Wijzigingsbesluit Keur 2017

De Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland,

gelezen het voorstel met nummer STBV-1628439472-30, zaaknummer BOVS-00462;

overwegende dat:

  • -

    het Rijk en de provincies Flevoland en Fryslân na de vaststelling van de Keur 2017 (2 februari 2017) een aantal kaders gewijzigd heeft die betrekking hebben op de waterkeringen die het waterschap beheert;

  • -

    het waterschap deze wijzigingen heeft doorvertaald naar zijn eigen regelgeving door de keur 2017 op vier punten aan te passen:

  • 1.

    het waterschap borgt de nieuwe status van de Knardijk door deze aan te wijzen als overige waterkering;

  • 2.

    het waterschap wijst het Overijsselse deel van voormalige primaire kering achter de Kadoelersluis aan als overige kering met een norm van 1/30;

  • 3.

    het waterschap neemt, vooruitlopend op de vaststelling van de legger, de ligging van de regionale kering in Lemmer op in de Keur en geeft aan wanneer de vergunningplicht van toepassing is;

  • 4.

    de zorgplicht van het waterschap voor het buitendijkse gebied Eemhof en 14 overige, niet prioritaire buitendijkse is komen te vervallen; 

gelet op: 

 

de Waterwet, de Waterschapswet, de Omgevingsverordening provincie Flevoland, de Waterverordening provincie Fryslân, het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008, het Kader Behoud Watererfgoed Waterschap Zuiderzeeland, 

 

BESLUIT:  

 

de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2017 als volgt te wijzigen:

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In onderdeel b vervallen de woorden: en zoals aangegeven op bijgevoegde kaarten in bijlage 1.

Onder vernummering van d. t/m z. in c. t/m y. vervalt onderdeel c. geheel.

In onderdeel aq. wordt aan de huidige omschrijving de volgende tekst toegevoegd: te onderscheiden in:

  • 1.

    primaire waterkeringen: de primaire waterkeringen, bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet;

  • 2.

    regionale waterkeringen: de waterkeringen aangewezen in artikel 6.5 van de Omgevingsverordening Flevoland en artikel 2.1 van de Waterverordening Provincie Fryslân voor zover gelegen binnen het beheergebied van Waterschap Zuiderzeeland;

  • 3.

    overige waterkeringen: waterkering die niet als primaire of regionale waterkering is aangemerkt en waarvoor het waterschap de norm vaststelt. Deze keringen zijn aangeduid op bijlage 1 van de keur.

     

Artikel 3.4 Onderhoudsplicht

In de tekst vervalt het woord prioritair achter beschermd buitendijks gebied.

 

Artikel 4.1 Zorgplicht

De tekst van lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Degene die handelingen verricht of nalaat en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden, dat door die handelingen of door dat nalaten van handelingen inbreuk kan worden gemaakt op het door het waterschap beheerde watersysteem, het beschermd buitendijks gebied, regionale en overige waterkeringen, is verplicht alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem verwacht mogen worden, ten einde die inbreuk te voorkomen, dan wel indien daarvan reeds sprake is, al het mogelijke te doen om de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

     

Artikel 4.2 Watervergunning waterstaatswerken, beschermingszones of beschermd buitendijks gebied prioritair

In de naam van het artikel en in het eerste lid vervalt het woord “prioritair” achter beschermd buitendijks gebied.

In de tabel komt in de eerste rij de omschrijving als volgt te luiden: Primaire Waterkeringen, regionale kering, Kadoelersluis-Blokzijl en overige kering, Kadoelersluis–Blokzijl.

In de tabel wordt onder regionale waterkeringen buitendijks toegevoegd:

  • -

    Regionale waterkering Lemmer

    Kernzone: A B C D E F

    Beschermingszone: A B C D

  • -

    Overige waterkering Knardijk

    Kernzone: A B C D E F G M

    Beschermingszone: A B C D M

     

Artikel 4.4 Algeheel verbod verrichten handelingen waterstaatswerken, beschermiingszoners of beschermd buitendijks gebied prioritair

In de titel van artikel 4.4 vervalt het woordt "prioritair".

 

Artikel 6.6 Inwerkingtreding

Artikel 6.6 wordt vervangen door: Deze keurwijziging treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Waterschapsblad waarin deze wordt geplaatst.

