Besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels omtrent subsidies Subsidieregeling Klimaatactieve Stad 2017

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta heeft op 21 maart 2017 besloten de ‘Subsidieregeling Klimaatactieve Stad 2017 – Steden en dorpen schuilen niet voor regen of zon’ vast te stellen.

 

Op grond van de beleidsregel kan een afweging worden gemaakt bij welke initiatieven van derden wij als waterschap willen aansluiten, en hoe. De subsidieregeling is bedoeld om – ‘in verbinding met de omgeving’ – te experimenteren om derden in ons beheersgebied te helpen bij en stimuleren tot het nemen van maatregelen.

 

Hieronder treft u de subsidieregeling integraal aan. U kunt de regeling ook raadplegen via de link aan de linkerzijde en op de website van het waterschap: www.wdodelta.nl

 

***

 

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta,

 

gelet op artikel 1.4, lid 2 van de Algemene subsidieverordening Drents Overijsselse Delta 2016, het Waterbeheerplan 2016-2021 van het waterschap Drents Overijsselse Delta, het Startdocument Klimaatactieve Stad (KAS), het Plan van Aanpak KAS 2017 en het Actieplan Klimaatactieve Stad IJssel-Vecht Delta 2015,

 

overwegende dat het gewenst is het treffen van klimaat-adaptieve maatregelen door derden te stimuleren;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

 

Subsidieregeling Klimaatactieve Stad 2017 – Steden en dorpen schuilen niet voor regen of zon

HOOFDSTUK 1 KLIMAATADAPTIEVE MAATREGELEN

Paragraaf 1 Algemene en procedurele bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    verordening: Algemene subsidieverordening Drents Overijsselse Delta 2016;

  • 2.

    waterschap: Waterschap Drents Overijsselse Delta;

  • 3.

    het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta;

  • 4.

    Startdocument: Startdocument Klimaatactieve Stad (KAS), vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap in juni 2016;

  • 5.

    Plan van Aanpak: Plan van Aanpak KAS 2017 van januari 2017;

  • 6.

    Waterbeheerplan: Waterbeheerplan 2016-2021;

  • 7.

    Pilot: KAS-pilot afkoppelen hemelwater Aa-landen onderdeel uitmakend van het Actieplan Klimaatactieve Stad IJssel-Vecht Delta van januari 2015.

Artikel 2 Bevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het verstrekken van subsidie als bedoeld in deze beleidsregel.

Artikel 3 Reikwijdte

  • 1.

    Deze beleidsregel is van toepassing op door het dagelijks bestuur te verstrekken subsidies om klimaat-adaptieve maatregelen te stimuleren, zoals bedoeld in het Startdocument en in het Plan van Aanpak. Beide beleidsstukken maken onderdeel uit van deze beleidsregel.

  • 2.

    Voor te verstrekken subsidies voor de pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen gelden separaat de bepalingen in hoofdstuk 2.

Artikel 4 Bestemming

  • 1.

    Subsidie op grond van deze beleidsregel wordt overeenkomstig artikel 1.6 van de verordening verstrekt aan rechtspersonen en natuurlijke personen.

  • 2.

    Rechtspersonen met een op het maken van winst gerichte doelstellingen komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Subsidie wordt niet verstrekt aan rechtspersonen waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met fundamentele rechtsbeginselen.

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Bij de subsidieaanvraag dient de aanvrager gebruik te maken van een door het dagelijks bestuur vastgesteld aanvraagformulier waarop staat vermeld welke gegevens en bescheiden ingediend moeten worden.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag op grond van deze beleidsregel moet worden ingediend tenminste zes weken voordat met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de aanvrager zo spoedig mogelijk na ontvangst van de subsidieaanvraag een ontvangstbevestiging, met een beschrijving van het vervolgproces (zie artikel 6.)

Artikel 6 Subsidieverlening en beslistermijn

  • 1.

    Voorafgaande aan een subsidievaststelling kan een beschikking tot subsidieverlening worden gegeven.

  • 2.

    De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het uit te keren subsidiebedrag, een omschrijving van de activiteiten en aanvullende voorwaarden waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 4.

    Indien alleen een beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven, is artikel 4:35, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Verplichtingen van de subsidieontvanger, subsidievaststelling en betaling

  • 1.

    Het bepaalde in hoofdstuk 4, 5 en 7 van de verordening geldt onverkort voor deze beleidsregel, met dien verstande dat de subsidieontvanger binnen acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie indient waarbij gebruik moet worden gemaakt van het door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier.

