Waterschapsblad van Wetterskip Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wetterskip Fryslân | Waterschapsblad 2019, 11200 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wetterskip Fryslân | Waterschapsblad 2019, 11200 | Beleidsregels |
Treasurystatuut Wetterskip Fryslân
1.2 Doel van het treasurystatuut
Dit Treasurystatuut heeft tot doel formele kaders vast te leggen waarbinnen de treasury-activiteiten binnen Wetterskip Fryslân dienen plaats te vinden, waardoor een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk is. Het is het kader waarbinnen, met inachtneming van de op 1 januari 2001 in werking getreden ‘Wet Financiering decentrale overheden’ (Wet Fido) met bijbehorende uitvoeringsregelingen en eveneens op grond van artikel 108 en 109 van de Waterschapswet, uitvoering wordt gegeven aan de treasuryfunctie.
1.4 Opstellen, vaststellen, goedkeuren en wijzigen van het Treasury-statuut
Als een wijziging van de wet- en/of regelgeving plaatsvindt waardoor strijdigheid met het vigerende Treasurystatuut ontstaat, dan is het Treasurystatuut ondergeschikt aan de wet- en regelgeving en is geen voorafgaande schriftelijke toestemming van het AB nodig. De Clustermanager Financiën en Administratie zal na bekendmaking van nieuwe wet- en/of regelgeving in het eerstvolgend TC-overleg handelen conform regel 1.4.1 t/m 1.4.5.
2. Samenvatting Treasuryproces
De treasuryfunctie kan in de volgende zeven deelfuncties worden onderscheiden:
Het verschil tussen liquiditeitenbeheer en financieren/ beleggen ligt in de gehanteerde tijdshorizon. Het uitzetten en aantrekken van geld tot één jaar behoort tot het liquiditeitenbeheer. Vanaf één jaar wordt over financieren en beleggen gesproken.
De deelfunctie risicobeheer betreft het identificeren en beoordelen van financiële - en operationele risico’s en het vaststellen van maatregelen ter bescherming van het eigen vermogen en beheersing van de negatieve gevolgen op de resultaten. De deelfunctie kan dan ook worden onderscheiden in de volgende (voor Wetterskip Fryslân relevante) treasury–activiteiten:
Waterschapsfinanciering is de deelfunctie van treasury die de activiteiten omvat die gericht zijn op het aantrekken van gelden bij derden voor een termijn van één jaar en langer en het voorzien in de benodigde middelen met een looptijd van minimaal één jaar voor de realisatie van voorgenomen investeringen en activiteiten.
Beleggen is de deelfunctie van treasury die de activiteiten omvat die gericht zijn op het
onttrekken van beschikbare middelen aan de liquiditeit met het doel het realiseren van
rendement voor een termijn van één jaar en langer.
De deelfunctie liquiditeitenbeheer, ook wel kasbeheer genoemd, omvat het beheer van de geldstromen en daaruit voortvloeiende saldi en liquiditeitsposities tot één jaar. De deelfunctie kan in de volgende treasury–activiteiten worden onderscheiden:
Derivaten afsluiten is de deelfunctie van treasury die de activiteiten omvat die gericht zijn op het aangaan van derivaten.
Het onderhouden van relaties met als doel het realiseren van gunstige, c.q. marktconforme
condities voor het afnemen van financiële diensten.
De deelfunctie Overig omvat onder andere verantwoordingsparagrafen in de verschillende planning en controlerapportages. Verder wordt de informatiebehoefte ten behoeve van de treasurycommissie geregeld.
In het vervolg van het treasurystatuut zullen de bovengenoemde deelfuncties specifieker worden toegelicht in afzonderlijke hoofdstukken. In Bijlage 2 is te vinden welke verantwoordelijkheden de bepaalde deelnemers in het treasuryproces hebben.
Hieronder worden de risico’s beschreven en worden specifieke richtlijnen en normeringen verder uitgewerkt. Dit binnen de kaders van dit Treasurystatuut en de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Renterisico wordt inzichtelijk gemaakt, gemeten en genormeerd door twee methodes:
De FIDO-methode. De wet FIDO kijkt voor het bepalen van het renterisico naar: de verplichte aflossingen, renteherzieningen, opslagherzieningen basisrenteleningen vanuit de bestaande leningenportefeuille en naar het effect van reeds aangetrokken leningen en van rente-instrumenten. Dit totaal wordt per kalenderjaar afgezet tegen het begrotingstotaal. In enig kalenderjaar mag het renterisico op basis van de ‘FIDO-methode’ (risico leningenportefeuille) niet meer zijn dan 30% van het begrotingstotaal.
