Hoogheemraadschap van Delfland - Subsidieregeling Klimaatadaptatie 2016

Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland,

 

Gelet op artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Delfland, de Algemene wet Bestuursrecht en het Waterbeheerplan 2016-2021 van het Hoogheemraadschap van Delfland

 

Overwegende dat het gewenst is het treffen van klimaatadaptieve maatregelen te stimuleren;

 

Besluiten vast te stellen

 

Subsidieregeling Klimaatadaptatie 2016

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Delfland, in werking getreden op 1 juli 2008.

  • 2.

    Delfland: het Hoogheemraadschap van Delfland

  • 3.

    College: Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland.

  • 4.

    Bebouwd gebied: Terrein in gebruik voor wonen, werken, winkelen, uitgaan, cultuur en openbare voorzieningen, minimaal bestaand uit een cluster van gebouwen van verschillende eigenaren.

  • 5.

    Klimaatadaptief: Aanpassend aan klimaatverandering, het proces waardoor de kwetsbaarheid voor klimaatverandering vermindert of waardoor wordt geprofiteerd van de kansen die een veranderend klimaat biedt.

  • 6.

    Projectkosten: Alle kosten die redelijkerwijs toe te schrijven zijn aan het project en die bijdragen aan het realiseren van de doelen van deze regeling.

Artikel 2 Doelstelling

Subsidie op grond van deze regeling is gericht op het stimuleren van klimaatadaptieve maatregelen met als doel:

  • 1.

    Versterken groen en water in bebouwd gebied.

  • 2.

    Vergroten van het watervasthoudend vermogen en verminderen van de hoeveelheid regenwater op de riolering.

  • 3.

    Bijdragen aan het klimaatadaptief inrichten van de leefomgeving.

  • 4.

    Het bij een breder publiek versterken van de kennis en bewustzijn over de opvang en verwerking van hemelwater.

 

Artikel 3 Subsidieplafond en verdeelcriteria

  • 1.

    Voor de uitvoering van deze regeling geldt voor het jaar 2016 een subsidieplafond van € 100.000,00.

  • 2.

    Subsidies worden conform artikel 2.2 van de Algemene subsidieverordening verdeeld op basis van binnenkomst van de aanvragen, met inachtneming van de volgende:

    • a.

      Categorieën:

      • i.

        Ontwerp en inrichting met lokale stakeholders/burgers en overheden ter verhoging van de kwaliteit van de buitenruimte.

      • ii.

        Stimuleren van burgers/ondernemers tot vasthouden van water.

      • iii.

        Innovaties en onderzoek.

       

    • b.

      Verdeelcriteria:

      • i.

        Zichtbaarheid van het Hoogheemraadschap van Delfland.

      • ii.

        Opschaalbaarheid (toepassingspotentieel).

      • iii.

        Kennismanagement.

      • iv.

        Spreiding over het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland.

  • 3.

    Rekening houdend met de categorieën en verdeelcriteria geldt voor de volgende projectsoorten/ maatregelen een maximum aantal te subsidiëren projecten:

    - De transformatie van vijf schoolpleinen tot groenblauwe schoolpleinen.

    - Een participatietraject samen met een gemeente waarbij uiteindelijk in één straat klimaatadaptieve maatregelen worden genomen.

    - De aanleg van één ondergrondse waterbuffer.

    - Eén afkoppelproject binnen een gemeente waarbij niet alleen de straat, maar ook de aanliggende huizen worden afgekoppeld van de riolering.

  • 4.

    In afwijking van het tweede en derde lid kan het college besluiten tot een andere verdeling van het subsidieplafond, als het totaal van de ingediende aanvragen daartoe aanleiding geeft.

 

Artikel 4 Projecten die voor subsidie in aanmerking komen

Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt voor projecten die passen bij het doel geformuleerd in artikel 2, zoals:

  • 1.

    Het aanleggen of optimaliseren van meer groen en water in bebouwde omgeving, en/of

  • 2.

    Andere maatregelen die ertoe leiden dat hemelwater vertraagd wordt afgevoerd naar het hemelwaterriool of het oppervlaktewater.

 

Artikel 5 Subsidiabele en niet subsidiabele kosten

  • 1.

    Alle projectkosten komen in aanmerking.

  • 2.

    Indien sprake is van een uurtarief zal nooit een hoger tarief dan € 90,00 incl. BTW per uur worden vergoed.

  • 3.

    In afwijking op het eerste lid komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      Kosten voor werkzaamheden die niet bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstelling.

    • b.

      Kosten voor vrijwilligers.

    • c.

