Wijziging Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland

 

Registratie nr.: 201607002

 

Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;

 

op voordracht van het college van dijkgraaf en heemraden van 14 juni 2016;

 

Overwegingen:

 

Het is wenselijk om de geldende Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland op de volgende twee onderdelen te wijzigen.

 

1. NKL 1999

Waterschap Rivierenland is gebonden aan het Convenant kabels en leidingen in Waterkeringen. Partijen streven naar de laagste maatschappelijke kosten. De werkwijze en systematiek van de NKL1999 is efficiënt. Het hanteren van landelijke standaarden draagt bij aan het bereiken van de laagste maatschappelijke kosten. De Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland zal zodanig aangepast worden zodat voor het verleggen van kabels en leidingen de schadevergoedingsregeling NKL1999 en het bijbehorende Uitvoeringsprotocol van toepassing zijn.

 

2. Drempel inschakeling deskundigencommissie

Enkele keren per jaar wordt er een beroep gedaan op grond van de Verordening schadevergoeding waarbij de omvang van de gevraagde schadevergoeding niet in een redelijke verhouding staat tot de kosten van de deskundigencommissie.

Voor aanvragen om schadevergoeding vanaf € 15.000,00 zal het waterschap verplicht zijn om de deskundigencommissie in te schakelen. Aanvragen die beneden dit bedrag kunnen ook zonder tussenkomst van de deskundigencommissie worden behandeld.

 

Wettelijk kader:

artikelen 59 en 78 van de Waterschapwet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de wijziging van de Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland

 

Artikel I. Wijzigingen

De Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 14 komt als volgt te luiden:

Artikel 14

  • 1.

    Deze verordening geldt niet voor schade die het gevolg is van de aankoop van gronden en opstallen die in overleg met de eigenaar heeft plaatsgevonden in het kader van de Onteigeningswet.

  • 2.

    Deze verordening geldt niet voor schade die een gevolg is van onrechtmatige daad, waaronder bouwkundige schade door onder andere zettingen als gevolg van dijkversterkingswerken.

  • 3.

    In afwijking van deze verordening wordt een aanvraag die betrekking heeft op schade als gevolg van het verleggen van kabels of leidingen inhoudelijk behandeld conform de artikelen 2 tot en met 10 van de Nadeelcompensatieregeling verleggen van kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL 1999).

  • 4.

    Deze verordening geldt niet voor schade waarvoor andere nadeelcompensatieregelingen van het waterschap gelden die specifiek zijn bedoeld voor bepaalde thema's of projecten. Indien de aanvraag gaat over een specifieke schadevergoedingsregeling van Waterschap Rivierenland, zal het waterschap een besluit nemen op basis van die specifieke regeling.

  • 5.

    Deze verordening geldt niet voor schade die het gevolg is van besluiten en uitvoeringshandelingen van het waterschap die voortvloeien uit of samenhangen met besluiten van andere bestuursorganen (zoals de Rijksoverheid) waarvoor een afzonderlijke schadevergoedingsregeling geldt, die ook op het besluit/de uitvoeringshandeling van het waterschap van toepassing is verklaard.

  • 6.

    Als het waterschap vindt dat een aanvraag betrekking heeft op schade als bedoeld in het zesde lid, zendt het waterschap de aanvraag ter afhandeling door naar het orgaan dat op grond van de betreffende schadevergoedings- of nadeelcompensatieregeling bevoegd is om op de aanvraag om schadevergoeding te beslissen. De aanvrager ontvangt hiervan bericht.

 

B

Artikel 17 komt als volgt te luiden:

Artikel 17

  • 1.

    Als het waterschap de vereenvoudigde behandeling van artikel 16 niet toepast, kan het dagelijks bestuur een adviescommissie inschakelen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur wint in ieder geval advies in van een adviescommissie indien het bedrag van de gevraagde vergoeding hoger is dan € 15.000,00, tenzij de aanvraag naar het oordeel van het college:

  • a. kennelijk ongegrond is:

  • b. kennelijk gegrond is;

  • c. kennelijk niet-ontvankelijk is.

  • 3.

    Het is de taak van de commissie om het dagelijks bestuur te adviseren over het besluit dat het dagelijks bestuur op de aanvraag moeten nemen.

  • 4.

    De commissie bestaat uit drie deskundigen die door het dagelijks bestuur worden benoemd. De deskundigen mogen niet in dienst zijn van het waterschap. In eenvoudige gevallen volstaat de benoeming van één of twee deskundige(n) die niet bij het waterschap in dienst zijn. Als de commissie uit drie leden bestaat, wijst het dagelijks bestuur de voorzitter aan.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur deelt de aanvrager mee dat hij van plan is om een commissie in te schakelen. De mededeling bevat de namen van de deskundigen, hun beroep en de plaats waar zij hun werkzaamheden verrichten. De aanvrager kan binnen twee weken na verzending van dit bericht bedenkingen uiten tegen de voorgenomen samenstelling van de commissie.

 

Artikel II. Wijziging toelichting bij de schadevergoedingsregeling

Van de toelichting bij de Verordening schadevergoeding Waterschap worden artikel 14 en artikel 17 gewijzigd.

