De analyse van het monster geschiedt op de wijze zoals die is aangegeven in tabel B.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontsluiting volgens normblad
|
|
|
chemisch zuurstofverbruik
|
|
|
|
biochemisch zuurstofverbruik
|
|
|
|
som ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NEN-EN-ISO 13395, NEN 6604 of
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 ) De analyse volgens normblad NEN-ISO 15705 is toepasbaar voor onverdunde monsters met een gehalte aan zuurstofverbruik tot aan 1.000 mg/l en chloridenconcentraties die lager zijn dan 1.000 mg/l. Tevens dient aannemelijk te worden gemaakt dat de uitkomsten verkregen door analyse volgens NEN-ISO 15705 overeenkomen met de uitkomsten verkregen door analyses verricht volgens NEN 6633.
2 ) De analyse volgens normblad NEN-ISO 15705 heeft een aantoonbaarheidsgrens van 6 mg/l voor fotometrische detectie bij 600nm en 15 mg/l voor titrimetrische detectie (gebaseerd op één enkelvoudige meting van één laboratorium) wanneer cuvetten worden gebruikt met een bereik van maximaal 1.000 mg/l.
C
Berekeningsvoorschriften
I Berekeningswijze van het aantal vervuilingseenheden
Het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot het zuurstofverbruik wordt berekend door het totale aantal kilogrammen zuurstofverbruik van de in het kalenderjaar afgevoerde zuurstofbindende stoffen te delen door 54,8 kilogram.
Het aantal kilogrammen zuurstofverbruik van de gedurende een etmaal afgevoerde zuurstofbindende stoffen wordt berekend volgens de formule:
In deze formule wordt verstaan onder:
Q: het aantal m³ afgevoerd afvalwater per etmaal;
CZV: het chemisch zuurstofverbruik bepaald volgens de in onderdeel B van deze bijlage vermelde analysevoorschriften, in mg/l;
N–Kj: de som van ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof volgens de in onderdeel B van de deze bijlage vermelde analysevoorschriften, in mg/l.
II Indien de CZV–waarde voor ten minste 25% afkomstig is van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare stoffen in het afvalwater, wordt op die waarde een correctie toegepast door deze te vermenigvuldigen met de breuk (100 - T) : 75
T= het percentage CZV, afkomstig van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare stoffen.
III Bij de bepaling van het aantal etmalen in artikel 11, wordt gebruik gemaakt van de volgende formule:
n = het berekende aantal meetdagen;
N = het aantal dagen per jaar waar op wordt afgevoerd;
rho-n = spreidingspercentage in de meetwaarden, uitgedrukt ten opzichte van de gemiddelde hoeveelheid zuurstofverbruik van de onderzoeksresultaten gedurende het heffingsjaar;
tso = toelaatbare statistische onnauwkeurigheid = 35/e 0,000175*VeO
VeO = vervuilingswaarde van de afgevoerde zuurstofbindende stoffen.
Bij Wet van 18 december 2013 (Stb. 2014. 21) is de Waterwet op een aantal onderdelen gewijzigd. De wijzigingen raken onder meer de verontreinigingsheffing en bestaan uit het repareren van enkele omissies en het vervallen van de zware metalen en zouten als heffingsparameters. De wet is op 1 juli 2014 in werking getreden (Stb. 2014,155). In het verlengde daarvan moet de verordening verontreinigingsheffing op enkele onderdelen worden gewijzigd.
Behalve de verordening zelf moet ook Bijlage I ingrijpend worden aangepast. Omwille van doelmatigheid is gekozen voor een geheel nieuwe versie.
A In dit artikel wordt het tarief voor de heffing 2015 bepaald.
B Met de Invoeringswet Waterwet (Stb. 2009, 489) is “een openbaar vuilwaterriool” onbedoeld gewijzigd in “ een vuilwaterriool”. Met deze wijziging wordt dit hersteld.
C Met deze wijziging vervallen de zware metalen en de zouten als heffingsparameters.
D Dit betreft het herstel van een schrijffout.
E Met het vervallen van de zware metalen en de zouten als heffingsparameters vervallen ook de voorschriften ten aanzien van franchise, drempel en meetverplichting.
F Met het vervallen van de artikelen 15 en 16 wordt de vervuilingswaarde alleen nog bepaald op basis van de som van de aantallen vervuilingseenheden als berekend overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14.
G Met het aanpassen van artikel 22 wordt een voortvarende invordering van bedragen boven € 22.000,- bevorderd, al dan niet bij een combinatie-aanslagbiljet met gemeentelijke belastingen.
H Bijlage I is in zijn geheel vernieuwd. In de tabellen A en B zijn niet langer voorschriften met betrekking de zware metalen en zouten opgenomen. Voorts is in tabel B NEN-ISO 15705, de zogeheten cuvettenmethode opgenomen als analysemethode om het chemisch zuurstofverbruik te bepalen. Omdat deze methode, naast ingeval van hoger zuurstofverbruik en/of hogere chloridenconcentraties, ook bij andere eigenschappen van afvalwater niet toepasbaar is of tot afwijkende uitkomsten kan leiden, moet aannemelijk gemaakt worden dat de uitkomsten van een analyse volgens NEN-ISO 15705 overeenkomen met de uitkomsten volgens NEN 6633.
In onderdeel C zijn de berekeningsvoorschriften met betrekking tot andere dan zuurstofbindende stoffen komen te vervallen. Ook zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht.
- 1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking in het Waterschapsblad.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Het Algemeen Bestuur neemt dit besluit op basis van de inhoud van het bijbehorende bestuursvoorstel.
Het Algemeen Bestuur neemt dit besluit op basis van de volgende overwegingen:
- 1.
Het besluit is noodzakelijk om een rechtsgeldige belastingverordening te hebben voor het belastingjaar 2015.
- 2.
Op basis van het tarief 2015 kan het belastingvolume zuiveringsheffing zoals dat in de begroting 2015 is opgenomen worden gegenereerd.
- 3.
Wijziging van de Waterwet noodzaakt tot aanpassing van de verordening.
- 4.
Een voortvarende invordering noodzaakt tot aanpassing van artikel 22.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 17 december 2014 en gepubliceerd op 22 december 2014 in het Waterschapsblad.