      Structurele loonkosten van de aanvrager.

 

Artikel 6 Subsidiebedrag

Het te subsidiëren bedrag bedraagt:

  • 1.

    Bij projectkosten tussen de € 0,00 en € 50.000,00 incl. BTW 25% van de projectkosten met een maximum van € 10.000,00.

  • 2.

    Bij projectkosten hoger dan € 50.000,00 incl. BTW 20% van de kosten met een maximum van € 15.000,00.

 

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Subsidie kan worden aangevraagd door een ieder.

  • 2.

    De aanvrager dient de aanvraag in met een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat juist en volledig ingevuld en ondertekend is.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 3.3 van de Algemene subsidieverordening gaat de subsidieaanvraag vergezeld van offertes voor de te maken kosten.

 

Artikel 8 Beoordeling van de aanvraag en verzoek om een voorschot

De beoordeling van een subsidieaanvraag gebeurt met inachtneming van paragraaf 4 van de Algemene subsidieverordening. In aanvulling daarop geldt:

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend ten minste 6 weken voordat met de realisatie van het project wordt gestart. Het college kan besluiten aanvragen die in een later stadium zijn ingediend buiten behandeling te laten.

  • 2.

    Het college beslist op de aanvraag binnen 6 weken na ontvangst van een complete aanvraag.

  • 3.

    Op verzoek van de aanvrager wordt een voorschot verleend ter hoogte van maximaal 50% van het subsidiebedrag, genoemd in het besluit tot subsidieverlening.

  • 4.

    Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient het project te passen binnen de doelstelling uit artikel 2 en moet worden voldaan aan àlle volgende voorwaarden:

    • a.

      Het project draagt bij aan de in artikel 2 genoemde doelstelling.

    • b.

      Het project wordt uitgevoerd binnen het beheergebied van Delfland.

    • c.

      Het project voldoet aan geldende wet- en regelgeving of beleid.

    • d.

      Aan het project ligt een realistische en sluitende projectbegroting ten grondslag met onderbouwing en offertes.

 

Artikel 9 Verplichtingen van de subsidieontvanger, subsidievaststelling en betaling  

Voor verplichtingen van de subsidieontvanger wordt verwezen naar de Algemene subsidieverordening.

 

Artikel 10 Subsidievaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 6.1 van de Algemene subsidieverlening is de termijn voor het indienen van een aanvraag om subsidievaststelling 6 weken na realisatie van het project waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvrager dient de aanvraag om subsidievaststelling in met een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat juist en volledig ingevuld en ondertekend is en dat conform artikel 6.1 van de Algemene subsidieverordening vergezeld gaat van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 3.

    De vaststelling van het te subsidiëren bedrag gebeurt op basis van de werkelijk gemaakte kosten en het te subsidiëren bedrag is gemaximeerd tot het bedrag dat in besluit tot toekenning van de subsidie staat.

  • 4.

    In afwijking van artikel 6.4 van de Algemene subsidieverordening besluit het college op een aanvraag om subsidievaststelling binnen 6 weken na ontvangst van een complete aanvraag.

 

Artikel 11 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      Door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

    • b.

      De realisatie van een project is gestart vóór indiening van de volledige subsidieaanvraag.

    • c.

      Werkzaamheden in het project niet zijn toegestaan op grond van wet- en regelgeving of beleid.

    • d.

      Indien voor het project al eerder subsidie uit deze regeling is ontvangen.

    • e.

      Het project behoort tot de reguliere projecten of werkzaamheden van de aanvrager.

    • f.

      De aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beslissing op de aanvraag zou hebben geleid.

 

Artikel 12 Intrekking en wijziging niet vastgestelde subsidie; terugvordering voorschot

  • 1.

    Het bestuur kan zo lang de subsidie niet is vastgesteld de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien:

    • a

      Met de realisatie van een project waarvoor subsidie is verleend geen begin is gemaakt uiterlijk 6 maanden na verlening van de subsidie.

    • b

      De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

    • c.

      De subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraagt tot subsidieverlening zou hebben geleid.

    • d.

      De subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 2

    Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet doorgaan en/of indien geen aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend, is het college bevoegd een betaald voorschot terug te vorderen.

     

Artikel 13 Activiteiten niet verricht / niet aan de verplichting voldaan

De subsidieontvanger doet melding aan het bestuur, zodra aannemelijk is dat het project, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of geheel zullen worden verricht of dat niet of geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1.

    Deze regeling treedt, na bekendmaking op de wettelijke voorgeschreven wijze, in werking op 15 juli 2016.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Subsidieregeling Klimaatadaptatie 2016”.