 

Artikel 6.7 Citeertitel

Deze keur wordt aangehaald als: Keur Waterschap Zuiderzeeland 2017.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de Algemene Vergadering d.d. 29 oktober 2019.

 

Lelystad, 29 oktober 2019

 

de secretaris, ing. W. Slob MSc,

 

de voorzitter, ir. H.C. Klavers.

 

 

Hoofdstuk 7: toelichting op de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2017

In de toelichting wordt in het algemeen deel een nieuw hoofdstuk 7 toegevoegd luidende als volgt:

 

7. Wijziging Keur Waterschap Zuiderzeeland 2017

Sinds de laatste actualisatie van de keur hebben het Rijk en de provincies Flevoland en Friesland een aantal kaders gewijzigd die betrekking hebben op de waterkeringen die het waterschap beheert. Deze gewijzigde kaders zijn doorvertaald in een inhoudelijke aanpassing van de keur.

Keringen

  • 1.

    De aanwijzing en normering van de Knardijk als regionale waterkering is met een besluit van Provinciale Staten van 13 december 2017 komen te vervallen, maar is nog niet in werking getreden. Met deze wijziging van de keur borgt het waterschap de nieuwe status van de Knardijk door deze aan te wijzen als overige waterkering. Daarnaast heeft het waterschap een legger en beleidsregels opgesteld voor de Knardijk. Gedeputeerde staten bepalen, nadat het waterschap zijn keur heeft aangepast, het moment van inwerkingtreding van het eerder door Provinciale Staten genomen besluit.

  • 2.

    Met het vaststellen van de nieuwe normering voor de primaire waterkeringen, is per 1 januari 2017 de status van primaire C kering voor de kering achter de Kadoelersluis tot aan Blokzijl komen te vervallen. De provincie Flevoland heeft het Flevolandse deel van de kering aangewezen als regionale kering met een norm van 1/30. Het waterschap wijst het Overijsselse deel van deze kering aan als overige waterkering met een norm van 1/30. Het beleid voor primaire keringen en de huidige legger blijven van toepassing op het volledige traject van de kering (regionaal en overig) van de Kadoelersluis tot aan Blokzijl.

  • 3.

    De provincie Friesland heeft in 2016 de kade die in Lemmer een deel van de woonwijk Lemstervaart beschermt tegen overstroming, aangewezen als regionale kering met een norm van 1/100. Het waterschap neemt, vooruitlopend op de vaststelling van de legger, de ligging van deze kering op in de keur en geeft aan wanneer de vergunningplicht van toepassing is.

  • 4.

    De provincie Flevoland heeft in 2017 het buitendijkse waterveiligheidsbeleid herijkt. Er is in het nieuwe beleid alleen nog sprake van een provinciaal belang bij grootschalige, vitale en /of kwetsbare gebieden. Provinciale Staten van Flevoland hebben in lijn met het herijkte beleid in 2019 de status van regionale kering met bijbehorende norm voor het buitendijkse gebied ‘Eemhof’ en 14 overige, niet prioritaire buitendijkse gebieden laten vervallen. Hiermee vervalt de zorgplicht van het waterschap voor deze gebieden. Ook vervalt het eerder gemaakte onderscheid tussen “beschermd buitendijks gebied’ (de niet prioritaire gebieden) en ‘beschermd buitendijks gebied prioritair’. De keur, inclusief bijlage 1, is hierop aangepast.

     

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1.1. begripsbepalingen

De toelichting op onderdeel aq. Waterkering wordt als volgt gewijzigd:

Deze begripsomschrijving komt in de Waterwet niet voor. De omschrijving is nodig om aan te geven wanneer het waterschap een object als waterkering aanduidt. Met het besluit van PS om de status van regionale kering voor de Knardijk te laten vervallen en het besluit van PS Overijssel om het Overijsselse deel van de voormalige primaire kering achter de Kadoelersluis niet te normeren, acht het waterschap het nodig en wenselijk deze waterstaatswerken de status van overige kering met bijbehorende norm mee te geven. Het begrip waterkering dekt hiermee drie soorten keringen.

In TITEL 3.2, in TITEL 4.2 en in de omschrijving van artikel 4.2 komt het woord “prioritair” te vervallen.

