Waterschapsblad van Waterschap Roer en Overmaas
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Roer en Overmaas | Waterschapsblad 2016, 5340 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Waterschap Roer en Overmaas | Waterschapsblad 2016, 5340 | Overige overheidsinformatie |
Vaststelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie Waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas
Waterschap Roer en Overmaas maakt bekend dat in het kader van de fusie van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas per 1 januari 2017 in de vergadering van Algemeen Bestuur van 14 oktober 2015 de ‘Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie Waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas’ is vastgesteld.
De tekst van de regeling luidt als volgt:
Gehoord de commissies voor het Georganiseerd Overleg van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas;
Besluiten ieder voor zich en gezamenlijk
Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen...4
Hoofdstuk II Toepassingsbereik, samenstelling, taak en werkwijze...4
Artikel 2 Toepassingsbereik...4
Artikel 4 Vervanging van leden...5
Artikel 7 Werkwijze en besluitvorming...6
Artikel 8 Vergaderfrequentie...6
Artikel 13 Afronding overleg...7
Hoofdstuk III Slotbepalingen...7
Artikel 15 Titel en inwerkingtreding...8
Bijlage Procedure voor advies en arbitrage...9
Artikel 1 Toepasselijkheid...9
Artikel 5 Verzoek om advies....9
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
de waterschappen Peel en Maasvallei te Venlo en Roer en Overmaas te Sittard
3. Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO):
de commissie welke overleg voert over de afwikkeling van de rechtspositionele en personele gevolgen voor de ambtenaren van de fusie van de waterschappen per 1 januari 2017
hij/zij die bij een van de waterschappen is aangesteld in vaste dienst of bij wijze van proef is aangesteld in tijdelijke dienst
de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van
de vertegenwoordigingen van zowel werkgeverszijde als werknemerszijde
7. Advies- en Arbitragecommissie:
de Advies- en Arbitragecommissie, ingesteld door het College van Arbeidszaken van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de gezamenlijke colleges van Gedeputeerde
Staten van de provincies en het bestuur van de Unie van Waterschappen
Hoofdstuk II Toepassingsbereik, samenstelling, taak en werkwijze
1. Deze regeling is van toepassing op het overleg tussen partijen over de afwikkeling van de rechtspositionele en personele gevolgen voor de ambtenaren van de fusie van de waterschappen.
2. Over aangelegenheden waarover het in het BGO overleg wordt gevoerd, wordt geen
overleg gevoerd in de lokale commissie(s) voor Georganiseerd overleg.
1. Het BGO is samengesteld uit een vertegenwoordiging van werkgeverszijde en een vertegenwoordiging van werknemerszijde.
2. De vertegenwoordiging van werkgeverszijde wordt gevormd door een delegatie, bestaande:
3. De waterschappen wijzen plaatsvervangers aan voor de onder 2 bedoelde vertegenwoordigers.
4. De werkgeversvertegenwoordiging heeft het mandaat om namens de waterschappen het overleg te voeren en een akkoord als bedoeld in artikel 7, lid 1 te bereiken.
5. De werknemersvertegenwoordiging bestaat uit 4 leden. Elke vakorganisatie wijst uit de ledengroepen van elk van de beide waterschappen één lid aan. Voor elk lid wijzen zij
tevens een plaatsvervangend lid aan. De werknemersvertegenwoordiging omvat naast bovenbedoelde 4 leden van elk van de vakorganisaties een adviseur I bestuurder.
6. Door en uit de werkgeversvertegenwoordiging wordt de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het BGO aangewezen.
Artikel 4 Vervanging van leden
1. Leden van de werkgeversvertegenwoordiging houden op dit te zijn zodra zij geen lid
meer zijn van het bestuur van het waterschap. Zo spoedig mogelijk vindt vanuit het betreffende bestuur een nieuwe aanwijzing plaats.
2. Leden van de werknemersvertegenwoordiging of hun plaatsvervangers houden op dit te zijn zodra zij geen ambtenaar meer zijn in dienst van een van beide waterschappen, dan wel geen lid of vertegenwoordiger meer zijn van de vakorganisatie die hem of haar heeft aangewezen. In deze gevallen wordt door de betreffende vakorganisatie zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.
1. De werkgeversdelegatie wijst een secretaris en een plaatsvervangend secretaris van het BGO aan.
2. De secretaris van het BGO of diens plaatsvervanger kan aan de beraadslagingen deelnemen.
1. Het BGO overlegt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren voor zover deze verband houdt met de vorming van het fusiewaterschap.
In het bijzonder betreft het overleg de wijze waarop de rechtspositionele en personele gevolgen van de fusie voorde ambtenaren worden afgewikkeld.
2. Het overleg in het BGO wordt voorbereid in een Technisch BGO (TBGO). Aan dit TBGO wordt aan werknemerszijde deelgenomen door de leden van het BGO, bijgestaan door
de bestuurders dan wel arbeidsvoorwaardenadviseurs van de twee betrokken vakorganisaties. De BGO-leden kunnen zich in het TBGO ook laten vertegenwoordigen door de
bestuurders dan wel arbeidsvoorwaardenadviseurs van genoemde vakorganisaties.
3. Aan werkgeverszijde bestaat de delegatie voor het TBGO uit de secretarissen-directeur van de waterschappen. Zij kunnen zich door adviseurs laten bijstaan.
4. Het overleg van het TBGO wordt voorgezeten door een van de beide secretarissen/directeur. De secretarissen/directeur wijzen een secretaris van het TBGO aan.
