Deze beleidsregel gaat over artikel 5.4 van de Keur Waterschap Rivierenland 2014:
Zonder vergunning van het bestuur is het verboden om een weg te gebruiken in strijd met het doel daarvan, veranderingen in de weg aan te brengen en/of om enig werk aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in of onder de weg.
Verklaring van een aantal begrippen
De begripsomschrijvingen zijn opgenomen in de toelichting van de keur.
Voor welke wegen geldt deze beleidsregel?
Deze beleidsregel heeft betrekking op alle wegen en wat daartoe behoort zoals fietspaden, wegbermen, kunstwerken e.d. die onder beheer vallen van het waterschap. Dat wegbeheer valt buiten de bebouwde kom in het gebied van Alblasserwaard en Vijfheerenlanden binnen het beheersgebied van het waterschap met uitzondering van de wegen in beheer bij het rijk en de provincie.
Raakvlakken met ander beleid
Het aanbrengen van veranderingen in de weg of wegberm en/of plaatsen of verwijderen van werken in de wegberm binnen de beschermingszone van oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen kan ook vergunningsplichtig zijn op grond van artikel 3.1 van de keur.
Toelichting op de beleidsregel
In artikel 5.4 van de Keur wordt voor 3 activiteiten een relatief verbod vastgesteld. Voor deze verboden activiteiten kan een vergunning worden verleend of kan het bestuur algemene regels opstellen.
Sub a: Verbod een weg te gebruiken in strijd met doel daarvan
Volgens deze bepaling mag de weg niet gebruikt worden voor iets waar de weg niet voor bedoeld is. Primair is de weg bedoeld om de noodzakelijke mobiliteit voor de samenleving mogelijk te maken. Echter naast dit verkeersdoel is er in de samenleving behoefte om de weg voor andere doeleinden te gebruiken. Een voorbeeld hiervan zijn evenementen.
Sub b: Verbod om veranderingen aan de weg aan te brengen
Volgens deze bepaling mogen geen veranderingen aan de weg aangebracht worden. Er mag dus niets veranderd worden aan de rijbanen, paden, trottoirs, bermen, stroken en parkeerplaatsen etc.. Er mag ook niks veranderd worden aan alles wat zich op en onder de weg bevindt (zie artikel 5.4). Deze bepaling ziet onder andere op het maken, hebben of wijzigen van een uitweg of het graven ,spitten of op andere wijze aantasten van de weg. Voorbeeld is het maken van een uitweg van een huis of bedrijf naar een weg.
Sub c: Verbod om enig werk aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in of onder de weg
Volgens deze bepaling mag er op, boven, in of onder de weg geen werk aangebracht, gehouden, veranderd of verwijderd worden. Het begrip ‘werk' is uitgewerkt in artikel 5.1. onder g van de Keur. Het leggen van kabels en leidingen en het plaatsen, aanbrengen van of hebben van kramen, tenten, kiosken en reclamezuilen zijn voorbeelden van werken die ook onder deze bepaling vallen.
Welke situaties vallen onder dit verbod?
Alle situaties waarin de weg wordt gebruikt in strijd met het doel ervan, de weg wordt veranderd, of wanneer er enig werk wordt aangebracht, gehouden, veranderd verwijderd op, in, boven, of onder de weg.
Voor deze verboden activiteiten bestaat de mogelijkheid een vergunning aan te vragen. De meeste vergunningen worden aangevraagd voor het maken van een uitweg, het plaatsen van borden (met constructie) en erfafscheidingen of het leggen van kabels en leidingen. De volgende onderwerpen worden hieronder nader uitgewerkt:
Er zijn echter nog veel meer situaties die onder deze bepaling vallen, zoals het houden van evenementen, het aanbrengen van of hebben van kramen, tenten en kiosken. Niet voor alle onderwerpen is een nadere uitwerking opgemaakt. Soms is er een algemene regel of zijn er onderliggende beleidsnota's. In de andere gevallen wordt getoetst aan het kader van de keur en de belangen die de keur beschermt.
Het is op grond van artikel 5.4 onder b verboden om zonder vergunning een uitrit aan te leggen of te wijzigen. Bij gebiedsontsluitingswegen (80 km/u wegen) is het uitgangspunt dat er geen uitritconstructies worden toegestaan. Ze verstoren het beeld en de functie van de weg en zijn daarom verkeersonveilig. Alleen als er geen andere mogelijkheid is om op een andere weg aan te sluiten en het de eerste uitrit van het perceel betreft, wordt een vergunning verleend. Bij erftoegangswegen (60 km/u wegen) is het uitgangspunt dat in principe één uitrit per gebruiksperceel wordt toegestaan. Als de uitrit voldoet aan de algemene regel WE 7 is een melding voldoende. In andere gevallen kan een vergunning worden aangevraagd. In de vergunning zal een afweging worden gemaakt tussen het belang van de noodzaak voor meerdere uitritten en de verkeersveiligheid.
