Waterschapsblad van Waterschap Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Limburg | Waterschapsblad 2017, 4284 | Beschikkingen | afhandeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Limburg | Waterschapsblad 2017, 4284 | Beschikkingen | afhandeling |
Kennisgeving inspraak ontwerp-gedoogplicht “Dijkverbetering Nattenhoven-Roosteren”
Omdat het dijktraject Nattenhoven-Roosteren niet voldoet aan de afgesproken norm voor dijkveiligheid is door het Waterschap Roer en Overmaas (rechtsvoorganger van Waterschap Limburg) het projectplan “Dijkversterking Nattenhoven-Roosteren” vastgesteld. Dit projectplan beschrijft de maatregelen die worden uitgevoerd om de primaire waterkeringen binnen het cluster Nattenhoven-Roosteren (dijkring 84) te laten voldoen aan de geldende veiligheidsnorm.
Op 2 december 2016 is dit projectplan onherroepelijk geworden.
Voor de uitvoering van de dijkverbetering is het noodzakelijk dat het waterschap de beschikking heeft over gronden. Deze gronden zijn op sommige locaties in particulier eigendom. Het waterschap heeft met alle rechthebbenden overleg gevoerd en op één geval na is overeenstemming bereikt.
Het waterschap is voornemens om op die gronden waarover nog geen overeenstemming is bereikt, een gedoogplicht op te leggen op grond van artikel 5.24 Waterwet. De gedoogplicht zal worden opgelegd op een deel van het perceel kadastraal bekend als Roosteren, sectie F, nummer 1280. Op 2 mei 2017 heeft het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg de gedoogplichtbeschikking in ontwerp vastgesteld.
Gedeputeerde Staten van Limburg treden op als coördinerend bevoegd gezag voor deze dijkverbetering. Dit betekent onder meer dat zij alle besluiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het projectplan coördineren, zo ook deze gedoogplichtbeschikking.
Deze gedoogplichtbeschikking wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en de projectprocedure van hoofdstuk 5, paragraaf 2 van de Waterwet. Daarnaast is de Crisis-en herstelwet van toepassing.
Na vaststelling van de gedoogplichtbeschikking door het waterschap kan door belanghebbenden, die in de ontwerpfase zienswijzen hebben ingediend of redelijkerwijs niet verweten kan worden geen zienswijze te hebben ingebracht, beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De ontwerp-gedoogplicht en de bijbehorende stukken liggen ter inzage met ingang van 19 mei 2017 tot en met 29 juni 2017
De ontwerp-gedoogplicht en bijbehorende stukken worden gedurende de inzagetermijn ook gepubliceerd op de website www.limburg.nl (klik op Actueel en vervolgens op Bekendmakingen).
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de Waterwet kan een ieder gedurende een periode van zes weken met ingang van de dag waarop de ontwerp-gedoogplicht ter inzage is gelegd, schriftelijk of mondeling zijn/haar zienswijze over deze ontwerpbeschikking naar voren brengen.
Zienswijzen over de ontwerp-gedoogplicht moeten worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Limburg, t.a.v. de heer J.L. Goudriaan, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht. Gedeputeerde Staten van Limburg zorgen ervoor dat de zienswijzen worden behandeld door Waterschap Limburg.
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot:
de heer J. Goudriaan, tel. (043) 389 7452, jl.goudriaan@prvlimburg.nl of
mevrouw M. Balvers, tel. (043) 389 7504, jgm.balvers@prvlimburg.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2017-4284.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.