Verordening van het algemeen bestuur van het waterschap Limburg houdende regels instellen commissies Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur 2017

Het algemeen bestuur van Waterschap Limburg;

 

Gezien het AB-voorstel 2017, nummer 8, inzake vaststelling 'Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur';

 

Gelet op het bepaalde in artikel 77 van de Waterschapswet;

 

BESLUIT:

 

Onder intrekking van de op 16 december 2009 vastgestelde Verordening commissies van advies aan het dagelijks bestuur van waterschap Peel en Maasvallei 2010 en de op 15 mei 2015 vastgestelde 'Verordening voor de vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur 2015’ van Waterschap Roer en Overmaas, vast te stellen de navolgende 'Verordening voor de vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur'.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie van advies aan het dagelijks bestuur;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • c.

    secretaris: de secretaris van de commissie;

  • d.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap;

  • e.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap.

  • f.

    toehoorder: iedere aanwezige, niet zijnde lid, voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

Artikel 2 Adviescommissies

Het waterschap kent de navolgende vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur:

  • 1.

    commissie Waterkeringen & Bestuur en Organisatie (afgekort: commissie WBO);

  • 2.

    commissie Watersysteem, Zuiveren en Waterketen (afgekort: commissie WZW);

Artikel 3 Ad hoc commissies

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan besluiten tot het instellen van een ad hoc commissie, waarbij de bepalingen van deze verordening zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn.

  • 2.

    Het instellingsbesluit omvat de taak van de ad hoc commissie.

Artikel 4 Taak/taakvelden

  • 1.

    De commissies hebben tot taak het gevraagd of ongevraagd adviseren van het dagelijks bestuur over zaken, behorende tot de taakvelden van de commissies.

  • 2.

    De thema’s die worden behandeld in de commissie Waterkeringen & Bestuur en Organisatie zijn onder andere:

    • -

      Dijkversterking

    • -

      Zorgplicht waterkeringen

    • -

      Vergunningverlening en plantoetsing

    • -

      Recreatie

    • -

      Communicatie en klantcontact

    • -

      Mens en organisatie

    • -

      Financiën, control en facilitaire zaken

    • -

      Informatievoorziening

    • -

      Crisisbeheersing

    • -

      Toezicht en handhaving

  • 3.

    De thema’s die worden behandeld in de commissie Watersysteem, Zuiveren en Waterketen zijn onder andere:

    • -

      Functies van water en rol waterschap

    • -

      Peilbeheer, wateraanvoer en verdrogingsbestrijding

    • -

      Wateroverlast en bodemerosie

    • -

      Beken en beekdalen

    • -

      Water en ruimte

    • -

      Waterkwaliteit en ecologie

    • -

      Afvalwaterketen

    • -

      Samenwerking in de waterketen

    • -

      Grondbeleid en areaalbeheer

Samenstelling  

Artikel 5  

  • 1.

    De in artikel 2 genoemde commissies bestaan elk uit:

    maximaal vijftien leden te benoemen door en uit het algemeen bestuur, en wel als volgt:

    • -

      zeven/acht leden uit de fractie Waterbelang;

    • -

      één/twee leden uit de fractie Water Natuurlijk;

    • -

      een lid uit de fractie VVD;

    • -

      een lid uit de fractie 50PLUS;

    • -

      één/twee leden uit de fractie Overig Ongebouwd;

    • -

      een lid uit de fractie Natuurterreinen;

    • -

      één/twee leden uit de fractie Bedrijven.

  • 2.

    Er kunnen door en uit het algemeen bestuur plaatsvervangende leden worden benoemd. Deze treden slechts als lid op bij afwezigheid van de leden die zij vervangen.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur wijst uit haar midden de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van iedere commissie aan.

  • 4.

    De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hebben geen stemrecht in de vergadering.

Zittingsduur; einde lidmaatschap  

Artikel 6  

  • 1.

    De zittingsduur van de leden van elke commissie is gelijk aan die van de leden van het algemeen bestuur en loopt daarmee parallel.

  • 2.

    Een lid c.q. plaatsvervangend lid, dat ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt gelijktijdig op lid c.q. plaatsvervangend lid van de commissie te zijn.

  • 3.

    Indien de voorzitter danwel de plaatsvervangend voorzitter ener commissie ophoudt lid van het dagelijks bestuur te zijn, houdt hij tevens op voorzitter danwel plaatsvervangend voorzitter van de commissie te zijn.

Secretariaat; besluitenlijst  

Artikel 7  

  • 1.

    Het secretariaat van elke commissie berust bij de secretaris/directeur van het waterschap.

  • 2.

    De secretaris/directeur kan een ambtenaar aanwijzen als plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3.

    De secretaris kan zich door waterschapsambtenaren laten bijstaan.

  • 4.

    Van de vergaderingen van de commissie worden besluitenlijsten opgemaakt, met daarin opgenomen een beknopte en zakelijke weergave van het besprokene en van de overwegingen die aan de adviezen ten grondslag liggen.

  • 5.

    Een eventueel afwijkend gevoelen van een minderheid wordt afzonderlijk vermeld indien dat wordt verlangd.

  • 6.

    De ontwerp-besluitenlijst wordt ter kennisneming geagendeerd voor de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur.

    De besluitenlijst wordt in de eerstkomende commissievergadering ter vaststelling voorgelegd.

Vergaderingen  

Artikel 8  

  • 1.