De Bedrijfseconomische methode. Het renterisicovolume wordt gemeten aan de hand van het (netto) geldvolume dat, gerekend over een aaneengesloten voortschrijdende periode van twaalf maanden, gevoelig is voor rentebewegingen. Dit omvat de kasstromen uit exploitatie, (des)investeringen en financieringen, aangevuld met renteconversies en leningen met een variabel rentetype, minus de som van derivaten en (uitgestelde) stortingen van leningen. Voor de beoordeling van de omvang van het risico wordt de jaarlijkse risicopositie (schuldvernieuwing, renteconversies en rente-instrumenten) gedeeld door het totaal van de financiering aan het einde van het jaar waar dit risico betrekking op heeft (= relatief risico). De totale financiering wordt gevormd door het totaal van opgenomen leningen vermeerderd met de jaarlijkse schuldvernieuwing en verminderd met eventuele vastrentende beleggingen en beschikbare liquiditeiten. Het bedrijfseconomisch renterisico mag in enig aaneengesloten voortschrijdende periode van twaalf maanden maximaal 15% bedragen.
Kredietrisico is het risico dat de tegenpartij niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Krediet- of tegenpartijrisico loopt Wetterskip Fryslân op financiële contracten waarbij Wetterskip Fryslân een vordering heeft op een tegenpartij, bijvoorbeeld bij uitzettingen en bij positieve marktwaardes op derivaten.
Om het kredietrisico te beperken heeft Wetterskip Fryslân de volgende richtlijnen opgesteld:
Uitzettingen en derivaten vinden uitsluitend plaats bij/met:
Bij financiële instellingen waarvan het land van vestiging tot de eurozone behoort, en waarvan het desbetreffende land minimaal een lange termijn kredietbeoordeling van AA/Aa2 hebben toegekend door minstens twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus (Standard & Poor’s Ratings Services, Moody’s Investors Service of Fitch Ratings).
Indien de kredietbeoordeling van een debiteur, dan wel het land waarin deze gevestigd is, verlaagd wordt (‘Downgrading’) tot een niveau lager dan de in 3.4.3 a. t/m d. voorgeschreven normen, zal de Clustermanager Financiën en Administratie dit direct melden aan de Secretaris-directeur. Tevens zal de Clustermanager Financiën en Administratie direct onderzoeken of lopende transacties (uitzettingen en/of derivaten) afgewikkeld kunnen worden en wat hiervan de (financiële) consequenties zijn. Binnen twee weken neemt de Secretaris-directeur, na advies van de Treasurycommissie, een besluit, dat direct ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het DB.
Wetterskip Fryslân wenst te allen tijde aan haar actuele (en toegezegde toekomstige) financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Uitgangspunt is dat er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn, dan wel dat er voldoende ruimte onder gecommitteerde kredietfaciliteiten beschikbaar is in combinatie met eventueel beschikbare opnamecapaciteit op roll-over leningen met variabele hoofdsom.
Opslagrisico is het risico dat op herzieningsmoment de opslag, die de financier/bank boven de variabele Euribor-rente óf basisrente (basisrenteleningen) in rekening brengt na enige tijd, voor een zelfde looptijd, hoger is dan de huidige opslag. Dit kan het gevolg zijn van een wijziging in de kredietbeoordeling van Wetterskip Fryslân en/of door een verslechterend beeld voor de sector en/of door hogere kosten ten gevolge van marktomstandigheden en/of wet- en regelgeving, die de financier/bank genoodzaakt is door te berekenen.
Valutarisico worden door Wetterskip Fryslân uitgesloten, doordat financiële instrumenten slechts worden afgesloten, verstrekt of gegarandeerd in euro’s.
Ter voorkoming van juridische risico’s draagt Wetterskip Fryslân er zorg voor dat juridische documentatie van optimale kwaliteit is door, waar mogelijk, gebruik te maken van standaarddocumentatie én, indien geen standaard documentatie beschikbaar is, door het laten opstellen of controleren van documentatie door een gespecialiseerd jurist.
3.10 Operationeel risicobeheer
Wetterskip Fryslân vermindert deze risico’s door een deugdelijke functiescheiding tussen besluitvormende, uitvoerende, registrerende en controlerende functies, een goed beschreven administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en door toezicht op naleving van de afgesproken procedures zoals vastgelegd in de AO/IC.
