Onderwerp
Omdat traject Nattenhoven-Roosteren niet voldoet aan de afgesproken norm voor dijkveiligheid is door het Waterschap Roer en Overmaas (rechtsvoorganger van Waterschap Limburg) het projectplan “Dijkversterking Nattenhoven-Roosteren” vastgesteld. Dit projectplan beschrijft de maatregelen die worden uitgevoerd om de primaire waterkeringen binnen het cluster ‘Nattenhoven-Roosteren (dijkring 84)’ te laten voldoen aan de geldende veiligheidsnorm.
Op 2 december 2016 is dit projectplan onherroepelijk geworden.
Voor de uitvoering van de dijkverbetering is het noodzakelijk dat het waterschap de beschikking heeft over gronden. Deze gronden zijn op sommige locaties in particulier eigendom. Het waterschap heeft met alle rechthebbenden overleg gevoerd en op één geval na is overeenstemming bereikt.
Het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg heeft op 18 juli 2017 besloten om op die gronden waarover nog geen overeenstemming is bereikt, een gedoogplicht op te leggen op grond van artikel 5.24 Waterwet. Concreet is de gedoogplicht opgelegd op een deel van het perceel kadastraal bekend als Roosteren, sectie F, nummer 1280.
Procedure
Gedeputeerde Staten van Limburg treden op als coördinerend bevoegd gezag voor deze dijkverbetering. Dit betekent onder meer dat zij alle besluiten coördineren, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het projectplan. Dat geldt ook voor deze gedoogplichtbeschikking.
Deze gedoogplichtbeschikking is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en de projectprocedure van hoofdstuk 5, paragraaf 2 van de Waterwet. Daarnaast is de Crisis-en herstelwet van toepassing. De ontwerp-gedoogplichtbeschikking heeft ter inzage gelegen van 19 mei 2017 tot en met 29 juni 2017. Gedurende de periode van terinzagelegging zijn zienswijzen naar voren gebracht. Deze zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van de gedoogplichtbeschikking.
Inzage
De gedoogplichtbeschikking met bijbehorende stukken ligt ter inzage met ingang van 28 juli 2017 tot en met 7 september 2017
- bij de receptie van het Gouvernement, Limburglaan 10, Maastricht, tijdens kantooruren;
- bij het Waterschap Limburg, Parklaan 10, Sittard, elke werkdag van 9.00 uur tot 16.00 uur (receptie).
De gedoogplicht met bijbehorende stukken is ook gepubliceerd op de website van de provincie Limburg, www.limburg.nl (klik op Actueel en vervolgens op Bekendmakingen) en de website van waterschap Limburg (www.waterschaplimburg.nl).
Beroep
Belanghebbenden die tijdens de terinzagelegging van de ontwerp-gedoogplichtbeschikking een zienswijze hebben ingediend of die redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht kunnen gedurende zes weken na de dag van bekendmaking, van 28 juli 2017 tot en met 7 september 2017, tegen de gedoogplichtbeschikking beroep instellen. Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
Het is ook mogelijk om digitaal beroep of een voorlopige voorziening in te stellen via https://digitaalloket.raadvanstate.nl/. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Zie genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Inhoudsvereisten beroepschrift
Het beroepschrift tegen de gedoogplichtbeschikking dient ten minste te bevatten:
- 1.
naam en adres van de indiener;
- 2.
de dagtekening en ondertekening van het beroep;
- 3.
vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en, zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit; en
- 4.
een opgave van de reden(en) op grond waarvan men zich niet met het besluit kan verenigen.
Op het besluit is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Hieruit volgt dat de beroepsgronden op straffe van niet-ontvankelijkheid in het beroepschrift moeten worden opgenomen, en dat deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.
Inwerkingtreding gedoogplichtbeschikking
De gedoogplichtbeschikking treedt in werking twee weken na deze bekendmaking.
Diegene die beroep instelt tegen de gedoogplichtbeschikking, kan bij de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen.
Voor het instellen van beroep en het indienen van een verzoek tot voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd.
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot:
de heer J. Goudriaan, tel. (043) 389 7452, jl.goudriaan@prvlimburg.nl of
mevrouw M. Balvers, tel. (043) 389 7504, jgm.balvers@prvlimburg.nl