  • 3.

    Deze regeling geldt voor het begrotingsjaar 2016.

  • 4.

    Aanvragen tot vaststelling van de subsidie dienen uiterlijk op 1 juli 2017 te worden ingediend.

 

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Klimaatadaptatie 2016  

Inleiding

Het klimaat verandert. Om hierop in te spelen werkt het Hoogheemraadschap van Delfland toe naar een waterbewuste maatschappij waarin inwoners, (agrarische) bedrijven, instellingen en medeoverheden in het beheergebied van Delfland zelf maatregelen nemen om een veilige en leefbare stad te creëren die aangepast is aan een veranderend klimaat. Dit zijn fysieke maatregelen die zich vooral richten op het vergroten van de sponswerking van het stedelijk gebied en de samenwerking/participatie met lokale stakeholders. De ambitie van het Delfland is om op deze manier iedereen bewust te krijgen van water en in 2050 een klimaatbestendig en waterrobuust beheergebied te hebben.

Deze subsidieregeling is gericht op inwoners, stichtingen, verenigingen, gemeenten en bedrijven om hen te stimuleren zelf aan de slag te gaan met het klimaatadaptief inrichten van hun buurt. Ook burgers, bedrijven en gemeenten kunnen nl. hun steentje bijdragen door zelf initiatief te nemen tot een klimaatbestendige inrichting van hun buurt.

Met het vaststellen van een deze regeling is de verwachting dat er minder water naar onze RWZI's wordt getransporteerd en gezuiverd. Dat bespaart kosten. Daarnaast draagt het hoogheemraadschap een steentje bij aan de actuele thema's van deze tijd, zoals de klimaatverandering en de adaptatie van het bebouwd gebied. Dit alles gebeurt op initiatief van en door burgers, bedrijven, gemeenten en het maatschappelijk middenveld. Naast water wordt indirect bijgedragen aan een positieve ontwikkeling op andere beleidsvelden zoals gezondheid, groen, economische en ruimtelijke ontwikkeling.

 

Algemeen

Subsidie gebaseerd op een wettelijk voorschrift

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op basis van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor decentrale overheden, zoals een waterschap, is dit wettelijk voorschrift een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening, zoals de Algemene subsidieverordening Delfland.

Deze verordening biedt het college de mogelijkheid om subsidies te verstrekken voor ondersteuning van activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan het door Delfland gevoerde beleid met betrekking tot de aan Delfland opgedragen taken op het gebied van de zorg voor het watersysteem en de zorg voor de zuivering van stedelijk afvalwater.

In de Algemene subsidieverordening en in de Awb staan regels die voor alle door Delfland te verstrekken subsidies gelden en dus ook voor subsidies op grond van Subsidieregeling Klimaatadaptatie 2016. In deze subsidieregeling staan nadere regels voor subsidies ter stimulering van klimaatadaptieve maatregelen.

 

Artikelsgewijs

Artikel 2 Doelstelling

Door het opstellen van deze subsidieregeling draagt het Hoogheemraadschap van Delfland een steentje bij aan de actuele thema's van deze tijd, namelijk de klimaatverandering en de adaptatie van het bebouwd gebied. Dit alles gebeurt op initiatief van en door burgers, bedrijven en gemeenten. Naast harde doelen van het Hoogheemraadschap van Delfland, wordt ook bijgedragen aan een positieve ontwikkeling op andere beleidsvelden zoals gezondheid, groen, economische ontwikkeling en ruimtelijke ontwikkeling. Belangrijk is het permanente karakter van het project.

Artikel 3 Subsidieplafond en verdeelcriteria

Lid 1

Een subsidie wordt zonder nadere motivering geweigerd wanneer bij het verstrekken van de gevraagde subsidie het subsidieplafond wordt overschreden. Overschrijving van het subsidieplafond is daarmee een verplichte weigeringsgrond. In de begroting voor het jaar 2016 is voor klimaatadaptieve projecten een bedrag van € 100.000,00 ter beschikking gesteld.

Lid 2, 3 en 4

Delfland wil het totaal beschikbare subsidiebedrag zoveel mogelijk gelijkmatig verdelen. Om die reden zijn verschillende categorieën en verdeelcriteria opgesteld.

Delfland is vanaf begin dit jaar betrokken bij een aantal concrete projecten. Bij gelijktijdige ontvangst van de subsidieaanvragen krijgen deze projecten krijgen dan ook voorrang bij het verlenen van subsidie.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

In beginsel komen alle kosten die gemaakt worden om een bepaald project te verwezenlijken voor subsidie in aanmerking. Wel is bepaald dat er nooit meer dan een uurtarief van €90 per uur wordt vergoed. Tevens zijn enkele kostensoorten uitgesloten.

