Projectplan ‘Versterking regionale waterkering langs buitenpolders Kampereiland’  

Projectplan

Het algemeen bestuur van het Waterschap Drents Overijssel Delta heeft het projectplan Versterking regionale waterkering langs buitenpolders Kampereiland vastgesteld op 18 september 2018, op grond van artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet.

 

Aanleiding: een groot deel van de keringen langs de buitenpolders van het Kampereiland (Willem Meyer- en Stikkenpolder) voldoet niet aan de door de provincie gestelde norm. Daarom wordt de regionale kering langs de Willem Meyer- en Stikkenpolder versterkt.

 

Locatie: De regionale kering ligt langs de Willem Meyer- en Stikkenpolder, binnen de gemeente Kampen. Deze buitenpolders liggen in het noordelijke deel van Kampereiland. Het deel van de kering dat versterkt wordt ligt tussen Ramspol (westzijde) en gemaal ’t Zwaantje (oostzijde). Aan de noordzijde van de polders bevindt zich het Natura 2000-gebied ‘Zwarte Meer’. Aan de zuidzijde ligt de oude Zuiderzeedijk of Slaperdijk. Laatstgenoemde dijk is door het waterschap als ‘overige waterkering’ aangewezen.

 

Het ontwerpprojectplan lag vanaf 5 juni 2018 gedurende een periode van zes weken ter inzage. Hierop zijn 4 zienswijzen binnen gekomen. Die hebben tot enkele wijzigingen van het projectplan geleid. Dit is te zien in de reactienota zienswijzen.

Instellen van beroep

Het vastgestelde projectplan ligt vanaf 25 september 2018 tot met de beroepstermijn digitaal ter inzage. Dit geldt ook voor de vastgestelde reactienota zienswijzen, het m.e.r.-beoordelingsbesluit en de m.e.r.-beoordelingsnotitie. De stukken zijn te raadplegen via de link op deze pagina.

Belanghebbenden kunnen beroep in stellen tegen de vaststelling van het projectplan, bij de Rechtbank Noord-Nederland (Postbus 150, 9700 AD, Groningen). Dit kan met ingang van de dag na die van deze bekendmaking, gedurende zes weken. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs verweten kan worden dat hij geen zienswijze over het ontwerpbesluit heeft ingediend. 

Het beroep moet worden ondertekend en bevat ten minste:

 

  • 1.

    de naam en adres van de indiener;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;

  • 4.

    de gronden van het beroep.

 

Bij het beroepschrift wordt zo mogelijk een afschrift overlegd van het besluit waarop het betrekking heeft.

Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend. Belanghebbenden wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Het besluit treedt na deze bekendmaking in werking, ongeacht of er een beroepschrift wordt inge-diend. Om het inwerkingtreden te schorsen kan degene die beroep indient gelijktijdig of na het indienen daarvan een verzoek om voorlopige voorziening doen bij de Voorzieningenrechter van de genoemde rechtbank. Daarbij moet een kopie van het beroepschrift worden overlegd. Beroep instellen en het doen van een verzoek om voorlopige voorziening kan digitaal bij genoemde rechtbank via http://loket.recht-spraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor is een elektronische handtekening (DigiD) vereist. Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Voor het indienen van beroep en voor het doen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Naar boven