Verordening van het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap van Delfland houdende regels omtrent haar organisatie Organisatieverordening Delfland

[Deze bekendmaking betreft een rectificatie omdat de ondertekening niet juist was weergegeven. De oorspronkelijke bekendmaking is op 17 oktober 2018 beschikbaar via Waterschapsblad 2018, 10229.]

 

De verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland,

 

Overwegende dat

 

Artikel 5 van het Reglement van Orde verenigde vergadering van Delfland bepaalt dat de verenigde vergadering een organisatieverordening vaststelt, omtrent de ambtelijke organisatie;

 

Gelet op:

 

  • 1

    de hoofdstukken VIII, IX, X en XI van de Waterschapswet;

  • 2

    het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland;

 

Besluit:

vast te stellen de Organisatieverordening van het Hoogheemraadschap van Delfland.

 

Paragraaf I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verenigde vergadering: algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland in de zin van artikel 10 van de Waterschapswet;

  • b.

    college: college van dijkgraaf en hoogheemraden als dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland in de zin van artikel 10 van de Waterschapswet;

  • c.

    dijkgraaf: voorzitter van het dagelijks en algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland in de zin van artikel 10 van de Waterschapswet;

  • d.

    secretaris-directeur: de hoogst aangestelde ambtelijke medewerker, die benoemd is door de verenigde vergadering en die als directeur belast is met leiding aan de ambtelijke organisatie en als secretaris met de ondersteuning van de verenigde vergadering en college;

  • e.

    sector:organisatieonderdeel, belast met een samenhangend pakket van taken, die rechtstreeks valt onder de verantwoordelijkheid van de secretaris-directeur;

  • f.

    staf: organisatieonderdeel, rechtstreeks vallend onder de secretaris-directeur die is belast met advisering aan de secretaris-directeur wat betreft concernbrede kaderstelling, strategie en eventuele nader te bepalen andere onderwerpen;

  • g.

    team: organisatieonderdeel binnen een sector die is belast met beleidsvoorbereiding en uitvoering van een deel van het takenpakket van de sector en dat valt onder de verantwoordelijkheid van een sectorhoofd;

  • h.

    concernsturing: sturing en verantwoordelijkheid die overstijgend is aan de afzonderlijke organisatorische eenheden in de organisatie;

  • i.

    programma: een door het bestuur vastgesteld samenhangend geheel van doelstellingen, die in verband met de taakuitoefening door het Hoogheemraadschap van Delfland moet worden gerealiseerd door middel van de inzet van de middelen, die de organisatie ter beschikking staan.

  • j.

    integraal management: verantwoordelijkheid van een leidinggevende, die binnen vastgestelde kaders verantwoordelijk is voor de realisering van door zijn organisatieonderdeel te verrichten activiteiten en te realiseren producten, inclusief de inzet van personeel en aanwending van middelen.

     

Paragraaf II Inrichting van de ambtelijke organisatie

Artikel 2 Uitgangspunten voor de inrichting van de ambtelijke organisatie

Het college is bevoegd besluiten te nemen over het wijzigen en inrichten van de ambtelijke organisatie.

Artikel 3 Secretaris-directeur

De secretaris-directeur is:

  • a.

    als secretaris de eerste adviseur van het bestuur, die

    • i.

      fungeert als schakel tussen bestuur en ambtelijke organisatie;

    • ii.

      zorgt voor een informatie-uitwisseling tussen bestuur en ambtelijke organisatie;

    • iii.

      zorgt voor een voldoende kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen;

  • b.

    als directeur de hoogste integraal manager van de ambtelijke organisatie van het Hoogheemraadschap van Delfland, die verantwoordelijk is voor:

    • i.

      voorbereiding van visievorming en strategische beleidsontwikkeling;

    • ii.

      de planning van de activiteiten en de uitvoering daarvan binnen de door het bestuur vastgestelde kaders;

    • iii.

      de coördinatie en samenhang van het handelen van de organisatieonderdelen van de ambtelijke organisatie;

    • iv.

      de kwaliteit van de medewerkers en middelen van de ambtelijke organisatie;

  • c.

    bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden.

Artikel 4 Sectoren

  • 1.

    Aan het hoofd van elke sector staat een sectorhoofd die als leidinggevende verantwoordelijk is voor het integraal management van de sector;

  • 2.

    Elke sector levert op het eigen taakgebied een bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen in de programma’s.

Artikel 5 Stafeenheden

  • 1.

    Aan het hoofd van een stafeenheid staat een leidinggevende die verantwoordelijk is voor het integraal management van de stafeenheid;

  • 2.

    Een staf is als adviseur van de secretaris-directeur belast met de voorbereiding van organisatiebrede en strategische ontwikkelingen.

Artikel 6 Teams

  • 1.

    Aan het hoofd van een team staat een teamleider die als leidinggevende verantwoordelijk voor het integraal management van het team;

  • 2.