Artikel 6 Subsidiebedrag

Het Hoogheemraadschap van Delfland wil bijdragen aan projecten die er op zijn gericht de buurt geschikter te maken voor toekomstige klimaatveranderingen. De nadruk Iigt op projecten waardoor eventuele overlast door teveel water afneemt. Het te subsidiëren bedrag is gestaffeld, zodat kleinere projecten meer steun krijgen. Daarnaast is het bedrag gemaximaliseerd.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

Lid 1

Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk of digitaal (per e-mail) ingediend bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Op de website van Delfland is een aanvraagformulier te vinden. Dit moet worden ingevuld en ondertekend, en kan – vergezeld van de in het aanvraagformulier aangegeven bijlagen per e-mail (loket@hhdelfland.nl) of direct via de website van Delfland aan het waterschap worden verstuurd.

Lid 3

In de Algemene subsidieverordening staan gegevens die moeten worden aangeleverd, zodat het college kan beoordelen of het project waarvoor subsidie wordt gevraagd bijdraagt aan de doelstelling van de subsidieregeling en in de financiële haalbaarheid daarvan.

Artikel 8 Beoordeling van de aanvraag en verzoek om voorschot

In paragraaf 4 van de Algemene subsidieverordening staan algemene regels waaraan een subsidieaanvraag in ieder geval moet voldoen.

Lid 3

Vooruitlopend op de vaststelling van het subsidiebedrag kan het college een voorschot verlenen. Het voorschot kan verleend worden wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat de subsidie wordt vastgesteld en er dus een betalingsverplichting ontstaat. De beslissing om een voorschot te verlenen is een beschikking in de zin van de Awb. Aan een beschikking tot verlening van een voorschot kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 9 Verplichtingen van de subsidieontvanger, subsidie vaststelling en betaling

In artikel 5 van de subsidieverordening staan de verplichtingen van de subsidieontvanger, zoals het bijhouden van de uitgaven en het overleggen van gegevens die van belang kunnen zijn voor wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Dit artikel biedt het college ook de mogelijkheid om in de subsidiebeschikking andere verplichtingen op te leggen die bijdragen aan het doel van de subsidie.

In artikel 7 van de Algemene subsidieverordening staat onder meer dat de subsidie nà vaststelling wordt betaald onder verrekening van een eventueel voorschot.

Artikel 10 Vaststelling subsidie

De subsidie wordt betaald op basis van de werkelijk gemaakte kosten, vandaar dat na realisering van de werkzaamheden een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend met daarbij de gegevens op grond waarvan het college kan beoordelen of de activiteiten zijn verricht waarvoor de subsidie is toegekend. Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie is een aanvraagformulier te vinden op de website van Delfland. Dit moet worden ingevuld en ondertekend, en kan – vergezeld van de in het aanvraagformulier aangegeven bijlagen per e-mail (loket@hhdelfland.nl) of direct via de website van Delfland aan het waterschap worden verstuurd.

Om te voorkomen dat meerkosten in een project tot overschrijding van het subsidieplafond leiden, is bepaald dat het vast te stellen bedrag nooit hoger kan zijn dan het toegekende bedrag

Artikel 12 Intrekking en wijziging niet vastgesteld subsidie; terugvordering voorschot

Lid 1 en 2

Het college heeft de bevoegdheid de subsidieverlening in te trekken indien met de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend, geen begin is gemaakt uiterlijk zes maanden na verlening van de subsidie.

Artikel 13 Activiteiten niet verricht / niet aan de verplichting voldaan

In de subsidieverordening is aan de subsidieaanvrager de verplichting opgelegd om het college zo spoedig mogelijk te informeren als een activiteit waarvoor de subsidie verstrekt wordt niet of niet geheel zal worden uitgevoerd.

Ook wanneer naar verwachting door de subsidieaanvrager niet voldaan kan worden aan opgelegde verplichtingen moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij het college.

Artikel 14 Inwerkingtreding en werkingsduur

Delfland gaat ervan uit dat het verstrekken van subsidies een passend instrument is om klimaatadaptieve maatregelen te stimuleren. De ervaringen die in het jaar 2016 worden opgedaan worden gebruikt om te bepalen of het opportuun is een subsidieregeling voor een langere periode in het leven te roepen.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 05 juli 2016

de secretaris, mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart

de dijkgraaf, mr. M.A.P. van Haersma Buma

Naar boven