    De commissie vergadert op de data en tijdstippen, vermeld in het vergaderschema dat is opgemaakt door het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen met opgaaf van redenen een vergadering laten vervallen. Hij laat dit tijdig aan de leden weten.

  • 3.

    Indien de voorzitter het nodig oordeelt of wanneer er door ten minste drie leden van de commissie schriftelijk met opgaaf van redenen om is gevraagd, vergadert de commissie in afwijking van het vergaderschema.

    Met inachtneming van het gestelde in deze verordening, bepaalt de voorzitter na overleg met de leden dag en uur van de van het vergaderschema afwijkende vergadering.

  • 4.

    De oproeping voor een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter ten minste vijf dagen voor het tijdstip van de vergadering, bijzondere gevallen

    uitgezonderd.

    De oproepingsbrief vermeldt plaats, dag en uur van de vergadering, alsmede de agenda.

  • 5.

    De stukken die betrekking hebben op de in een vergadering te behandelen zaken, worden voor zover mogelijk gelijktijdig met de oproepingsbrief aan de leden toegezonden.

  • 6.

    Ieder lid kan de voorzitter schriftelijk onder opgave van reden verzoeken om een onderwerp aan de agenda toe te voegen.

  • 7.

    Ieder lid tekent voor aanvang van de vergadering de presentielijst.

Handhaving orde  

Artikel 9  

De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering. Hij kan de vergadering schorsen of verdagen indien hij dit met het oog op de handhaving van de orde wenselijk acht. Hij is bevoegd de personen die de orde verstoren te doen verwijderen.

Vergaderquorum  

Artikel 10  

  • 1.

    De commissie mag niet overgaan tot het uitbrengen van advies indien niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden, de leden van het dagelijks bestuur buiten beschouwing gelaten, tegenwoordig is.

  • 2.

    Ingeval bij aanvang van de vergadering het volgens het eerste lid vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, doet de voorzitter mededeling van de namen der aanwezige leden of als zodanig fungerende plaatsvervangende leden.

    De voorzitter bepaalt voorts in overeenstemming met de aanwezige leden of de vergadering wordt gesloten danwel de beraadslagingen worden voortgezet. Ingeval de vergadering wordt gesloten, bepaalt de voorzitter dag en uur waarop de volgende vergadering zal worden gehouden. Tussen deze volgende vergadering en de eerste vergadering ligt een periode van ten minste twee maal vierentwintig uur.

  • 3.

    Indien wegens het bepaalde in het tweede lid een tweede vergadering is belegd, is in deze vergadering de tegenwoordigheid van een derde deel van het aantal zitting hebbende leden, de leden van het dagelijks bestuur buiten beschouwing gelaten, voldoende om te adviseren over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

Openbaarheid vergaderingen  

Artikel 11 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen zijn openbaar. Het bepaalde in artikel 35 van de Waterschapswet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 van de Waterschapswet kan de voorzitter geheimhouding opleggen aan de leden en de overige aanwezigen.

Besluitvorming  

Artikel 12  

  • 1.

    Alle adviezen worden bij meerderheid van stemmen uitgebracht. Bij het staken der stemmen wordt geen advies uitgebracht, doch worden de verschillende standpunten ter kennis van het dagelijks bestuur gebracht.

  • 2.

    Ieder lid van de commissie heeft één stem. Stemming geschiedt mondeling.

  • 3.

    Indien de stemmen staken wordt geen eenduidig advies uitgebracht, doch worden de verschillende standpunten ter kennis van het dagelijks bestuur gebracht.

  • 4.

    De leden van de commissie onthouden zich van de beoordeling van zaken welke hen, hun echtgenoten of hun bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.

Deelnemen aan beraadslagingen  

Artikel 13  

Aan de beraadslagingen in de commissie mag worden deelgenomen door andere leden van het dagelijks bestuur dan in artikel 3 bedoeld. Zij zijn uitgesloten van een eventuele stemming over een uit te brengen advies.

Meespreken derden  

Artikel 14  

De voorzitter stelt toehoorders bij een vergadering van de commissie op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering. Dit met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a.

    het hiervoor bedoelde verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt of de punten waarover men het woord wil voeren;

  • b.

    bij de behandeling van ieder agendapunt met uitzondering van de rondvraag, stelt de voorzitter degene die een daartoe strekkend verzoek heeft ingediend in de gelegenheid het woord te voeren over het aan de orde zijnde agendapunt;

  • c.

    voor de toehoorder die in de gelegenheid wordt gesteld het woord te voeren geldt een spreektijd van ten hoogste vijf minuten per agendapunt, waarbij de totale spreektijd per vergadering ten hoogste vijftien minuten bedraagt.

Raadplegen deskundigen  

Artikel 15  

  • 1.

    De commissie is bevoegd deskundigen, ook buiten het waterschapspersoneel, in haar vergaderingen over een bepaalde zaak te raadplegen.

  • 2.

    Indien dit kosten meebrengt, geschiedt deze raadpleging niet dan na machtiging van het dagelijks bestuur.

Uitleg verordening  

Artikel 16  

Bij twijfel over de uitleg van deze verordening en in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter.

Slotbepalingen  

Artikel 17  

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar vaststelling.

Artikel 18  

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening voor de commissies

van advies aan het dagelijks bestuur 2017'.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 2 januari 2017.

De secretaris-directeur,

drs. H. Mensink

De dijkgraaf,

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck

Naar boven