  • 2.

    Artikel 5.2 van de verordening (overleggen financieel verslag en activiteitenverslag) geldt niet voor deze beleidsregel.

  • 3.

    Artikel 7.2 van de verordening (verlenen voorschotten) geldt niet voor deze beleidsregel.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het bepaalde in artikel 6.1 van de verordening (weigeringsgronden) geldt onverkort voor deze beleidsregel.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid wordt een subsidie geweigerd indien door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2 Toetsingskader

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor de uitvoering van deze beleidsregel geldt voor het jaar 2017 een subsidieplafond van €100.000,-.

  • 2.

    Per gehonoreerd project en/of maatregel wordt 50% van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van €5.000,- aan subsidie verstrekt.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan bij het verstrekken van de subsidie van het bepaalde in het tweede lid afwijken ten behoeve van een project en/of maatregel die van buitengewoon belang is voor de stimulatie van klimaatadaptatie.

Artikel 10 Voorwaarden en verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt alleen verstrekt als het project en/of de maatregel overeenkomstig het Plan van Aanpak:

    • a.

      bijdraagt aan het aanpassen aan (en tegengaan van) klimaatverandering,

    • b.

      bijdraagt aan een leefbare stad,

    • c.

      bijdraagt aan de bewustwording van klimaatverandering,

    • d.

      bijdraagt aan de hoofdtaken van het waterschap,

    • e.

      bijdraagt aan de doelen uit het waterbeheerplan,

    • f.

      bijdraagt aan vastgesteld beleid en afwegingskaders met betrekking tot bijvoorbeeld recreatief medegebruik, cultuurhistorie,

    • g.

      kosteneffectief is.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid wordt subsidie verstrekt met inachtneming van het volgende verdeelcriteria:

    • a.

      Ondersteuning van (‘geen bezwaar tegen’) het project door de betreffende gemeente;

    • b.

      spreiding over het gehele beheergebied van het waterschap, met een maximum van drie subsidieverstrekkingen per gemeente per jaar;

    • c.

      spreiding qua onderwerp binnen het gehele beheergebied van het waterschap, met een maximum van drie subsidieverstrekkingen per gelijksoortig project en/of maatregel per jaar;

    • d.

      ‘nieuw denken’, innovatie en opschaalbaarheid. Het project en/of maatregel moet een voorbeeldwerking hebben. Het initiatief of het resultaat moet kunnen worden overgenomen of toegepast door derden;

    • e.

      bewustwording en kennis. Het project en/of maatregel moet bijdragen aan meer kennis en de bewustwording rond water vergroten.

    • f.

      participatie en samenwerking. We beogen te stimuleren dat bewoners niet zozeer individueel, maar eerder samen in buurt- of wijkverband met initiatieven komen.

  • 3.

    De verdeling vindt plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat de aanvraag voldoet aan de criteria genoemd in dit artikel.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid kan het dagelijks bestuur besluiten tot een andere verdeling van het subsidieplafond, als het totaal van de ingediende aanvragen daartoe aanleiding geeft.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur kan aanvullende voorwaarden verbinden aan de subsidie om de zichtbaarheid van het waterschap te vergroten.

HOOFDSTUK 2 KAS-PILOT AFKOPPELEN HEMELWATER AA-LANDEN

Artikel 11 Doel en reikwijdte KAS-pilot

  • 1.

    De KAS-pilot afkoppelen hemelwater Aa-landen te Zwolle heeft als doel het ontwikkelen van een aanpak om als overheden samen met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen de kennis en bewustwording bij bewoners te vergroten en hen te bewegen anders om te gaan met regenwaterafvoer door o.a. het bieden van een handelingsperspectief.

  • 2.

    Hoofdstuk 2 van deze beleidsregel is alleen van toepassing in dat deel van de wijk Aa-landen te Zwolle zoals op onderstaande kaart is aangegeven (het pilot-gebied). Deze kaart maakt onverkort onderdeel uit van deze beleidsregel.