 

C

De toelichting van artikel 14 komt als volgt te luiden:

Artikel 14 Toepasselijkheid verordening

Eerste en tweede lid – In het eerste en tweede lid wordt bepaald voor welke schade de verordening niet van toepassing is.

Derde lid - In het derde lid is bepaald dat bij het berekenen van de omvang van de schade als gevolg van het verleggen van kabels en leidingen, de "Nadeelcompensatieregeling verleggen van kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999 (NKL 1999)" van het Ministerie van Verkeer & Waterstaat wordt toegepast. De NKL 1999 is algemeen bekend en geaccepteerd door beheerders van kabels en leidingen. Bij toepassing van de NKL1999 wordt gebruik gemaakt van het Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding Kabels en Leidingen.

Vierde lid – Bijzondere regelingen van Waterschap Rivierenland gaan boven deze algemene regeling.

Vijfde en zesde lid - – Het kan voorkomen dat besluiten moeten worden genomen in het kader van plannen of besluiten van andere bestuursorganen waarop, naast de schadevergoedingsregeling van het waterschap, al een andere schadevergoedings- of nadeelcompensatieregeling van toepassing is. In dat geval wordt de schadevergoedingsregeling van het waterschap buiten toepassing verklaard en wordt de aanvraag ter verdere afhandeling doorgezonden naar het orgaan dat op grond van de betreffende schadevergoedings- of nadeelcompensatieregeling bevoegd is om op de aanvraag om nadeelcompensatie te beslissen.

 

D

De toelichting van artikel 17 komt als volgt te luiden:

Artikel 17 De adviescommissie

Eerste en tweede lid – Als een aanvraag niet buiten behandeling wordt gelaten, dan wel wegens kennelijke ongegrondheid wordt afgewezen, kan het dagelijks bestuur een deskundige adviescommissie inschakelen. Deze commissie heeft tot taak het dagelijks bestuur te adviseren over de op de aanvraag te nemen beslissing. Het dagelijks bestuur wint in ieder geval advies in van een adviescommissie indien het bedrag van de gevraagde vergoeding hoger is dan € 15.000,00, tenzij de aanvraag naar het oordeel van het college:

  • a.

    kennelijk ongegrond is:

  • b.

    kennelijk gegrond is;

  • c.

    kennelijk niet-ontvankelijk is.

Gelet op de aard van de te nemen beslissingen en de gevolgde bestuurspraktijk moet de commissie uit onafhankelijke deskundigen bestaan. In dit verband zij met name gewezen op artikel 27 e.v. van de Onteigeningswet en het schadevergoedingsrecht ter zake van gedoogplichten. Daarnaast zijn in verband met het bepaalde in afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening in veel Nederlandse gemeenten procedureverordeningen planschadevergoeding vastgesteld. Deze verordeningen voorzien in advisering door onafhankelijke deskundigen, opdat de gemeenteraad adequaat wordt ingelicht over de vraag of sprake is van schade die redelijkerwijs niet geheel of ten dele ten laste van de betrokkene behoort te blijven.

Meer in algemene zin valt op te merken dat het inschakelen van een adviescommissie bij de behandeling van dit soort zaken bijdraagt aan een zorgvuldige voorbereiding van de te nemen beslissing en daarmee aan de legitimiteit daarvan voor de betrokken burgers.

Deze regeling voorziet erin dat een adviescommissie wordt ingesteld wanneer de aanvraag niet op voet van artikel 16 vereenvoudigd is afgedaan en wanneer het bedrag van de gevraagde vergoeding hoger is dan € 15.000,00.

Hoewel dat niet uitdrukkelijk bepaald is, zal het voorzitterschap van de commissie in verband met de aard van de materie, in de regel worden opgedragen aan een jurist. De overige leden zullen doorgaans een andere deskundigheid inbrengen, bijvoorbeeld die van accountant, boekhoudkundige of makelaar. Soms ook zal het wenselijk zijn een lid te benoemen op grond van een specifiek technische deskundigheid. De regeling gaat ervan uit de adviescommissie uit drie leden bestaat. Daarnaast is echter voorzien in de mogelijkheid in eenvoudige, niet op het eerste gezicht ongegronde, gevallen een commissie in te stellen die uit één of twee onafhankelijke deskundige(n) bestaat.

 

Vierde lid – Het vierde lid bepaalt dat het dagelijks bestuur de aanvrager meedeelt dat hij van plan is om een commissie in te schakelen. De kennisgeving bevat de namen van de deskundigen, hun beroep en een opgave van de plaats waar zij hun werkzaamheden gewoonlijk verrichten.

Belanghebbenden kunnen bedenkingen uiten tegen de voorgenomen samenstelling. Voor alle duidelijkheid wordt erop gewezen dat de beslissing van het dagelijks bestuur tot instelling van een commissie een voorbereidingshandeling is waartegen, gelet op het bepaalde in artikel 6:3 Awb, bij de administratieve rechter geen beroep kan worden ingesteld.

 

Artikel III. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Waterschapsblad.

Artikel IV. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tweede wijziging Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 30 september 2016 te Tiel.

de secretaris-directeur, ir. Z.C. Vonk

de dijkgraaf, ir. R.W. Bleker

Naar boven