Waterschapsblad van Waterschap Brabantse Delta
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Brabantse Delta | Waterschapsblad 2015, 10135 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Brabantse Delta | Waterschapsblad 2015, 10135 | Overige overheidsinformatie |
Bekendmaking Invorderingsbeleid waterschap Brabantse Delta
Het waterschap Brabantse Delta kent vorderingen op particulieren en bedrijven. Deze vorderingen bestaan uit publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke vorderingen.
Publiekrechtelijke vorderingen
Deze vorderingen zijn gebaseerd op met name wetgeving en verordeningen. Het zijn vorderingen voortkomend uit de uitoefening van de publiekrechtelijke taak. De publiekrechtelijke vorderingen zijn voor het waterschap te verdelen in twee categorieën:
Privaatrechtelijke vorderingen
Deze vorderingen komen voort uit overeenkomsten naar burgerlijk recht, tot dienstverlening of leveringen van producten door het waterschap aan derden, waarvoor het waterschap een vergoeding factureert. Voorbeelden hiervan zijn vorderingen die voortkomen uit het beheer van eigendommen van het waterschap zoals huur, pacht, jacht- en visrecht, verhaal schade aan eigendommen van het waterschap en vorderingen op andere overheden voor door het waterschap verleende dienstverlening.
Het proces van invorderen begint nadat facturering door het waterschap heeft plaatsgevonden. De invordering is dus te beschouwen als het sluitstuk van de facturering.
1.2 Aanleiding voor invorderingsbeleid
De aanleiding voor het invorderingsbeleid is gelegen in:
Het waterschap heeft nog geen expliciet geformuleerd beleid ten aanzien van bovenvermelde invordering van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke vorderingen. Er bestaan wel wettelijke kaders die vanzelfsprekend worden nageleefd. In de praktijk wordt gewerkt met "historisch" gegroeide procedures en routines. Een strak geregeld invorderingsproces met tijdige en consistente invorderingsmaatregelen is een belangrijke vereiste voor het succesvol innen van vorderingen.
Een deel van de vorderingen wordt niet voor de vervaldatum betaald. Dit leidt tot mogelijke gemiste opbrengsten bij het waterschap. Om toch tot inning te komen zijn nadere invorderingsmaatregelen noodzakelijk. In dit beleidsstuk worden de regels hieromtrent beschreven.
Door een invorderingsbeleid te hebben en daarna te handelen, wordt voorkomen dat het beeld ontstaat dat het waterschap geen actie onderneemt bij het niet betalen van openstaande rekeningen. Dit is met name ook van belang voor de invorderingen van beschikkingen die zijn opgelegd in het kader van handhaving.
Bij het vaststellen van het invorderingsbeleid is gestreefd naar formulering van een kort en krachtig beleidsstuk. Het beleidsstuk heeft in de eerste plaats gebruikswaarde voor de medewerkers die met invordering zijn belast, maar ook voor het bestuur en het management. In de tweede plaats heeft dit beleidsstuk ook een externe werking in de richting van de schuldenaren. Het invorderingsbeleid heeft als doel:
Het volgens vaste processen, tijdig en uniform, openstaande bedragen invorderen, zonder de klantgerichtheid uit het vizier te verliezen.
2.2.1 Algemene wet bestuursrecht
Bij het invorderen worden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht genomen. Tot de voornaamste algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden gerekend de beginselen van gelijkheid, motivering, rechtszekerheid en zorgvuldigheid.
A. Publiekrechtelijke vorderingen
De heffing van leges is gebaseerd op de door het algemeen bestuur vastgestelde Legesverordening van het waterschap. Voor de invordering van leges gelden de Invorderingswet 1990, de daarbij behorende Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Leidraad Invordering van de Belastingsamenwerking West-Brabant als belangrijkste wettelijke kaders.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bestuurlijke sancties op te leggen, om o.a. de regels in de keur te handhaven. Deze bestuurlijke sancties kunnen bestaan uit een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom. In titel 4.4. (bestuursrechtelijke geldschulden) en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn bepalingen opgenomen voor bestuurlijke sancties en de invordering ervan. De verplichting tot betaling van een geldsom wordt in beginsel bij beschikking vastgesteld. Deze geldsom wordt een bestuursrechtelijke geldschuld genoemd.
