Bekendmaking besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009:
 
  • 1.
    ‘het leggen en behouden van kabels en leidingen’, en;
  • 2.
    ‘het verwijderen van kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting’
     
Deze bekendmaking vervangt de op 6 november 2014 geplaatste publicatietekst voor dit besluit, zonder terugwerkende kracht.
 
Het waterschap streeft naar beperking van regelgeving tot een noodzakelijk minimum. Voor de meest voorkomende werkzaamheden langs watergangen is op dit moment nog een watervergunning vereist. Er zijn echter veel voorkomende werkzaamheden die onder voorwaarden kunnen worden toegestaan zonder watervergunning. Het waterschap wil deze werkzaamheden zo veel mogelijk reguleren via algemene regels. Hiermee worden tijdrovende en onnodige vergunningprocedures voorkomen.
 
De algemene regels behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 hebben als doel de regeldrukte verminderen. De volgende algemene regels zijn vastgesteld:
  • 1.
    het leggen en behouden van kabels en leidingen;
  • 2.
    het verwijderen van kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting.
 
Het besluit tot wijziging van deze algemene regels is op 9 september 2014 vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel en is hieronder digitaal te raadplegen. De algemene regels zijn ook te raadplegen via ww.wrij.nl/thema'/actueel/bekendmakingen.
 
Geen mogelijkheid tot instellen beroep
Tegen de definitieve vaststelling van de algemene regels is geen beroep bij de rechtbank mogelijk.
 
Meer informatie?
Voor meer informatie over de algemene regels, kunt u contact opnemen met
mevrouw J. Polman, 0314-369732 of mevrouw A. Jaakke, 0314-369776.
 
Besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009
 
Het college van dijkgraaf en heemraden;
 
gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c, artikel 3.8 en artikel 3.13 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;
 
besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.
 
Besluit tot wijziging
De algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op 17 december 2009, worden als volgt gewijzigd:
 
In afdeling ll wordt artikel 2 (inclusief toelichting) in zijn geheel vervangen door een nieuw artikel 2 (inclusief toelichting), luidende:
 
Het leggen en behouden van kabels en/of leidingen langs of onder een watergang
 
Artikel 2 Vrijstelling vergunningplicht
Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a, c en lid 4 sub a en c van de keur, voor het aanleggen en/of behouden van kabels en leidingen voor zover:
  • a.
    deze worden gelegd of behouden, onder of langs watergangen, behoudens:
1. watergangen die met de functie HEN, SED en natte EVZ zijn aangegeven in het Waterbeheerplan van Waterschap Rijn en IJssel en;
2. watergangen waar een kade langs is gelegen.
  • b.
    deze niet binnen de kern-, beschermings- en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade wordt gelegd;
  • c.
    deze de watergang niet anders dan over en/of onder een dam met duiker, een brug of middels een gestuurde boring wordt gekruist (een open ontgraving in de watergang is vergunningplichtig);
  • d.
    bij een kruising door middel van een gestuurde boring, de kabel of leiding minimaal 10,00 meter van een kunstwerk ligt;
  • e.
    bij een kruising door middel van een gestuurde boring, de kortst mogelijke weg onder de watergang wordt toegepast;
  • f.
    bij een kruising door middel van een gestuurde boring de kabel, leiding of mantelbuis op een diepte van minimaal 1,00 meter beneden het leggerprofiel van de watergang wordt aangebracht;
  • g.
    de diameter van een kabel en/of leiding niet groter is dan 0,30 meter;
  • h.
    bij kabels of leidingen in de lengterichting langs een watergang, de afstand tot de insteek van de watergang zo groot mogelijk is, maar minimaal 1,00 meter en de kabel of leiding bij een open ontgraving op minimaal 1,00 meter beneden maaiveld wordt gelegd;
  • i.
    er geen markeringsbordjes binnen de kern- en/of beschermingszone van de watergang worden geplaatst.
 
