onder andere rijrichting en maaiselverwerking. Dit proces noemt het waterschap Wijzer Onderhoud. Mede op basis van de resultaten van het overleg, bepaalt het waterschap welke obstakels verwijderd dienen te worden.

De termijn waarbinnen de obstakels behouden mogen blijven – oftewel de einddatum van de tijdelijke vrijstelling – wordt bij maatwerkvoorschrift vastgesteld. Een maatwerkvoorschrift is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen het maatwerkvoorschrift staat bezwaar en beroep open.

 

Bij het bepalen welke obstakels verwijderd dienen te worden, hanteert het waterschap het principe “we rijden niet door tuinen, tenzij …”. Onder tuinen wordt hier verstaan percelen die op 1 januari 2010 de bestemming wonen hadden en bouwvlakken binnen een perceel met de bestemming agrarisch, op 1 januari 2010 ingericht als tuin.

Bij tuinen die hier aan voldoen wordt allereerst gekeken of het onderhoud veilig kan worden uitgevoerd of de onderhoudssituatie veilig kan worden gemaakt door relatief eenvoudige aanpassingen aan het oppervlaktewaterlichaam. Als dit het geval is of mogelijk is, kunnen de betreffende obstakels blijven staan. Als dit niet mogelijk is dan moeten alle obstakels die het onderhoud hinderen verwijderd worden. Het uitgangspunt hierbij is een vrije beschermingszone van 5 meter breed. Afhankelijk van de benodigde manoeuvreerruimte zijn er beperkte mogelijkheden om minder dan 5 meter vrij te maken.

Algemene regel beschermingszone “beperkt”

Artikel 1 Criteria

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Keur, voor het gebruik maken van een beschermingszone of ondersteunende kunstwerken door daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of voorwerpen te laten staan, liggen of drijven voor zover het een beschermingszone beperkt betreft.

 

Artikel 2 Voorschriften eenvoudig te verwijderen werken of voorwerpen

Degene die een werken of voorwerpen plaatst, zoals bedoeld in artikel 1, zorgt ervoor dat:

  • 1.

    Het werk of voorwerp eenvoudig te verwijderen is, en

  • 2.

    Het werk of voorwerp op minimaal één meter uit de insteek van de watergang is geplaatst, met uitzondering van gras en eenjarige beplanting.

 

Artikel 3 Voorschrift verwijderen

  • 1.

    Degene die werken of voorwerpen behoudt of plaatst als bedoeld in het eerste artikel, verwijdert deze op eigen kosten naar aanleiding van een door het bestuur opgelegd maatwerkvoorschrift hieromtrent, indien dit naar zijn oordeel nodig is ten behoeve van beheer en onderhoud van de aangrenzende watergang, en

  • 2.

    2. Degene die een werk of voorwerp verwijdert, brengt na uitvoering daarvan de beschermingszones en/of het talud terug in de oorspronkelijke staat, en

  • 3.

    3. Onverminderd de onderhoudsplichten, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de Keur, verwijdert de eigenaar/gebruiker van het werk of voorwerp binnen een straal van 0,5 meter rondom het werk, al het voor het functioneren van het oppervlaktewaterlichaam schadelijke begroeiingen en afval.

 

Artikel 4 Melding

Degene die een nieuw werk of voorwerp gaat plaatsen, meldt dit ten minste vier weken voor aanvang aan het bestuur.

 

Artikel 5 Maatwerk

Het dagelijks bestuur kan conform artikel 1.4, vierde lid van de Keur, maatwerkvoorschriften stellen voor het behouden, verwijderen en/of verplaatsen van een werk of voorwerp zoals bedoeld in artikel 3.