Artikel 12 Begripsomschrijvingen KAS-pilot

In aanvulling op de begripsomschrijvingen van artikel 1 wordt in deze beleidsregels verstaan onder:

  • 1.

    dakoppervlak: de horizontale projectie van een dakoppervlak;

  • 2.

    gemengde riolering: riolering in de openbare ruimte waarin de gecombineerde afvoer van afvalwater en hemelwater plaatsvindt;

  • 3.

    afkoppelen: het definitief ongedaan maken van een situatie waarin hemelwater dat op een dakoppervlak valt via de gemengde riolering wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie;

  • 4.

    infiltratie: het op eigen terrein hemelwater infiltreren van afgekoppeld dakoppervlak, al dan niet via een regenton, in de bodem door infiltratie via het maaiveld (bodempassage) of door middel van ondergrondse voorzieningen waarbij minimaal wordt voorzien in een bergingscapaciteit van 10 mm van het afgekoppelde dakoppervlak;

  • 5.

    afvoer naar oppervlaktewater: het afvoeren van afgekoppeld dakoppervlak naar een daartoe geschikt oppervlaktewater door aflopen via het maaiveld of door een ondergrondse leiding.

Artikel 13 Subsidieaanvraag KAS-pilot

Voor de subsidie van de pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen geldt het volgende.

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor het afkoppelen van bestaand dakoppervlak van de riolering in de bestaande woongebieden met een gemengd rioolstelsel.

  • 2.

    De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de rechthebbende van een perceel.

  • 3.

    Het minimale dakoppervlak dat per subsidieverstrekking moet worden afgekoppeld is 20 vierkante meter.

  • 4.

    Opsplitsing van een af te koppelen object over meerdere subsidieaanvragen is niet toegestaan.

  • 5.

    De subsidie wordt niet verleend in het geval van vervangende nieuwbouw.

Artikel 14 Vaststelling subsidieplafond KAS-pilot

Voor de verstrekking van subsidie voor de pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen geldt voor het jaar 2017 een subsidieplafond van €20.800,-.

Artikel 15 Hoogte van de subsidie KAS-pilot

  • 1.

    Voor afkoppelen met een infiltratievoorziening geldt onderstaande staffel in de subsidie:

    • a.

      Staffel 1: 0 tot 1.000 vierkante meter: €8,- per vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak.

    • b.

      Staffel 2: 1.000 tot 2.000 vierkante meter: €6,- per vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak.

    • c.

      Staffel 3: > 2.000 vierkante meter: €4,- per vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak.

  • 2.

    Voor afkoppelen door afvoer naar oppervlaktewater bedraagt het subsidiebedrag €2,- per vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak.

  • 3.

    De verdeling vindt plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat de aanvraag voldoet aan de criteria genoemd in dit artikel.

Artikel 16 Weigeringsgronden KAS-pilot

  • 1.

    In aanvulling op artikel 8 wordt de subsidie ook geweigerd indien:

    • a.

      naar het oordeel van het afdelingshoofd de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater in de bodem of afvoer naar open water in die specifieke situatie niet haalbaar dan wel op enige wijze overlast veroorzaakt;

    • b.

      voorafgaande aan de beslissing op de aanvraag al met het afkoppelen een begin is gemaakt.

  • 2.

    Als er op grond van hoofdstuk 2 geen subsidie wordt verleend voor het afkoppelen van regenwaterafvoer, dan kan er geen aanspraak gemaakt worden op subsidie voor deze afkoppeling op grond van hoofdstuk 1 en vice versa.

Artikel 17 Koppeling bepalingen

De artikelen in hoofdstuk 1, paragraaf 1 en hoofdstuk 3 gelden onverkort voor de subsidie voor de pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Controle

Het waterschap kan onaangekondigd de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend controleren tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze beleidsregel ten gunste van de aanvrager buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 20 inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel vervalt van rechtswege op 1 januari 2018.

  • 3.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Subsidieregeling Klimaatactieve Stad 2017”.

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur op 21 maart 2017.

De secretaris de dijkgraaf

Toelichting  

Algemeen

 

Algemene subsidieverordening

Het algemeen bestuur heeft op 4 januari 2016 de Algemene subsidieverordening Waterschap Drents Overijsselse Delta 2016 vastgesteld. Deze verordening biedt de grondslag voor de beleidsregel. Het dagelijks bestuur maakt gebruik van de bevoegdheid uit artikel 1.4, lid 2 van de verordening waarin is bepaald dat het dagelijks bestuur bevoegd is beleidsregels op te stellen voor subsidieverlening voor specifieke objecten. Deze verordening is terug te vinden op www.overheid.nl en op www.wdodelta.nl

 

Leeswijzer

In paragraaf 1 van hoofdstuk 1 staan de algemene, procedurele bepalingen die gelden voor het subsidiëren van alle klimaatadaptieve maatregelen, zoals het aanleggen van groene daken, het afkoppelen van regenwaterafvoer, het onttegelen van tuinen, etc. De bepalingen in paragraaf 2 van hoofdstuk 1 vormen het toetsingskader met de criteria voor de KAS-maatregelen. Deze bepalingen gelden niet voor de pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen in Zwolle. Voor deze pilot gelden de bepalingen in hoofdstuk 2. De bepalingen in hoofdstuk 3 gelden weer voor alle verstrekte subsidies gebaseerd op deze beleidsregel.