Artikel 7 Werkwijze en besluitvorming
1. Het overleg in het BGO wordt door de werkgeversvertegenwoordiging gevoerd met mandaat van de algemeen besturen van de waterschappen. Het overleg in het BGO
wordt afgerond met een akkoord over de onderwerpen als bedoeld in artikel 6.
2. Nadat partijen een akkoord hebben bereikt, leggen de vakorganisaties dit onverwijld voor aan hun achterban. Tegelijkertijd brengt de werkgeversvertegenwoordiging het akkoord ter kennis van de algemene besturen van de waterschappen.
3. Indien de vakorganisaties instemmen met het onderhandelingsakkoord, wordt het akkoord voorgelegd aan de dagelijkse besturen van beide waterschappen, die vervolgens elk over gaan tot formele vaststelling.
4. Indien een akkoord door de achterban van de vakorganisaties wordt afgewezen, wordt het overleg in het BGO hervat.
1. Het BGO vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt.
2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering, indien ten minste vier leden van het BGO hem dat schriftelijk met opgave van redenen verzoeken en wel uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek.
1. De voorzitter draagt er zorg voor, dat het BGO tijdig, ten minste een week van tevoren, ter vergadering wordt opgeroepen. In spoedeisende omstandigheden kan hier van worden afgeweken.
2. De oproepbrief vermeldt de te bespreken onderwerpen; de bijbehorende stukken worden daarbij zoveel mogelijk tegelijkertijd meegezonden.
1. Een vergadering van het BGO kan slechts plaatsvinden, indien zowel ten minste de helft van het aantal leden van de vertegenwoordiging van de werkgeversdelegatie als van de werknemersdelegatie aanwezig is.
2. Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het eerste lid een vergadering niet kan plaatsvinden, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen veertien dagen te houden nieuwe vergadering.
1. De vergaderingen van het BGO zijn niet openbaar.
2. De werkgeversvertegenwoordiging kan zich laten bijstaan door adviseurs. Deze adviseurs kunnen aan de besprekingen deelnemen.
3. Beide vertegenwoordigingen zijn bevoegd geagendeerde onderwerpen, binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken, aan een voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.
4. Met instemming van de leden van het BGO kan de voorzitter over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van de aan het BGO overgelegde stukken geheimhouding opleggen. De voorwaarden waaronder de geheimhouding geldt, worden per onderwerp tijdens de betreffende vergadering vastgelegd.
Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in een verslag. Het verslag wordt uiterlijk 5 werkdagen na de datum van de vergadering door de secretaris aan de leden
1. Overeenstemming is nodig over regelingen waaraan individuele ambtenaren rechten kunnen ontlenen.
2. Indien de in lid 1 bedoelde overeenstemming uitblijft, kunnen de werkgevers- en/of werknemersvertegenwoordigingen een beroep doen op de advies- en arbitrageprocedure
als opgenomen in de bijlage bij deze Regeling. Het vragen van advies kan door zowel de werkgevers- als de werknemersdelegatie afzonderlijk gebeuren, voor een verzoek
om arbitrage is overeenstemming tussen beide delegaties vereist.
1. Het BGO is bevoegd om voorstellen tot wijziging van deze regeling aan de in artikel 1 onder a. bedoelde besturen voor te leggen.
2. In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen partijen in onderling overleg naar redelijkheid en billijkheid.
Artikel 15 Titel en inwerkingtreding
1. Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas '.
2. Deze regeling treedt in werking de dag nadat de beide algemeen besturen de regeling hebben vastgesteld en op de gebruikelijke wijze hebben bekend gemaakt.
3. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.
Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei op 14 oktober 2015.
Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Roer en Overmaas op 14 oktober 2015.
De hierna volgende artikelen 2 tot en met 6 zijn slechts van toepassing op geschillen betreffende aangelegenheden als bedoeld in artikel 6 van de Regeling BGO
Indien een of beide partijen tot het oordeel komt dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming heeft van alle partijen aan het overleg, breng(t)en (hij) zij dit
oordeel binnen drie dagen, nadat (hij)zij daarvan in het overleg blijk (heeft)hebben gegeven schriftelijk ter kennis van de andere partij aan het overleg.
Binnen tien dagen na de kennisgeving, als bedoeld in artikel 2, schrijft de voorzitter een vergadering van het BGO uit. De vergadering moet worden gehouden binnen zeven dagen
1. Indien het BGO besluit het overleg toch voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of er overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp
en de inhoud van het geschil is. Voorts dient te worden besloten, of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat
het advies is ingewonnen van de Advies- en arbitragecommissie, dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
2. De delegaties aan werkgevers- en werknemerszijde zijn ieder voor zich bevoegd tot het inwinnen van advies van de Advies- en arbitragecommissie.
3. Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage door de Advies- en arbitragecommissie is overeenstemming vereist tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie
1. Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie. Het
verzoek wordt ondertekend door een lid van de partij die zich voor inwinnen van advies heeft uitgesproken en vermeldt in ieder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil.
2. Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 3 geen overeenstemming is bereikt ter zake van het onderwerp en de inhoud van het geschil brengen partijen ieder hun opvatting
ter zake van het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes da gen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- en
3. Binnen twee weken na ontvangst van het advies van de Advies- en arbitragecommissie wordt het overleg over het geschil op initiatief van de voorzitter voortgezet.
Artikel 6 Verzoek om arbitrage
1. Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie.
Een verzoek om arbitrage wordt ondertekend door een lid van elk der vertegenwoordigingen en vermeldt in leder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil evenals
de opvattingen van de vertegenwoordigingen.
2. Een arbitrale uitspraak van de Advies- en arbitragecommissie heeft bindende kracht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2016-5340.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.