Artikel 2a voorschriften
Degene die kabels of leidingen aanlegt en/of behoudt als bedoeld in artikel 2:
  • 1.
    vult direct na het aanleggen de ontgraving aan;
  • 2.
    zorgt dat de werkzaamheden, eenmaal gestart, onafgebroken worden voortgezet;
  • 3.
    verdicht de sleuf en/of het in- en uittredepunt na de werkzaamheden onmiddellijk en werkt deze af in de oorspronkelijke staat;
  • 4.
    herstelt beschadigingen en verzakkingen aan de watergang, taluds, werkpaden en/of (kunst)werken die optreden tijdens de werkzaamheden en/of binnen één jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden in oorspronkelijke constructie en toestand;
  • 5.
    legt bij een kruising aan de bovenzijde van een duiker, een kabel of leiding met een gronddekking van tenminste 0,5 meter;
  • 6.
    meldt een breuk en/of lekkage van een leiding onmiddellijk bij het waterschap en treft maatregelen om verdergaande lekkage te voorkomen. De gevolgen van de breuk en/of lekkage worden direct en volledig hersteld;
  • 7.
    verwijdert kabels en leidingen die buiten gebruik worden gesteld.
 
Artikel 2b meldplicht
1. Degene die op grond van artikel 2 is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het aanleggen en/of behouden van kabels en leidingen, is verplicht dit te melden aan het waterschap en:
a. zorgt dat de melding uiterlijk vier weken voor de geplande aanvang van de handelingen door het waterschap is ontvangen.
b. voert handelingen pas uit nadat het waterschap de ontvangst van de melding heeft bevestigd;
2. De melding vervalt indien niet binnen één jaar na dagtekening van de melding is gestart met de uitvoering van de gemelde werkzaamheden.
Artikel 2c overgangsrecht
1. Indien voor bestaande kabels en/of leidingen, bedoeld in artikel 2, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning krachtens artikel 3.1 lid 1 sub a en c en lid 4 sub a en c van de Keur is verleend, dan blijft deze watervergunning en de daaraan verbonden voorschriften onverkort in stand;
2. Indien voor kabels en/of leidingen, bedoeld in artikel 2, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beslist, wordt die aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in artikel 3.
 
Toelichting (Afdeling ll)
Artikelsgewijs
 
Artikel 2
Op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, c en d en lid 4 sub a en c van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, is het verboden zonder watervergunning gebruik te maken van de kernzone en/of beschermingszone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken aan te brengen, werkzaamheden te verrichten, of stoffen of voorwerpen te brengen of te hebben op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen. Op grond van artikel 3.13 van de Keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.
De begrippen die zijn gedefinieerd in de keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:
kabels en leidingen: alle kabels en leidingen die geen lozingswerk zijn. Hieronder valt ook het inblazen van kabels en leidingen in een bestaand kabel- of leidingen tracé. ; 
gestuurde boring: een sleufloze boortechniek, persing of boogzinker waarbij obstakels zoals oppervlaktewaterlichamen of wegen diep onder het maaiveld worden gepasseerd; 
open ontgraving: het opengraven van de grond om de kabel en/of leiding aan te kunnen leggen. Open ontgravingen die de watergang kruisen (waarvoor de watergang moet worden afgedamd), zijn niet toegestaan.
Deze algemene regel geldt voor de aanleg en/of het behouden van kabels en leidingen langs en onder watergangen, zolang de watergang niet middels een open ontgraving wordt gekruist. De bestaande algemene regel voor het leggen van kabels en leidingen middels een gestuurde boringen (voorheen artikel 2 van Afdeling ll van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel) vervalt, omdat gestuurde boringen zijn geïntegreerd in deze algemene regel. De kabels en leidingen moeten voldoen aan de regels die daaraan zijn gesteld (bijv. de Telecommunicatiewet) ten aanzien van het leggen en behouden van kabels en leidingen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met andere wet- en regelgeving, zoals de Flora- en faunawet en het Besluit bodemkwaliteit
 
De algemene regel geldt niet indien de kabel of leiding wordt aangelegd binnen de kern-, beschermings- en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade. Kabels en leidingen moeten in verband met risico’s voor de veiligheid van de waterkering en kade zoveel mogelijk worden voorkomen. In deze gevallen geldt altijd de vergunningplicht.
 
