Vaststelling van de Regeling ambtshalve beleid 2017

 

De ambtenaar belast met de heffing van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

 

(AH 16/08)

 

Overwegende dat het gewenst is beleid vast te stellen inzake het ambtshalve in behandeling nemen van bezwaarschriften en het ambtshalve verminderen van belastingaanslagen;

dat het wenselijk is om de bestaande beleidsregels aan te passen met het oog op de naamswijziging van “Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht” in “Waterschap Amstel, Gooi en Vecht”;

gelet opartikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 123 lid 2 en 3 onderdeel b en 134 van de Waterschapswet;

 

besluit vast te stellen de volgende Regeling ambtshalve beleid 2017.

 

Artikel 1 Reikwijdte en definities

1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel 113 van de Waterschapswet.

2. In afwijking van lid 1, zijn deze beleidsregels niet van toepassing op belastingaanslagen in de watersysteemheffing gebouwd waaraan een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, lid 1, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is.

3. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuiste belastingaanslag of beschikking op de voet van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het verlenen van een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting als bedoeld in artikel 134 van de Waterschapswet;

b. de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede–aansprakelijke heeft betaald;

c. de vijfjaarstermijn: een termijn van vijf kalenderjaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan;

d. de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeld in artikel 125a, lid 2, onder a, van de Waterschapswet;

e. het bedrag van de vermindering: het bedrag waarmee de belastingaanslag ingevolge artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 134 van de Waterschapswet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Als bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daaraan toe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd;

f. de ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar van het waterschap bedoeld in artikel 123, lid 3, onder b, van de Waterschapswet;

g. de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van waterschapsbelastingen.Artikel 2 Ambtshalve in behandeling nemen bezwaarschriftenAls een bezwaarschrift buiten de daarvoor geldende wettelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht wordt ingediend, wordt dit ambtshalve in behandeling genomen, tenzij:

a. het bezwaarschrift na het verstrijken van de vijfjaarstermijn zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, onderdeel c van dit besluit is ingediend;

b. aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift ongebruikt heeft laten verstrijken.

 

Artikel 3 Ambtshalve vermindering

1. Als bij de afhandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift dat om andere redenen van formele aard niet–ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, wordt deze door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verminderd, tenzij sprake is van de gevallen als bedoeld in artikel 4.

2. Als een aanvraag, betrekking hebbend op een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling niet tijdig wordt gedaan, wordt deze vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verleend, tenzij sprake is van de gevallen als bedoeld in artikel 4.

 

Artikel 4 Geen ambtshalve vermindering

1. Als ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of de aanvraag, de vijfjaarstermijn is verstreken vindt geen ambtshalve vermindering plaats.

2. Een arrest van de Hoge Raad, een uitspraak van een Gerechtshof of van de rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet ligt besloten die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot ambtshalve vermindering als de belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan vóór de dag waarop het arrest van de Hoge Raad is gewezen dan wel de uitspraak van het Gerechtshof of de rechtbank is gedaan, tenzij et dagelijks bestuur op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

3. Hetgeen in lid 2 is bepaald, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en andere supranationale colleges.

4. Wijziging in het oordeel van het algemeen of dagelijks bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht over de wetstoepassing of het tot stand komen van nieuw beleid geeft geen aanleiding tot het ambtshalve verlenen van vermindering.

 

Artikel 5 Erfgenamen

Wanneer de belanghebbende is overleden treden zijn erfgenamen voor de toepassing van dit besluit in zijn plaats.

 

Artikel 6 Mededeling van toekenning en afwijzing

Zowel in het geval waarin ambtshalve vermindering wordt toegekend als in het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan. De mededeling wordt gedaan in de uitspraak op het bezwaarschrift dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.

 

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Regeling ambtshalve beleid 2017.

2. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2017.3. Bij het in werking treden van dit besluit wordt de Regeling ambtshalve beleid, vastgesteld op 7 december 2009, ingetrokken. Dit besluit blijft echter van kracht voor de heffing en invordering van aanslagen die zijn vastgesteld vóór 1 januari 2017.

 

Amsterdam, 15 december 2016,de ambtenaar belast met de heffing

I.M. de Boer – de Wolf.

 

Naar boven