De Verenigde Vergadering van
Delfland
,
op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van 27 oktober 2015, kenmerk 42464;
gelezen het positieve advies van de commissie Bestuur, organisatie en bedrijfsvoering;
gelet op:
- -
artikel 144 van de Waterschapswet;
- -
de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke- en waterschapsbelastingen;
- -
de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
besluit:
vast te stellen de navolgende
Verordening
Kwijtscheldingsregeling Delfland 2016,
onder gelijktijdige buitenwerkingstelling van de verordening Kwijtscheldingsregeling Delfland 2013 voor de periode vanaf de datum dat deze nieuwe verordening van kracht zal zijn.
Artikel 1 Definities
- a.
Onder waterschapsbelastingen worden verstaan de waterschapsbelastingen genoemd in hoofdstukken XVI, XVII en XVIIb van de Waterschapswet en de belastingen genoemd in hoofdstuk 7, § 1, artikel 7.2 van de Waterwet, alsmede de belastingen waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten door het waterschap geschiedt;
- b.
Onder ministeriële regeling wordt verstaan de door de staatssecretaris van Financiën ter uitvoering van de Invorderingswet 1990 vastgestelde ‘Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990’;
- c.
Onder uitoefening van bedrijf of beroep wordt verstaan het zelfstandig uitoefenen van een bedrijf of een beroep, zoals ZZP’ers.
Artikel 2 Toepassing
Deze regeling is van toepassing op een verzoek om kwijtschelding van waterschapsbelastingen verschuldigd door een natuurlijk persoon die:
- a.
niet handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf;
- b.
op grond van het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen 2004 een uitkering ontvangt, waarbij het kwijtscheldingsverzoek geen betrekking heeft op waterschapsbelastingen die verband houden met zijn uitoefening van een bedrijf of beroep.
Artikel 3 Omvang
Op de voet van afdeling 7 van Hoofdstuk II van de ministeriële regeling wordt kwijtschelding uitsluitend verleend voor de volgende waterschapsbelastingen:
- a.
de watersysteemheffing als bedoeld in artikel 117, aanhef en onder a, van de Waterschapswet;
- b.
de zuiveringsheffing ter zake van het afvoeren van stoffen vanuit een woonruimte (ten behoeve van het zuiveren van afvalwater) als bedoeld in artikel 122d, eerste en tweede lid onder a, van de Waterschapswet;
- c.
de verontreinigingsheffing ter zake van lozen vanuit een woonruimte als bedoeld in artikel 7.2, derde lid onder a, van de Waterwet.
Artikel 4 Zuiveringsheffing
In afwijking van artikel 3, onderdelen b. en c., zal in 2016 nog 50 procent van de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing kunnen worden kwijtgescholden. In 2017 is kwijtschelding van de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing niet meer mogelijk.
Artikel 5 Kwijtscheldingsnorm
Bij het verlenen van kwijtschelding worden voor de berekening van de kosten van bestaan de percentages, vermeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, gesteld op 100.
In afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, worden de kosten van bestaan voor een echtpaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en bijstand, die de pensioengerechtigde leeftijd, als bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene ouderdomswet heeft bereikt, gesteld op ten hoogste 100 procent van het toepasselijke bruto-ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 9, zesde lid, van die wet, verminderd met de verschuldigde loonbelasting, de premies voor de volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, en verhoogd met het eerste bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, voor een echtpaar waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, of het bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, of voor een echtpaar waarvan een van de echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Artikel 6 Kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt mede in aanmerking genomen de overeenkomstig artikel 1.7, eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen bepaalde kosten van kinderopvang verminderd met de kinderopvangtoeslag of met de tegemoetkoming van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de te betalen kosten van kinderopvang, bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 2, van die wet.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Kwijtscheldingsregeling Delfland 2016’.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 november 2015.
De verenigde vergadering voornoemd,
de Secretaris, de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. M.A.P. van Haersma Buma