    Elke team levert op het eigen taakgebied een bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen in de programma’s.

     

Paragraaf III Sturing

Artikel 7 Programma’s

  • 1.

    De doelstellingen die Delfland wil bereiken zijn verwoord in programma’s, die jaarlijks worden opgenomen in de begroting;

  • 2.

    Voor elk van de in de begroting opgenomen programma’s is één lid van het Delfland managementteam verantwoordelijk.

Artikel 8 Sturing van programma’s en lijnorganisatie

  • 1.

    Voor de nadere uitwerking en detaillering van concernsturing stelt het college een besturingsmodel vast;

  • 2.

    Op basis van de principes van concernsturing in het in het eerste lid vermelde besturingsmodel stelt het college jaarlijks de Planning & Controlcyclus vast.

     

Paragraaf IV Overleg en advisering

Artikel 9 Delfland managementteam

  • 1.

    De secretaris-directeur is verantwoordelijk voor de samenstelling van het Delfland managementteam. Het Delfland managementteam bestaat uit de sectorhoofden en door de secretaris-directeur aangewezen adviserende leden;

  • 2.

    De secretaris-directeur stelt de agenda vast en leidt de vergaderingen;

  • 3.

    Afhankelijk van de geagendeerde onderwerpen kan de secretaris-directeur besluiten dat op ad hoc basis een vergadering van het Delfland managementteam wordt bijgewoond door een of meer programmamanagers, teamleiders en/of andere functionarissen;

  • 4.

    De secretaris-directeur is eindverantwoordelijke voor de aansturing van de ambtelijke organisatie. In zijn concernverantwoordelijkheid wordt hij ondersteund door het Delfland managementteam. Dit betekent voor het Delfland managementteam dat zij:

    • a.

      richting geven aan (het ontwikkelen van) de strategie van de organisatie en advisering aan het college van D&H;

    • b.

      richting geven aan visies en strategische notities;

    • c.

      een sleutelpositie innemen met betrekking tot de informatievoorziening op complexe, strategische en/of cruciale dossiers tussen ambtelijke organisatie en bestuur;

    • d.

      resultaten toetsen op samenhang met andere doelstelling en afgesproken resultaten en bijsturen daar waar nodig;

    • e.

      samenwerkingsrelaties onderhouden met externe partners;

    • f.

      bestuur en ambtelijke organisatie ondersteunen bij de uitvoering van Delflandse taken;

    • g.

      de secretaris-directeur adviseren over de bedrijfsvoering.

Artikel 10 Sectormanagementteam

  • 1.

    Het sectorhoofd is verantwoordelijk voor de samenstelling van het sectormanagementteam;

  • 2.

    Het sectorhoofd stelt de agenda vast en leidt de vergaderingen;

  • 3.

    Afhankelijk van de geagendeerde onderwerpen kan het sectorhoofd besluiten dat op ad hoc basis de vergadering van het sectormanagementteam wordt bijgewoond door andere functionarissen;

  • 4.

    Het sectormanagementteam adviseert het sectorhoofd over de volgende zaken:

    • a.

      strategische en tactische onderwerpen

    • b.

      team overstijgende onderwerpen

    • c.

      bedrijfsvoering.

       

Paragraaf V Concerncontrol

Artikel 11 Bepalingen omtrent de concerncontrol

  • 1.

    Concerncontrol is een stafeenheid die is belast met diverse organisatiebrede kaderstelling, auditing en planning en control;

  • 2.

    Aan het hoofd van de stafeenheid concerncontrol staat de concerncontroller, tevens adviserend lid van het DMT;

  • 3.

    De concerncontroller is als adviseur van het college bevoegd om het college te benaderen over onderwerpen, die betrekking hebben op het aangaan van risico’s en de integriteit van bestuur en organisatie;

  • 4.

    Van deze bevoegdheid maakt de concerncontroller alleen gebruik, nadat hij daarvan melding heeft gedaan aan de secretaris-directeur.

     

Paragraaf VI Interne bevoegdheidsverdeling

Artikel 12 Delegatie en mandaat

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 83 van de Waterschapswet kan de verenigde vergadering bevoegdheden aan het college delegeren;

  • 2.

    De verenigde vergadering kan ook de bevoegdheid om bepaalde besluiten te nemen mandateren aan het college;

  • 3.

    Indien de verenigde vergadering een bevoegdheid mandateert aan het college, omvat dit ook de bevoegdheid om een ondermandaat te verlenen.

     

Paragraaf VII Slotbepaling

Artikel 113 Citeertitel, intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe besluit

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als "Organisatieverordening Delfland".

  • 2.

    De organisatieverordening Delfland en treedt in werking op de dag na publicatie in het Waterschapsblad.

 

 

 

Aldus besloten door de verenigde vergadering op 20 september 2018.

Secretaris,

ir. P.C. Janssen

Dijkgraaf,

dr. P.H.W.M. Daverveldt

Naar boven