B. Privaatrechtelijke vorderingen
Voor de privaatrechtelijke vorderingen gelden het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek (BW) als belangrijkste wettelijke kaders.
Het waterschap heeft geen bijzondere bevoegdheden ten opzichte van natuurlijke en rechtspersonen ter zake van de invordering van privaatrechtelijke vorderingen, zoals dat bij publiekrechtelijke vorderingen wel het geval is. Eén van de belangrijkste gevolgen hiervan is dat het waterschap in het invorderingsproces geen recht van parate executie heeft, maar gebruik zal moeten maken van gerechtsdeurwaarders en gerechtelijke vonnissen.
Dit document voorziet in algemeen beleid ten aanzien van de wijze waarop het waterschap handelt bij publiek- en privaatrechtelijke vorderingen. Daar waar in specifieke omstandigheden dit beleidsstuk niet voorziet, wordt verwezen naar de ter zake doende wet- en regelgeving.
Vanuit de debiteurenadministratie wordt omstreeks 7 werkdagen na de vervaldatum van de factuur c.q. nota door de afdeling Financiën een herinnering verstuurd.
A. Publiekrechtelijke vorderingen
Er wordt een schriftelijke herinnering verzonden naar de schuldenaar met daarin het verzoek om binnen twee weken na dagtekening te betalen. Hierin wordt vermeld dat indien betaling achterwege blijft er bij de aanmaningsbrief kosten in rekening worden gebracht.
B. Privaatrechtelijke vorderingen
Er wordt een schriftelijke herinnering verzonden naar de schuldenaar met daarin het verzoek om binnen twee weken na dagtekening te betalen.
Vanuit de debiteurenadministratie wordt omstreeks 7 werkdagen na de vervaldatum van de herinnering door de afdeling Financiën een aanmaning verstuurd.
A. Publiekrechtelijke vorderingen
Indien een schuldenaar niet binnen de in de herinnering opgenomen betalingstermijn heeft betaald, wordt een aanmaning verzonden aan de debiteur met het verzoek deze binnen twee weken na dagtekening van de aanmaning te betalen (artikel 11 Invorderingswet).
Het tarief voor een aanmaning is opgenomen in artikel 2 van de Kostenwet invordering rijksbelastingen.
Indien een schuldenaar niet binnen de in de herinnering opgenomen betalingstermijn heeft betaald, wordt een aanmaning verzonden aan de debiteur met het verzoek deze binnen twee weken na dagtekening van de aanmaning te betalen (artikel 4:112 Algemene wet bestuursrecht).
Het tarief voor een aanmaning is opgenomen in artikel 4:113 van de Algemene wet bestuursrecht.
De aanmaning wordt voor zowel leges als publiekrechtelijke geldschulden, per reguliere post verzonden.
B. Privaatrechtelijke vorderingen
Als de schuldenaar een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, is het wettelijk verplicht deze minimaal één kosteloze aanmaning te sturen. Zonder deze brief, mogen geen incassokosten aan de schuldenaar worden doorberekend. In deze kosteloze aanmaning wordt het bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten vermeld die in rekening wordt gebracht bij niet tijdig betalen. Dit bedrag komt overeen met de maximale incassovergoeding opgenomen in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. In deze kosteloze aanmaning dient ook te worden vermeld dat de incassokosten met btw wordt verhoogd, omdat het waterschap de btw niet kan verrekenen.
Als de schuldenaar geen natuurlijk persoon is of een natuurlijk persoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt ook deze kosteloze aanmaning verzonden. Dit is wettelijk niet verplicht. Als er over de incassokosten geen afspraken zijn gemaakt, bijvoorbeeld in de overeenkomst, is het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing.
De verzending van de kosteloze aanmaning vindt aangetekend plaats, zodat aangetoond kan worden dat deze brief is verzonden.