Het leggen van kabels en leidingen langs, onder watergangen en hun beschermingszone komt zeer veel voor. De aanleg van kabels en leidingen kan leiden tot verstoring van de afvoer van watergangen en aantasting van voorzieningen en waarden in en om de watergangen, zoals beschoeiingen en bomen en struiken. Daarom geldt deze algemene regel niet wanneer de kabel of leidingen de watergang kruist door middel van een open ontgraving. In dat geval blijft de vergunningplicht gelden. Het leggen en/of behouden van kabels en leidingen onder en langs een watergang is niet toegestaan indien het een watergang betreft met een natuurfunctie (HEN/SED/natte EVZ), zoals aangegeven in het Waterbeheerplan Waterschap Rijn en IJssel. Bij deze wateren moet ruimte blijven voor toekomstige ontwikkelingen, zoals de aanleg van een plas- drasoever of (her)meandering. Deze ontwikkelingen kunnen belemmerd worden door de aanwezigheid van een ondergrondse kabel of leiding. Voor deze watergangen blijft dan ook de vergunningplicht gelden. Bij een gestuurde boring moet de boring haaks op de watergang worden uitgevoerd. Alleen als dit vanwege obstakels niet mogelijk is, wordt de boring via de kortst mogelijke weg gerealiseerd.
 
Kabel en/of leidingen met een diameter groter dan 0,30 meter vallen niet onder deze algemene regel. Ook hiervoor blijft de vergunningplicht gelden. Markeringsbordjes die de ligging van de kabel en/of leiding aanduiden, zijn niet toegestaan in de kern- en/of beschermingszone van de watergang, omdat de kans op beschadiging door onderhoud aan de watergang aanwezig is (hiervoor is een watervergunning noodzakelijk).
 
Artikel 2a voorschriften
Indien de werkzaamheden vallen onder de criteria van deze algemene regel, dan zijn hieraan een aantal voorschriften verbonden. Om te voorkomen dat het waterschap of derden schade toebrengen aan de kabels en/of leidingen, door bijvoorbeeld onderhoud van de watergang, moeten kabels en leidingen die in de lengterichting langs een watergang worden gelegd, op een minimale diepte van 1,00 meter onder maaiveld worden gelegd en de afstand tot de insteek van de watergang is minimaal 1,00 meter. Het aanvullen en verdichten van de sleuf moet gelijktijdig en gelijkmatig worden uitgevoerd met zoveel mogelijk dezelfde dichtheid als de omringende niet geroerde grondslag, zodat geen zettingsverschillen ontstaan.
De melder is verplicht op verzakkingen te herstellen, die zijn ontstaan binnen een jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden. Deze verplichting geldt één jaar, zodat het waterschap kan beoordelen of het werk onder alle seizoenen onveranderd blijft. Voor het bepalen van de datum van gereedkomen van de werkzaamheden, wordt uitgegaan van de gegevens zoals zijn aangegeven in de melding.
 
Artikel 2b meldplicht
Het is van belang dat de ingrepen in de watergang goed worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de uitgevoerde werkzaamheden.
Om deze reden is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen. Het is aan te raden om mogelijke belanghebbende, voorafgaand aan de werkzaamheden, daarvan in kennis te stellen.
De melding kan digitaal en schriftelijk (zolang de wet digitaal indienen niet verplicht) worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl.
 
Besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009
Het college van dijkgraaf en heemraden;
gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en lid 4 sub a, b en c, artikel 3.8 en artikel 3.13 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;
besluit tot wijziging van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.
 
