Besluit van het algemeen bestuur van het waterschap Limburg houdende regels voor delegatie en mandaat Delegatie- en Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017

Het algemeen bestuur van Waterschap Limburg;

 

Gelezen het voorstel van de beide DB's van Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei van 13 december 2016, AB-voorstel 2017, nummer 18, inzake vaststelling 'Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017';

 

Gelet op Titel III van de Waterschapswet en Afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT:

Artikel 1

Voor zover het dagelijks bestuur hiertoe niet reeds uit andere hoofde bevoegd is, de bevoegdheden zoals vermeld in onderstaande lijst te delegeren c.q. mandateren aan het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg, waarbij de voorwaarden uit de Delegatie- en mandaatverordening Waterschap Limburg 2017 gelden.

 

Nr.

Gedelegeerde bevoegdheid

Waterbeheer

1.

Het besluiten tot het vaststellen van waterakkoorden als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet.

2.

Het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen op grond van hoofdstuk 5, paragraaf 3, van de Waterwet.

3.

Het nemen van gedoogbeschikkingen op grond van de artikelen 5.21 van de Waterwet.

4.

Het uitoefenen van de bevoegdheden bij gevaar voor waterstaatswerken op grond van hoofdstuk 5, paragraaf 5, van de Waterwet.

5.

Het vaststellen van bestrijdingsplannen op basis van het door AB vastgesteld calamiteitenplan.

6.

Het op grond van hoofdstuk 6 van de Waterwet verdagen, verlenen, weigeren of buiten behandeling laten van en het adviseren over een vergunning en het afhandelen van meldingen.

7.

Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving als bedoeld in:

  • -

    artikel 8.3 van de Waterwet juncto artikel 5.10 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • -

    artikel 5.10 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • -

    de Waterschapskeur, de WHVBZ (voor zover gedelegeerd);

  • -

    de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

8.

Over gaan tot de oplegging van bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen (het opleggen van de last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, intrekking van de vergunning, bestuurlijke strafbeschikking en toezenden van het boeterapport) op basis van het Nalevingsbeleid Waterschap Limburg.

9.

Het vaststellen van zwemwaterprofielen als bedoeld in de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.

Eigendommen

10.

Aan- en verkopen en ruilen en huren van onroerende zaken, vestigen en afstand doen van zakelijke rechten, onteigenen en opleggen gedoogplichten op grond van artikel 5.24 Waterwet, voor zover een en ander verband houdt met de aanleg van waterstaatswerken, dan wel met de uitvoering van door het algemeen bestuur vastgestelde grondbeleid.

11.

In gebruik geven, verhuren of verpachten van onroerende zaken. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten.

12.

Het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan.

Aanleg en beheer van waterstaatswerken

13.

Het vaststellen en wijzigen van de legger als bedoeld in de artikelen 78 Waterschapswet en 5.1 Waterwet.

14.

Het besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet met uitzondering van:

Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarop de projectprocedure van paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet van toepassing is;

Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarvan in een betekende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen waterschapsomslag is te verwachten of waarvan het realiseren ervan maatschappelijk gevoelig ligt.

Aanleg en beheer van waterstaatswerken

15.

Het besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet:

waarop de projectprocedure van paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet van toepassing is; of

waarvan in een betekende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen waterschapsomslag is te verwachten of waarvan het realiseren ervan maatschappelijk gevoelig ligt.

Financiën

16.

Het besluiten tot votering van de individuele investeringskredieten per project, die in het Meerjarig InvesteringsProgramma bij de programmabegroting door het algemeen bestuur zijn aangewezen.

17.

Het besluiten tot het gunnen van opdrachten, het aangaan van verplichtingen en het sluiten van contracten.

18.

Budget- en kredietbeheer door middel van verschuivingen en beschikking over de post onvoorzien zoals opgenomen in de Regeling Budgetbeheer en financieel mandaat.

19.

Het vaststellen van regels voor budgetbeheer en financieel mandaat.

20.

Met inachtneming van Europese en nationale voorschriften, nadere regels stellen die bij de aanbesteding en gunning van werken, leveringen en diensten in acht genomen moeten worden.

21.

Besluitvorming voor zover voorzien in de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg.

22.

Beschikbare Geldmiddelen met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels tijdelijk beleggen.

23.

Geldleningen met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels aangaan ter financiering van de publieke taak.

24.

Het incidenteel gemotiveerd afwijken van inkoop- en aanbestedingsbeleid.

Personeel

25.

Het benoemen van personeel van het waterschap (inclusief de leden van het directieteam, met uitzondering van de secretaris-directeur ), het besluiten tot het nemen van disciplinaire maatregelen en het verlenen van ontslag ten aanzien van deze personeelsleden.

26.

Vaststellen van rechtspositionele regelingen en nemen van rechtspositionele besluiten betreffende het personeel van het waterschap, waaronder de bezoldiging en vergoedingen van de directieleden, inclusief de secretaris-directeur.

27.

Uitvoering van de SAW voor zover bij deze niet reeds aan het dagelijks bestuur is toegekend.

28.

Bepalen van schadevergoeding aan de ambtenaren in bijzondere omstandigheden

Juridisch en procedureel

29.

Het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures en het instellen van alle rechtsmiddelen, in alle instanties zowel eisend als verwerend, en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures (conflicthantering).

30.

Het afgeven van bedenkingen, zienswijzen en adviezen inzake ruimtelijke plannen, de watertoets daaronder begrepen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

31.

Het uitoefenen van het recht van bezwaar en beroep, alsmede het vragen van een voorlopige voorziening, tegen besluiten of handelingen van bestuursorganen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

32.

Het verdagen van besluiten in het kader van procedures.

33.

De bevoegdheden op grond van de Wet bescherming Persoonsgegevens.

34.

Het besluiten tot aansprakelijk stellen van personen of rechtspersonen.

35.

Het besluiten tot het toekennen van schadevergoeding of nadeelcompensatie.

36.

Het binnen bestaande beleidskader bepalen van het standpunt van het waterschap in de hoedanigheid van deelnemer aan rechtspersonen.

37.

De bevoegdheid om ermee in te stemmen dat overheden bij afzonderlijk besluit taken passend binnen het kader van het Reglement voor het Waterschap Limburg op- of overdragen aan het Waterschap Limburg.

38.

De bevoegdheid tot het aangaan van convenanten.

39.

Afhandelen van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van Bestuur.

Artikel 2 Inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als 'Delegatie- en Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017'.

  • 2.

    Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 3.

    Op het moment van inwerkingtreding van deze regeling vervallen alle eerdere besluiten omtrent delegatie- en mandaatverlening ter zake van de in artikel 1 genoemde bevoegdheden.

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 2 januari 2017.

De secretaris-directeur,

drs. H. Mensink

De dijkgraaf,

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck

Naar boven