Wijziging belastingverordeningen t.b.v. 2018

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 28 november 2017 met nr. DM 1312694;

gelet op de begroting 2018, vastgesteld in zijn vergadering van 8 november 2017;

voorts gelet op de artikelen 110, 113, 117 en hoofdstuk XVIIb van de Waterschapswet, hoofdstuk 6.2 van het Waterschapsbesluit en hoofdstuk 7 van de Waterwet;

 

 

BESLUIT:

 

 

I. De verordening watersysteemheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 als volgt te wijzigen:

 

A

Artikel 4 komt te luiden:

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de watersysteemheffing voor de categorie ingezetenen € 72,24 per woonruimte.

 

B

Artikel 6 komt te luiden:

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor ongebouwde onroerende zaken € 82,58 per hectare.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in artikel 2a van de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief voor verharde openbare wegen € 165,16 per hectare.

 

C

Artikel 8 komt de luiden:

Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor natuurterreinen € 5,49 per hectare.

 

D

Artikel 10 komt te luiden:

Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor gebouwde onroerende zaken 0,0263% van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 3, onderdeel c van deze verordening.

 

 

II. De verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2010 als volgt te wijzigen:

 

Artikel 21 komt te luiden:

Het tarief bedraagt € 65,80 per vervuilingseenheid.

 

III. De verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2017 als volgt te wijzigen:

 

Artikel 20 komt te luiden:

Het tarief bedraagt € 65,80 per vervuilingseenheid.

 

 

IV. Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit besluit te bepalen dat:

 

  • 1.

    dit besluit in werking treedt met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 2.

    de datum, met ingang van welke de bepalingen van dit besluit in aanmerking worden genomen, 1 januari 2018 is;

  • 3.

    de bij dit besluit gewijzigde bepalingen van toepassing blijven op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 13 december 2017

Voorzitter, P.J.M. Poelmann

Secretaris, J. Goedhart

Naar boven