Hoogheemraadschap van Delfland – besluit - Leggers, Wateren, Polderkaden en Regionale waterkeringen

De verenigde vergadering van Delfland heeft in haar vergadering van 6 april 2017 de leggers Wateren, Polderkaden en Regionale waterkeringen en de nota van beantwoording vastgesteld op grond van artikel 77 van de Waterschapswet; artikel 5.1 van de Waterwet en Artikel 4.1 van de Waterverordening van Provincie Zuid-Holland.

ONDERWERP

Delfland heeft als taak te zorgen voor een goed waterbeheer. Onderdeel hiervan is het onderhouden van de wateren, dijken en kaden. De legger is een register waarin de ligging, afmetingen en de onderhoudsplichtigen van wateren, bergingsgebieden, natuurvriendelijke oevers, kunstwerken, dijken en kaden liggen. De legger geeft aan waar beperkingen op het gebruik van de grond en de daarbij behorende regels van toepassing zijn.

De vanaf heden vigerende leggersituatie is in te zien via: https://www.hhdelfland.nl/overheid/beleid-en-regelgeving/leggers

De ontwerp-leggers hebben vanaf 3 oktober tot en met 14 november 2016 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn zienswijzen ingediend. Deze hebben in enkele gevallen geleid tot een aanpassing van de betreffende legger.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de publicatiedatum van het Waterschapsblad waarin de bekendmaking wordt geplaatst.

Het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken kunt u raadplegen via de bijlagen bij deze bekendmaking. Het is ook mogelijk om de te stukken te komen inzien. Hiervoor kunt een afspraak maken via onderstaande contactgegevens.

Belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijs niet toe in staat zijn geweest, kunnen in beroep gaan tegen dit besluit.

Er geldt een beroepstermijn van zes weken vanaf de publicatiedatum van deze bekendmaking. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH DEN HAAG.

Een beroepschrift dient conform artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht voorzien te zijn van naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen beroep wordt ingesteld en de gronden van het beroep. Indien mogelijk dient een afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.

Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Het is ook mogelijk digitaal het beroep-en verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Voor het indienen van een beroepschrift en het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeldt in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is

Indien u vragen hebt naar aanleiding van deze bekendmaking of voor het maken van een afspraak, kunt u op werkdagen van 8.00 tot 17:00 uur contact opnemen met het Klant Contact Centrum, te bereiken op telefoonnummer (015) 260 81 08.

 

Naar boven