 

KAS

In juni 2016 heeft het dagelijks bestuur het Startdocument Klimaatactieve Stad (KAS) vastgesteld. Vervolgens is het Plan van Aanpak vastgesteld (januari 2017). In deze documenten zijn drie thema’s beschreven. Overigens wordt met de term ‘stad’ steeds ‘de bebouwde omgeving’ bedoeld, in dorp en stad.

 

(1) Een leefbare stad

Klimaatverandering vormt een potentieel risico voor de leefbaarheid van stedelijke gebieden. Water en klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom willen wij als waterschap een wezenlijke bijdrage leveren aan een leefbare stad waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Vanuit onze rol op het gebied van de klimaatbestendige stad willen we samen met gemeenten en inwoners werken aan een leefbare stad. We richten ons op het voorkomen van wateroverlast, op een goede waterkwaliteit en groenblauwe structuren om droogte en hittestress tegen te gaan. Wij willen op dit onderdeel initiatieven ontwikkelen.  

 

(2) Aanpassen aan en tegengaan van klimaatverandering

Ons aanpassen aan klimaatverandering is belangrijk, maar we moeten er ook alles aan doen om klimaatverandering tegen te gaan. Daar kunnen wij een belangrijke bijdrage aan leveren vanuit onze rol op het gebied van watersysteem en waterketen. We hebben al goede initiatieven ontplooid op het gebied van terugwinnen van energie en grondstoffen binnen de waterketen. Ook in watersysteem werken we aan een circulaire economie. We willen dit ook in stedelijke gebied meer zichtbaar maken in samenwerking met gemeenten en inwoners. We zoeken op dit onderdeel vooral aansluiting bij bestaande initiatieven binnen het waterschap.

 

(3) Bewustwording door participatie

Onze wens is dat bewoners en bedrijven zich bewust zijn van klimaatverandering en de gevolgen die dit heeft op het dagelijkse leven. Dat betekent dat wij bij al onze activiteiten die wij in stedelijk gebied ontplooien goed moeten nadenken hoe wij de omgeving kunnen betrekken. Participatie is geen losstaand doel, maar heeft betrekking op de manier waarop wij werken aan onze opgaven in stedelijk gebied. Wij willen in verbinding met de omgeving zijn. Maar bij participatie gaat het niet alleen om het betrekken van inwoners bij plannen van het waterschap (burgerparticipatie), maar ook in het gericht aansluiten bij initiatieven of wensen van inwoners zelf (overheidsparticipatie). We willen werken aan een communicatielijn om actief in verbinding met de stedelijke omgeving te zijn.

 

In verbinding

Het waterschap wil graag in verbinding met de omgeving en dus ook met de stad. Om dit te bereiken willen wij onze taken opnieuw uitvinden en bewoners actief betrekken bij onze opgave. We willen partijen in stedelijk gebied stimuleren om zelf aan de slag te gaan met het klimaatbestendig maken van stedelijk gebied. Eén van de manieren om te stimuleren is door het verstrekken van subsidies. Met deze regeling gaan we daarmee experimenteren.

 

Beleidsregel

Deze beleidsregel vormt het kader waarmee subsidies verleend kunnen worden aan projecten en/of maatregelen die bijdragen aan het klimaatbestendig maken van stedelijk gebied. Wij willen bijvoorbeeld particulieren stimuleren op een klimaatbewuste wijze om te gaan met regenwater op eigen terrein. Ook willen wij inwoners stimuleren om te werken aan een waterrobuuste woon- en leefomgeving. Met het bieden van subsidies dragen wij bij aan het handelingsperspectief van bewoners(groepen), verenigingen etc. om zelf aan de slag te gaan.