Besluit tot wijziging
De algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op
17 december 2009, worden als volgt gewijzigd:
In afdeling ll wordt een artikel 7 ingevoegd (inclusief toelichting), luidende:
Het verwijderen van kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting uit de kern- en beschermingszone van watergangen
Artikel 7 Vrijstelling vergunningplicht
Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en lid 4 sub a, b en c van de keur, voor het verwijderen van een of meerdere van kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting, voor zover:
a. deze niet binnen de kern-, beschermings- en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade zijn gelegen;
b. de watergang tijdens de werkzaamheden niet wordt afgedamd;
c. deze worden verwijderd door of vanwege de (constructief) onderhoudsplichtige(n) of (kadastraal) eigenaar;
d. de (kunst)werken geen onderdeel zijn van de onderhoudsroute van het waterschap;
e. het geen peil regulerend (kunst)werk is;
  •  
Artikel 7a voorschriften
Degene die een of meerdere kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting verwijdert als bedoeld in artikel 7:
1. verwijdert deze volledig uit de kern- en/of beschermingszone van de watergang, inclusief bijbehorende werken en eventuele landhoofden en/of fundaties;
2. zorgt dat de werkzaamheden, eenmaal gestart, onafgebroken worden voortgezet;
3. werkt de watergang ter plaatse van het verwijderde kunstwerk, werk, object en/of beplanting zodanig af dat deze aansluit op het aanliggende profiel en werkt de waterbodem egaal af;
4. voorkomt peilwijzigingen tijdens en als gevolg van de werkzaamheden en zorgt ervoor dat de doorstroming van de watergang gegarandeerd is;
5. herstelt beschadigingen en verzakkingen aan de watergang, taluds, werkpaden en/of (kunst)werken die optreden als gevolg van de werkzaamheden en/of binnen één jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden in oorspronkelijke constructie en toestand;
6. is verantwoordelijk voor eventuele vervolghandelingen die als gevolg van de werkzaamheden ontstaan;
Artikel 7b meldplicht
1. Degene die op grond van artikel 7 is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting, is verplicht dit te melden aan het bestuur en:
a. zorgt dat de melding uiterlijk vier weken voor de geplande aanvang van de handelingen door het waterschap is ontvangen.
b. voert handelingen pas uit nadat het waterschap de ontvangst van de melding heeft bevestigd;
2. De melding vervalt indien niet binnen één jaar na dagtekening van de melding is gestart met de uitvoering van de gemelde werkzaamheden.
3. Afdeling V van de Algemene regels, nadere regels en verplichtingen is niet van toepassing op dit artikel.
4. De melding gaat vergezeld van:
a. de naam, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van de melder;
b. een omschrijving van de aard, de omvang, de reden en het doel van de voorgenomen handeling;
c. de start- en einddatum van de werkzaamheden;
d. een situatietekening met kadastrale gegevens, waarop duidelijk de locatie van het te verwijderen kunstwerk, werk, object en/of beplanting, staat afgebeeld;
e. de naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de gemachtigde, indien de melding wordt gedaan door een gemachtigde;
f. naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de uitvoerder, indien de handeling wordt uitgevoerd door een ander dan de aanvrager.
5. Indien een wijziging optreedt in de gegevens, bedoeld in het vierde lid, doet de meldplichtige daarvan onverwijld mededeling aan het waterschap.
 
Artikel 7c overgangsrecht
1. Indien voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting, bedoeld in artikel 7, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning krachtens artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en/of lid 4 sub a, b en c van de Keur is verleend, dan blijft deze watervergunning en de daaraan verbonden voorschriften onverkort in stand;
2. Indien voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting, bedoeld in artikel 7, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beslist, wordt die aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in artikel 7b.
 
Toelichting op de algemene regel
Artikelsgewijs
 
Algemeen
Op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en lid 4 sub a, b en c van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone en/of beschermingszone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken aan te brengen of te verwijderen, werkzaamheden te verrichten of opgaande (hout)beplantingen aan te brengen of te hebben, dan wel aanwezige (hout)beplanting te beschadigen of te verwijderen. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden, moet rekening worden gehouden met de bepalingen uit de Flora- en faunawet en overige wet- en regelgeving.
 