2.Borden en andere uitingen
Het is verboden om zonder vergunning op grond van artikel 5.4 onder c borden te plaatsen op de weg. Uitgangspunt is dat geen borden op de weg mogen worden geplaatst. Voor onderstaande borden of uitingen kan vrijstelling van de vergunningsplicht worden verleend door een algemene regel waarvoor met een melding kan worden volstaan.
- 1.
toeristische en motto- en projectborden (een definitie is opgenomen in de algemene regel);
- 2.
borden bij evenementen (een definitie is opgenomen in de algemene regel).
Daarnaast kan er sprake zijn van de volgende borden:
- 1.
reclameborden of andere uitingen van reclame hebben geen direct functionele betekenis voor de weggebruiker. Aangezien reclame een afleidende werking kan hebben wordt voor dergelijke borden geen vergunning verleend;
- 2.
verkeersborden vallen niet onder de verbodsbepalingen van de Keur. Het plaatsen van verkeersborden is een handeling die gebeurt in het kader van wegbeheer. Onder verkeersborden vallen de borden als bedoeld in artikel 4 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (verder te noemen BABW).
Het is verboden om zonder vergunning op grond van artikel 5.4 onder c, kabels en leidingen aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in of onder de weg. Het betreft onder meer kabels en leidingen voor telecommunicatie, elektriciteitskabels, gasleidingen, waterleidingen en rioleringen. Voor deze werken en handelingen kan vergunning worden aangevraagd. Indien de werken onder een algemene regel vallen, kan van dit verbod vrijstelling worden verleend door een melding en acceptatie daarvan. Een uitzondering geldt voor werkzaamheden in verband met storingen en andere voorvallen die direct ingrijpen noodzakelijk maken. Deze werkzaamheden moeten via e-mail (ingravingen@wsrl.nl) worden gemeld en mogen starten zonder dat de melding schriftelijk wordt geaccepteerd.
In het gebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zijn altijd al veel bedrijven voor transport en logistiek geweest. Dit is dan ook een sector van groot economisch belang. Echter, om alle bedrijven in de regio te kunnen huisvesten, is veel ruimte nodig. Ruimte die gedeeld moet worden met landelijke gebieden, kleine kernen en infrastructuur. Het is dan ook belangrijk om op efficiënte wijze met de beschikbare ruimte om te gaan. Veel van deze bedrijven zijn verspreid over de regio en zijn veelal op locaties gevestigd die vanuit de huidige beleidsopvattingen minder gewenst zijn in het Groene Hart. Voor de gemeenten en de bewoners van het gebied vormt dit in toenemende mate een probleem. Hierdoor wordt het ook voor de bedrijven zelf steeds moeilijker om hun huidige bedrijfsvoering voort te kunnen zetten, laat staan uit te breiden. Op initiatief van zeven gemeenten is een vennootschap opgericht, waarin acht partijen samenwerken. De vennootschap de regionale ontwikkelingsmaatschappij ROM-S. ROM-S zet zich in voor kwaliteitsverbetering binnen de regio, op het gebied van transport en logistiek. Naast aanleg van diverse parkeerlocaties in de regio, hebben de gemeenten in de regio besloten een nieuw transport en logistiek centrum te ontwikkelen. Dit terrein biedt de logistieke sector in de regio nieuwe kansen. Dit transport logistiek centrum komt bij Schelluinen-west. Gelet op deze ontwikkelingen is in de APV van de gemeenten opgenomen dat het verboden is om binnen en buiten de bebouwde kom vrachtwagens te parkeren. Waterschap Rivierenland houdt bij zijn vergunningenbeleid rekening met deze regionale ontwikkelingen en staat niet toe dat er in de wegberm door vrachtwagens wordt geparkeerd, of voorzieningen hiervoor worden aangebracht.
In 2004 is de Beheervisie Houtachtige Vegetaties vastgesteld. Het gaat om een visie op het beheer van beplantingen in het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De beheervisie geeft gebiedsdekkend richtlijnen en handvatten voor aanleg, onderhoud en beheer van houtachtige beplantingen langs wegen en op waterkeringen in het gebied Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Het plan dient als beleidsstuk en als toetsingskader voor de op te stellen beheerplannen. Het plan heeft een looptijd van 10 jaar en behelst de periode 2004-2014. Vergunningaanvragen worden getoetst aan deze beheervisie.