 

Toelichting

 

Eenvoudig te verwijderen werken of voorwerpen

In de beschermingszone beperkt mogen louter werken of voorwerpen worden geplaatst of behouden die relatief eenvoudig te verplaatsen/verwijderen zijn. Daarmee worden werken of voorwerpen bedoeld die zonder al te veel kosten en zonder al te veel moeite verwijderd/verplaatst kunnen worden. Het werk of voorwerp dient met ‘gangbaar’ gereedschap en/of eenvoudige hulpmiddelen te verplaatsen of te verwijderen te zijn. Voorbeelden zijn een (houten) afrastering, tuinhuisje, bankje, bestrating, gras, (eenjarige) beplanting of struiken. Voor bomen geldt dat wanneer deze worden geplaatst nadat de beschermingszone beperkt is ingesteld, dat deze niet worden toegestaan. Bomen die zijn geplaatst vóór 2010, mogen blijven staan mits deze voldoen aan de Algemene regel ‘overgangsbepaling obstakels langs waterlopen’. Bomen die zijn geplaatst na 2010, maar voordat de beschermingszone beperkt is ingesteld, dienen te worden verwijderd.

Voor de andere soorten werken of voorwerpen geldt dat deze niet duurzaam met de grond verbonden mogen zijn (bijvoorbeeld d.m.v. fundamenten).

 

Relatie met legger

In de legger oppervlaktewateren is aan weerszijden bij A-watergangen, beginnend aan de boveninsteek, een beschermingszone aangeduid. Deze beschermingszone is 5 meter breed. Hierbij is een onderscheid te maken in een ‘reguliere’ beschermingszone (zonder nadere aanduiding) en een beschermingszone beperkt. De 5 meter brede beschermingszone kan op drie verschillende manieren zijn ingedeeld:

  • 1)

    de beschermingszone is in zijn geheel een reguliere beschermingszone, of;

  • 2)

    de beschermingszone bestaat deels uit een reguliere beschermingszone en deels uit een beschermingszone beperkt, of;

  • 3)

    de beschermingszone is in zijn geheel een beschermingszone beperkt.

 

Voor de reguliere beschermingszone gelden beperkingen en voorschriften voor het verrichten van handelingen of het realiseren van werken. Dit betekent dat ofwel moet worden voldaan aan één van de Algemene regels Keur 2015, of dat een vergunning nodig is.

Voor de beschermingszone beperkt zijn de voorschriften van toepassing zoals in deze algemene regel vermeld. Indien hieraan niet wordt voldaan, is het niet toegestaan om werken of voorwerpen te plaatsen of te behouden in de beschermingszone beperkt.

 

Motivering

De aard van een beschermingszone beperkt is anders dan die van een ‘reguliere’ beschermingszone zoals bedoeld in de Keur en de Legger oppervlaktewateren. De beschermingszone beperkt wordt ingesteld bij locaties waar voor onbepaalde tijd geen gebruik zal worden gemaakt van de naast een A-watergang liggende strook grond om onderhoud uit te voeren. Hierdoor worden gebruikers van deze locaties ook niet onnodig gefrustreerd. Het is echter mogelijk dat het waterschap weer gebruik wil maken van de strook grond om onderhoud aan de watergang te kunnen uitvoeren. De beschermingszone beperkt zal dan weer een reguliere beschermingszone worden. Daarom is het onwenselijk als er werken of voorwerpen langs een A-watergang worden geplaatst die niet eenvoudig te verwijderen zijn. Niet eenvoudig te verwijderen werken of voorwerpen zorgen namelijk voor (extra) veel kosten, inspanning en kapitaalvernietiging wanneer deze verwijderd dienen te worden.

Alvorens het waterschap overgaat tot het wijzigen van een beschermingszone beperkt naar een reguliere beschermingszone, zullen de aan de watergang grenzende eigenaren verplicht worden om de eenvoudig te verwijderen werken of voorwerpen daadwerkelijk te verwijderen. Deze verplichting wordt bij maatwerkvoorschrift opgelegd en zal een redelijke termijn bevatten. Tegen het maatwerkvoorschrift is bezwaar en beroep mogelijk.

Naar boven