Het aangaan van transacties met een looptijd langer dan één jaar en het afnemen van bancaire diensten geschiedt (aantoonbaar) tegen marktconforme voorwaarden. Offertes worden bij drie partijen gevraagd. Mocht in uitzonderingsgevallen minder dan drie offertes worden verkregen dan is dit onder de volgende voorwaarden acceptabel: de offerte dient door een onafhankelijke externe partij getoetst te worden en de offerte dient als passend te worden ervaren (bijvoorbeeld lager dan een vooraf vastgesteld maximum). Deze uitzonderingsgevallen dienen uitdrukkelijk genoemd te worden in de transactievoorstellen en worden daarmee dus geaccordeerd door de Secretaris-directeur. Daarnaast worden alle offertes gebenchmarkt aan een van toepassing zijnde referentierente dan wel aan vergelijkbare transacties.
Het onttrekken van beschikbare middelen aan de liquiditeit met het doel het realiseren van rendement. Hierbij geldt een minimale looptijd van één jaar.
5.4 Projecten waarin Wetterskip Fryslân een belang heeft
Projectgebonden leningen u/g gelden niet als belegging. Het is mogelijk dat leningen aan derden worden verstrekt indien dit de ontwikkeling, voortgang of afronding van een project bevordert. De geldnemer dient daartoe voldoende zekerheden te stellen in de vorm van een hypotheek, garantie of verpanding. Leningen u/g dienen vooraf door het Algemeen Bestuur te zijn goedgekeurd .
Onder liquiditeitenbeheer wordt verstaan het beheer van saldi in rekening-courant en de portefeuille geldmarkttransacties met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar.
6.4 Saldo- en liquiditeitenbeheer
De medewerker Treasury stelt een voorstel op met bedrag, looptijd, rentepercentage en eventuele tegenpartij en bespreekt deze met de Clustermanager Financiën en Administratie. Na toestemming van de Clustermanager Financiën en Administratie kan worden overgegaan tot het aantrekken van een kasgeldlening. Indien de financieringsbehoefte de kasgeldlimiet overschrijdt wordt vooraf aan het aantrekken van een kasgeldlening volmacht gevraagd aan de Secretaris-directeur. In de treasurycommissie wordt middels een rapportage terugkoppeling gegeven over de aangetrokken kasgeldleningen (omvang, tarief, evt. concurrerende offertes).
De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal overschrijdt de kasgeldlimiet niet langer dan twee kwartalen achtereen. Waarbij onder de gemiddelde netto-vlottende schuld wordt verstaan: het gemiddelde van de netto-vlottende schuld op de eerste dag van de maand in het desbetreffende kwartaal. De kasgeldlimiet bedraagt 23% van de totale lasten op de begroting.
Alle middelen die niet direct nodig zijn voor de publieke taak dienen in de schatkist aangehouden te worden. De belangrijkste uitzondering is het drempelbedrag. Gemiddeld over het hele kwartaal mag het drempelbedrag buiten de schatkist aangehouden worden. De drempel is gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal.
Derivaten zijn ‘afgeleide’ financiële instrumenten, die hun waarde ontlenen aan de waarde van een onderliggend goed en waarbij op een zeker moment over een afgesproken nominale waarde een recht op, of een verplichting tot, een periodieke betaling ontstaat of kan ontstaan.
Wetterskip Fryslân past het model Kostprijshedge-accounting toe, zoals gepubliceerd in het Besluit Begroting en Verantwoording Waterschappen. Derivatentransacties worden verantwoord volgens de voorschriften behorend bij dit model:
Indien de kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie gedurende de looptijd van de hedge-relatie niet overeenkomen, zal jaarlijks een kwantitatieve ineffectiviteitsmeting plaatsvinden. De ineffectiviteit wordt in de jaarrekening toegelicht en wordt alleen in de winst- en verliesrekening verwerkt indien en zover dit (cumulatief) een verlies betreft.
Wetterskip Fryslân beoogt het realiseren van gunstige, c.q. marktconforme condities voor het afnemen van financiële diensten en hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Wetterskip Fryslân onderhoudt uitsluitend contact met financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen), die onder Nederlands of anderszins EU-toezicht vallen, zoals een Europese Centrale Bank, De Nederlandsche Bank of een andere Europese Centrale Bank, of de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
8.4 Gebruik brokers, bemiddelaars
Provisienota’s worden direct aan de Clustermanager Financiën en Administratie van Wetterskip Fryslân gestuurd. Vervolgens wordt deze nota door de inkoper van financiën gecontroleerd.