De begrippen die zijn gedefinieerd in de keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels.
 
Artikel 7 criteria
Deze algemene regel geldt niet voor de kern-, beschermings- en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade. De risico’s op schade aan deze waterstaatswerken bij het verwijderen zijn te groot om te reguleren in algemene regels. Hiervoor blijft de vergunningplicht van kracht.
De algemene regel voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting geldt alleen indien de werkzaamheden plaatsvinden in de kern- en/of beschermingszone van een watergang. Daarnaast geldt deze algemene regel alleen indien de verwijdering plaatsvindt door de (constructief) onderhoudsplichtige, zoals vastgelegd in de legger/beheerregister van Waterschap Rijn en IJssel, of door de (kadastraal) eigenaar (indien het werk, object of beplanting niet is opgenomen in de legger). Het verwijderen van deze werken heeft over het algemeen een positief effect op de waterhuishouding en doelmatig onderhoud door of vanwege het waterschap, met name omdat daardoor de doorstroming van het water verbetert en het aantal obstakels voor het uitvoeren van het onderhoud vermindert. Het belang van het waterschap bij het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, werken, objecten en/of beplanting is er in gelegen dat de watergang na het verwijderen in goede staat wordt hersteld en de doorstroming gewaarborgd blijft. De risico's bij het verwijderen van een kunstwerk, werk, object en/of beplanting zijn zo gering dat kan worden volstaan met een algemene regel. Peil regulerende kunstwerken (zoals (knijp)stuwen, vaste overlaten en of overige knijpconstructies) of kunstwerken die onderdeel uitmaken van een onderhoudsroute (veelal dammen met duikers of bruggen), vallen niet onder deze algemene regel, hiervoor geldt altijd de vergunningplicht. Dit om mogelijke negatieve invloeden op de waterhuishouding te voorkomen.
Het is raadzaam voor een ieder die grondwerkzaamheden uitvoert, om vooraf aan de werkzaamheden een Klic melding te doen, zodat duidelijk is of er kabels en leidingen ter plaatse aanwezig zijn.
Artikel 7a voorschriften
Indien de werkzaamheden vallen onder de criteria van deze algemene regel, dan zijn hieraan een aantal voorschriften verbonden. De melder is bijvoorbeeld verplicht om verzakkingen van de taluds te herstellen, die zijn ontstaan tijdens de werkzaamheden of binnen één jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden. Deze verplichting geldt één jaar, zodat het waterschap kan beoordelen of het werk onder alle seizoenen onveranderd blijft. Voor het bepalen van de datum van gereedkomen van de werkzaamheden wordt uitgegaan van de gegevens zoals zijn aangegeven in de melding.
De melder is ook verantwoordelijk voor eventuele vervolghandelingen als gevolg van het verwijderen van een werk. Daarbij kan worden gedacht aan kabels en leidingen die bloot komen te liggen door het verwijderen van een dam met duiker. Deze kabels en leidingen moeten in de bodem worden gebracht met voldoende gronddekking en de juiste afwerking
Het aanvullen en verdichten van de grond moet gelijktijdig en gelijkmatig worden uitgevoerd met zoveel mogelijk dezelfde dichtheid als de omringende niet geroerde grondslag, zodat geen zettingsverschillen ontstaan. Indien grond wordt toegepast, dan is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.
Artikel 7b meldplicht
Het is van belang dat de ingrepen in de watergang goed worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de uitgevoerde werkzaamheden. Om deze reden is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen. Het is aan te raden om mogelijke belanghebbende, voorafgaand aan het verwijderen van het werk, daarvan in kennis te stellen.
De melding kan digitaal en schriftelijk (zolang de wet digitaal indienen niet verplicht) worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl.
 
 
Naar boven