Indien er na de vervaltermijn van de aanmaning c.q. de kosteloze aanmaning geen of een deel van de betaling is ontvangen wordt de vordering in handen gesteld van een gerechtsdeurwaarder (bestuursrechtelijke geldschulden en privaatrechtelijke vorderingen) dan wel een belastingdeurwaarder (leges). Dit gebeurt in overleg met de vakinhoudelijke afdeling. Voordat de gerechtsdeurwaarder ingeschakeld kan worden bij de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden, zal de vakafdeling een dwangbevel opstellen dat door het dagelijks bestuur getekend wordt.
5 Uitstel van betaling en betalingsregelingen
Uitstel van betaling kan verleend worden indien er bezwaar of beroep is ingediend. Het verzoek wordt niet automatisch toegekend, maar wordt per situatie beoordeeld. Bij een verzoek om uitstel van betaling dient een berekening te worden meegestuurd van het bedrag dat wordt betwist. Er wordt geen uitstel van betaling verleend voor het bedrag waartegen geen bezwaar of beroep is gemaakt. Het uitstel geldt tot het moment van uitspraak op het bezwaar, dan wel het beroep.
Uitstel van betaling wordt verleend bij beschikking door het hoofd van de afdeling Financiën. Voorafgaand aan het verlenen van uitstel van betaling vindt overleg met de vakafdeling plaats.
Op schriftelijk of telefonisch verzoek van de schuldenaar kan een betalingsregeling voor de betalingsachterstand
worden getroffen met een looptijd tot maximaal twaalf maanden. Ter bevestiging wordt er altijd een beschikking betalingsregeling toegezonden. Gedurende de looptijd van de betalingsregeling wordt niet aangemaand of ingevorderd.
Voor bestuursrechtelijke geldschulden die zijn vastgesteld bij beschikking in het kader van handhaving, wordt geen betalingsregeling getroffen.
In het geval van regelmatige verzoeken om een betalingsregeling van dezelfde schuldenaar kan schriftelijk om meer informatie verzocht worden aangaande de persoonlijke situatie van betrokkene. Te denken valt aan inkomsten- en vermogensspecificaties.
Een betalingsregeling komt per direct te vervallen:
Aan de schuldenaar wordt schriftelijk medegedeeld dat de regeling per direct buiten behandeling is gesteld, waarna het invorderingstraject wordt hervat.
Betalingsregelingen worden verleend bij beschikking door het hoofd van de afdeling Financiën.
7 Invorderingsrente/ wettelijke rente
Publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke vorderingen
Bij overschrijding van de laatste betalingstermijn wordt aan de schuldenaar invorderingsrente c.q. wettelijke rente in rekening gebracht. Het rentebedrag wordt bij een voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld. De invorderingsrente c.q. wettelijke rente is niet verschuldigd indien het rentebedrag bij enige of laatste betaling minder bedraagt dan € 25,-.
8 Mate van invordering en buiten invordering stellen
Voor alle vorderingen geldt het principe dat elke vordering, ongeacht het bedrag, wordt ingevorderd. Redenen hiervoor zijn het beginsel van gelijke behandeling van elke vordering en duidelijk signalen afgeven dat iedere vordering wordt bewaakt en invorderingsstappen worden ondernomen om elk bedrag te innen.
Bij vorderingen waarvan besloten is af te zien van verdere invordering of waarvan verdere invordering onmogelijk is , gaat het dagelijks bestuur over tot oninbaar verklaring van de vordering. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheid mandateren.
Minimaal eens per kwartaal maakt de medewerker Financiën een lijst op van openstaande facturen die, ondanks alle mogelijke invorderingsmaatregelen, niet te innen zijn. Alvorens het voorstel ter parafering zal worden voorgelegd aan degene die bevoegdheid is om de vorderingen oninbaar te verklaren, wordt de vakinhoudelijke afdeling waarvan de factuur afkomstig is, gehoord.
Redenen voor oninbaar lijden zijn:
faillissement, vertrokken onbekend waarheen, vertrokken naar het buitenland, Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, minnelijke schuldregeling (finale kwijting), kosten/baten (bedrag te laag om dwanginvordering toe te passen), overleden, erven onbekend of erfenis verworpen, geen verhaal.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2015-10135.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.