Aflossingsvrije (=fixe) lening:
Lening waarbij gedurende de looptijd alleen rentebetalingen plaatsvinden. Aflossing van de hoofdsom vindt plaats aan het eind van de looptijd.
Lening waarbij jaarlijks een vast bedrag aan rente en aflossing wordt betaald. In de beginjaren zal de jaarlijkse betaling voor het grootste deel uit rente bestaan, in de eindjaren voor het grootste deel uit aflossing op de hoofdsom.
Lening waarbij de basisrente voor de gehele looptijd wordt vastgelegd maar de bankopslag slechts voor een beperkt tijdvak.
De totale lasten op de begroting.
Financiële instelling die voor rekening en risico van de deelnemers belegt in (van tevoren) bepaalde financiële waarden.
Een Cap is een renteoptie met een afschermende werking. De koper van de Cap ontvangt, als de geldmarktrente op vooraf bepaalde data hoger is dan de contractrente (strike), het verschil van de verkoper. Bij een lagere geldmarktrente vindt geen verrekening plaats. De koper van een Cap betaalt een premie die onder meer afhankelijk is van de looptijd en de contractrente.
Het beleggen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding.
Staat voor Euro InterBank Offered Rate. Het is het tarief dat banken elkaar in rekening brengen voor kortlopende financiering. Het geldt als de gangbare referentierente voor kortlopende leningen.
Het risico dat geen nieuwe financiering kan worden aangetrokken.
Het lenen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding.
Lening waarbij gedurende de gehele looptijd jaarlijks een vast bedrag wordt afgelost.
De periode die resteert tot het moment dat de voorwaarden van een lening of belegging wijzigingen. Onderscheid wordt gemaakt naar:
Een standaard schuldtitel waarin de kenmerken van een obligatie en een onderhandse lening zijn samengevoegd. MTN’s zijn courant verhandelbaar.
Netto financierings (behoefte):
Het totaal van opgenomen leningen waarop de aanwezige beleggingen en liquide middelen in mindering zijn gebracht. Bij een negatief saldo liquide middelen heeft dit het effect dat de netto financieringsbehoefte toeneemt.
Netto-vlottende schuld: het gezamenlijke bedrag van:
Verhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding (couponrente).
Een optie is een rente-instrument waaraan de koper, tegen betaling van een premie, bepaalde vast omschreven rechten kan ontlenen. Tegen ontvangst van een premie gaat de verkoper bepaalde vast omschreven verplichtingen aan. Gangbare renteopties zijn Cap, Floor, en Swaption.
Onverhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding.
Onafhankelijke organisatie die zich onder meer toelegt op de beoordeling van de lange termijn kredietwaardigheid van tegenpartijen. Bekende rating agencies zijn Standard & Poor (S&P), Moody’s en Fitch. Kwalificaties voor een goede kredietwaardigheid zijn als volgt:
Bij een renteconversie dient over een bestaande lening de rente voor de opvolgende rentevastperiode opnieuw te worden overeengekomen.
Een rente-instrument (derivaat) is een financieel contract waarmee het renterisico over een lening of belegging kan worden veranderd of beïnvloed. Onderscheid wordt gemaakt naar instrumenten met een fixerende werking (het tarief wordt vastgelegd) en instrumenten met een beschermende werking (het tarief wordt gelimiteerd). Een rente-instrument kan het (her)financieringsrisico niet beïnvloeden.
De mogelijkheid dat het toekomstige resultaat en/of vermogensverhoudingen nadelig worden beïnvloed als gevolg van ontwikkelingen in de rente. Het risico in absolute zin is de optelsom van jaarlijkse cashflow en renteaanpassingen in een bepaalde periode (meestal van 12 maanden). Aanpassingen in de rente kunnen betrekking hebben op leningen en beleggingen, maar ook op rente-instrumenten. Bij het risico in relatieve zin wordt het absolute renterisico gedurende een bepaalde periode (meestal 12 maanden) in een percentage van de netto financieringsbehoefte ultimo periode uitgedrukt.
Een min of meer geformaliseerde verwachting over de ontwikkelingen van de rente in de (nabije) toekomst. De rentevisie is ondersteunend voor het moment waarop een transactiebesluit wordt uitgevoerd.
Een Roll-over lening is een overeenkomst tussen twee partijen om gedurende een langere periode (meestal tussen 2 en 10 jaar) geld te lenen waarbij de rente periodiek wordt herzien. De rente is meestal gekoppeld aan het Euribortarief.