 

Pilot Aa-landen

Deze beleidsregel vormt ook het kader voor de verlening van subsidie voor de pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen. Deze pilot wordt expliciet genoemd in het Startdocument Klimaatactieve Stad (KAS) (project 5) en heeft een eigen budget. Ze is onderdeel van het Actieplan Klimaatactieve Stad IJssel-Vecht Delta (januari 2015). Dit komt voort uit de gelijknamige intentieverklaring die o.a. door het toenmalige waterschap Groot Salland is ondertekend.

 

In overleg met de gemeente Zwolle is een deel van de jaren 70-wijk de Aa-landen als pilot-gebied uitgezocht. Een aantal bewoners is toegetreden tot een werkgroep. Naderhand zijn leveranciers van afkoppelmateriaal, onderwijsinstelling De Groene Welle en hoveniersbedrijven erbij betrokken. Op de watermarkt van 4 februari 2017 is uitleg geven over afkoppelen van hemelwater en is informatie verstrekt over een reeds ingerichte voorbeeldtuin van één van de werkgroepleden.

Artikelsgewijs

 

Paragraaf 1

Artikel 7

Lid 2: nu er gebruik gemaakt moet worden van een vastgesteld aanvraag- en vaststellingsformulier, hoeft er geen activiteitenverslag als bedoeld in artikel 5.2 van de verordening worden ingediend. Vandaar dat artikel 5.2 van de verordening niet van toepassing is.

Lid 3: er worden op grond van deze beleidsregel geen voorschotten verleend.

 

Het dagelijks bestuur heeft formulieren vastgesteld voor klimaatadaptieve maatregelen in het algemeen en voor de KAS-pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen specifiek. Deze formulieren kunnen digitaal worden ingeleverd door verzending naar het mailadres info@wdodelta.nl

 

Paragraaf 2

Artikel 9

Voor het verstrekken van subsidie voor klimaatadaptieve maatregelen geldt voor het jaar 2017 een subsidieplafond van €100.000,-. Voor de verstrekking van subsidie voor de KAS-pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen te Zwolle geldt daarboven een separaat subsidieplafond van €20.800,- (zie ook artikel 14).

 

Artikel 10

Lid 1: subsidie wordt alleen verstrekt als het project en/of maatregel voldoet aan de criteria genoemd in het Plan van Aanpak (bijlage 5). Deze criteria worden genoemd onder a tot en met g.

Lid 2: in aanvulling op deze criteria wordt subsidie alleen verstrekt als

  • a.

    Het project wordt ondersteund door de betreffende gemeente. Er hoeft geen sprake te zijn van een gezamenlijk project, maar er moet wel sprake zijn van een akkoord/toestemming.

  • b.

    Spreiding over het gehele beheersgebied. Er worden maximaal drie subsidies verstrekt per gemeente per jaar. Als er al drie maatregelen gesubsidieerd zijn in één, dan wordt een vierde maatregel in diezelfde gemeente in beginsel niet gesubsidieerd. Hiermee beogen we ook te stimuleren dat bewoners niet zozeer individueel, maar eerder samen in buurt- of wijkverband met initiatieven komen.

  • c.

    Spreiding qua onderwerp. Er worden maximaal drie subsidies verstrekt aan gelijksoortige projecten en/of maatregelen. Als er bijvoorbeeld al drie gelijksoortige maatregelen zijn gesubsidieerd, dan wordt een vierde zelfde maatregel in beginsel niet meer gesubsidieerd. Hiermee beogen we ook te stimuleren dat bewoners niet zozeer individueel, maar eerder samen in buurt- of wijkverband met initiatieven komen.

  • d.

    Het moet gaan om een innovatieve maatregel met voorbeeldwerking.

  • e.

    De maatregel moet een bijdrage leveren aan meer kennis en bewustwording.

  • f.

    Het moet gaan om participatie en niet zozeer om een initiatief van een individu.

 

Hoofdstuk 2

Deze bepalingen gelden alléén voor subsidieverlening voor de KAS-pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen te Zwolle. De artikelen uit hoofdstuk 1, paragraaf 1gelden ook voor de subsidie voor deze pilot (zie artikel 17).

 

Artikel 16

Lid 2: als een aanvraag voor subsidieverlening voor de KAS-pilot afkoppelen van hemelwater Aa-landen is afgewezen, dan kan er géén subsidie voor het afkoppelen van hemelwater worden aangevraagd op grond van de algemene regels uit hoofdstuk 1. Andersom geldt deze regel ook.

 

Artikel 20

Lid 2: deze beleidsregel vervalt van rechtswege op 1 januari 2018.

 

Naar boven