Aan de toelichting op artikel 4.2, eerste lid, voor onderdeel E, wordt de volgende tekst ingevoegd:

 

Knardijk

Provincie en waterschap hebben besloten om de Knardijk in stand te houden ten behoeve van evacuatie van het niet overstroomde deel van de Flevopolder, in het geval de primaire kering faalt. Om evacuatie van de niet overstroomde polder mogelijk te maken, moet de Knardijk 5 dagen water kunnen keren. Met de partiële herziening van de keur borgt het waterschap deze nieuwe status van de Knardijk door deze aan te wijzen als overige waterkering. Dat betekent dat het waterschap zelf een norm vast kan stellen voor de Knardijk. Het waterschap kiest voor een instandhoudingsnorm, in die zin dat een deel van het huidige profiel, het kernprofiel, inclusief bekleding in stand moet worden gehouden. Daarnaast moet, totdat zicht is op de omvang van de versterkingsopgave van de primaire keringen, ook de aanwezige overhoogte van de Knardijk in stand worden gehouden. Uitzondering hierop vormt de overhoogte die in de jaren’90 van de vorige eeuw gerealiseerd is ten behoeve van de ecologische inrichting van de Knardijk. Hiermee borgt het waterschap dat de Knardijk 5 dagen water kan keren.

In de legger Knardijk zijn de breedtes en ligging van de kernzone en beschermingszone aangegeven (bovenaanzicht). Voor het huidige profiel is in dwarsdoorsnedes aangegeven welk deel minimaal behouden moet blijven: het kernprofiel. Ook is de overhoogte weergegeven. Tot slot zijn in de legger de onderhoudsplichtigen aangewezen.

In artikel 4.2 is aangegeven voor welke handelingen in een bepaalde zone van de Knardijk een vergunning nodig is, waarbij voor de ligging van de zones (kernzone en beschermingszone) wordt verwezen naar de legger. In de beleidsregel Knardijk is uitgewerkt onder welke voorwaarden het waterschap een vergunning verleent voor de in artikel 4.2 genoemde handelingen.

 

Kering achter de Kadoelersluis

De provincie Flevoland heeft het Flevolandse deel van deze voormalige primaire kering aangewezen als regionale kering met een norm van 1/30. Provincie Overijssel vindt de kering niet van provinciaal belang en wijst het Overijsselse deel van de kering niet aan als regionale kering. Voor het waterschap is het wenselijk om voor de volledige voormalige primaire kering hetzelfde kader te hanteren. Daarom wijst het waterschap het Overijsselse deel van de waterkering aan als overige waterkering en past het de door provincie Flevoland bepaalde norm en toetsvoorschriften voor het Flevolandse deel toe op het Overijsselse deel van de waterkering. Hiermee krijgt de overige kering een norm van 1/30. Het beleid voor primaire keringen en de huidige legger blijven van toepassing op het volledige traject van de kering (regionaal en overig) van de Kadoelersluis tot aan Blokzijl.

De tabel in artikel 4.2 is hierop aangepast.

 

Regionale kering Lemmer

De provincie Friesland heeft in 2016 de kade die in Lemmer een deel van de woonwijk Lemstervaart beschermt tegen overstroming, aangewezen als regionale kering met een norm van 1/100. Het waterschap neemt, vooruitlopend op de vaststelling van de legger, de ligging van deze kering op in de keur (bijlage 1) en geeft aan wanneer de vergunningplicht van toepassing is. Voor het profiel en de ligging van de zonering wordt verwezen naar bijlage 8.3.

 

Artikel 6.3 Keurkaart

In de toelichting op artikel 6.3 vervalt de tekst die is opgenomen onder Keurkaart en beschermde buitendijkse gebieden.

Hiervoor in de plaats komt de volgende tekst:

Regionale kering Lemmer

In de Waterverordening Provincie Friesland heeft de provincie Friesland in 2016 de kade die in Lemmer een deel van de woonwijk Lemstervaart beschermt tegen overstroming, aangewezen als regionale kering met een norm van 1/100. Het waterschap neemt, vooruitlopend op de vaststelling van de legger, de ligging van deze kering op in de bij de keur horende keurkaart.

 

Bijlage 1

De nieuwe Bijlage 1 vervangt de Bijlagen 1.0 t/m 1.23.

 

 

 

Naar boven