Bij een Roll-over met variabele hoofdsom kan bij renteaanpassing eveneens de hoofdsom worden gewijzigd (tussen 20% en 100%). Een Roll-over met variabele hoofdsom combineert de voordelen van een lange financiering (lage bancaire opslagen, langdurige beschikbaarheid) met de voordelen van kasgeldfinanciering (grote flexibiliteit, lage tariefstelling)
Het Engelse woord Swap staat voor ruil. Bij een Swap (ook wel Renteswap) komen twee partijen overeen renteverplichtingen met elkaar te ruilen. De ene partij betaalt gedurende de looptijd van de swap een vaste rente aan de tegenpartij waarbij de tegenpartij als tegenprestatie een variabele rente betaalt (meestal Euribor). De onderliggende hoofdsom waarover de renteberekening plaats vindt, wordt niet uitgewisseld.
De hoogte van de vaste rente wordt aan het begin van de looptijd van de Swap afgesproken. De variabele rente hangt af van de ontwikkeling van de geldmarktrente (meestal Euribor).
De gangbare rentetypische looptijd voor de vaste rente is twee tot tien jaar, de gangbare variabele rente is drie of zes maanden.
Er wordt onderscheid gemaakt naar:
Het is het tarief dat banken met een hoge kredietwaardigheid (A-rating) elkaar in rekening brengen bij het aangaan van een renteswap. Het tarief geldt als de gangbare referentierente voor langlopende leningen.
Ruim voor de contractuele conversiedatum wordt met de geldgever de rente op een lopende lening voor de opvolgende rentevastperiode overeengekomen.
Bijlage 2: Treasuryorganisatie & -besluitvorming
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de functionarissen die een rol spelen in het treasuryproces. Van ieder worden de belangrijkste taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden samengevat. Een aantal van hen zijn deelnemers aan een periodiek treasuryoverleg (treasurycommissie). Vervolgens wordt beschreven hoe besluiten worden genomen en uitgevoerd en waar een transactievoorstel minimaal aan moet voldoen. Tot slot komt de verantwoording aan bod.
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
Clustermanager Financiën en Administratie
De uitvoering van bepaalde (deel) taken binnen het treasuryproces kan worden opgedragen aan derden. Voorwaarde is dat deze derden onafhankelijk zijn en geen direct belang hebben bij de uitkomst van te nemen beslissingen, waarbij de geldstromen buiten deze derde omgaan en rechtstreeks plaatsvinden.
Periodiek vindt overleg plaats over treasury aangelegenheden. Dit overleg vindt minimaal viermaal per jaar plaats in de treasurycommissie.
De treasurycommissie bestaat uit de volgende functionarissen:
Besluiten, die passen binnen het treasurystatuut en treasuryjaarplan, worden genomen door de Secretaris-directeur op basis van schriftelijke transactievoorstellen. De (overige) leden van de treasurycommissie adviseren hem/haar gevraagd en ongevraagd over treasuryvraagstukken.
De overwegingen die tot het besluit hebben geleid worden genotuleerd. De effecten van de te nemen besluiten op toekomstige financieringsbehoefte en risicoposities worden inzichtelijk gepresenteerd.
De uitvoering van besluiten op het gebied van financieren en rentemanagement geschiedt uitsluitend op basis van een schriftelijke machtiging en dienen te passen binnen de randvoorwaarden van het treasurystatuut en het treasuryjaarplan.
De uitvoeringsbesluiten op het gebied van het liquiditeitenbeheer worden genomen binnen de vaste kaders van het treasurystatuut (zie 6.4.3) en van vastgestelde procedures.
De transactievoorstellen worden doorlopend genummerd en deugdelijk gearchiveerd. Transactievoorstellen worden (waar mogelijk en zinvol) voorzien van een kosten/baten analyse.
Een transactievoorstel dient minimaal de volgende onderwerpen te beschrijven:
Zodra de Clustermanager Financiën en Administratie een transactie uitvoert, informeert hij/zij terstond hierover de overige leden van de treasurycommissie. De Secretaris-directeur heeft de plicht te (laten) controleren of de overeenkomst is uitgevoerd binnen de randvoorwaarden van het goedgekeurde transactievoorstel.
De Clustermanager Financiën en Administratie legt bij de directierapportage c.q. financiële rapportage verantwoording af aan de Secretaris-directeur over het gevoerde treasurybeleid en de resultaten van geëffectueerde transacties en maatregelen.
De Secretaris-directeur legt bij de directierapportage c.q. financiële rapportage verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur over het gevoerde treasurybeleid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2019-11200.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.