Wijziging Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 (Rectificatie)
RECTIFICATIE
Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland heeft in het Waterschapsblad, nummer 7556, van 11 november 2014 de wijziging van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 gepubliceerd. Gebleken is dat daarbij het mandaatregister met bevoegdheden niet juist is gepubliceerd. Deze hernieuwde publicatie van de betreffende wijziging van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling met mandaatregister en toelichting dient ter rectificatie.
 
HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND
 
Reg.nr.: 201415457
 
Gelezen het voorstel van de directieraad van 13 oktober 2014
 
Overwegingen:
 
Uit de jaarlijkse evaluatie van het mandaatregister behorend bij de Ambtelijke bevoegdhedenregeling waterschap Rivierenland 2011 is gebleken dat het wenselijk is om het geldende mandaatregister inclusief toelichting vastgesteld op 15 oktober 2013 aan te passen;
 
Gelet op de verschillende kleine wijzigingen en aanvullingen is het wenselijk  een nieuw mandaatregister (2014) met toelichting vast te stellen.
 
Tevens is een wijziging van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 zelf nodig, vanwege  het actualiseren van de regeling op twee punten.
 
Wettelijk kader:
de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet, het Reglement voor Waterschap Rivierenland.
 
Gerelateerde regelgeving:
het Delegatiebesluit Waterschap Rivierenland 2011, de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011.
 
BESLUIT:
I De Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder het kopje Gerelateerde regelgeving wordt in de tekst toegevoegd: “en het Eigendommenbeleid.”
2. In artikel 1 Definities onder d wordt “Projectbureau voorbereiding dijkverbetering” vervangen door “Programmabureau dijkverbetering”;
 
II Het op 15 oktober 2013 vastgestelde mandaatregister behorende bij de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 wordt vervangen door:
Bijlage I: Het mandaatregister (2014) behorende bij de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011, inclusief toelichting, en als zodanig onderdeel vormend van dit besluit;
 
III Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van 21 oktober 2014. 
de secretaris-directeur,  drs. H.C. Jongmans MPM
de dijkgraaf, ir. R.W. Bleker
 
Bijlage van het besluit:
  • 1.
    het Mandaatregister (2014) behorend bij de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011, inclusief toelichting.
 
 
Bijlage 1: Mandaatregister (2014) behorende bij de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011
 
In dit register wordt een overzicht gegeven van alle bevoegdheden die zijn gemandateerd door het college van dijkgraaf en heemraden aan de secretaris-directeur en aan de overige directeuren, de afdelingshoofden en de teamleiders en projectleiders. Per onderwerp worden de bevoegdheden omschreven die gemandateerd zijn en wordt aangegeven welke voorwaarden daarbij in acht moeten worden genomen.
Algemene voorwaarden mandaat:
De mandaten worden gebruikt met inachtneming van:
  • -
    wettelijk kader: Algemene wet bestuursrecht, Waterschapswet, Reglement voor Waterschap Rivierenland;
  • -
    gerelateerde regelgeving: Delegatiebesluit Waterschap Rivierenland, de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2011, de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Rivierenland, de Regeling budgetregeling, de Regeling financieel beheer, het Inkoop- en aanbestedingsbeleid, en het Eigendommenbeleid.
  • -
    Als redelijkerwijs te verwachten is dat een te nemen beslissing bestuurlijk gevoelig is, wordt in overleg met leidinggevende de beslissing op een hoger niveau gelegd.
  • -
    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheden slechts uit voor zover hierdoor de mandaten van andere medewerkers niet worden aangetast.
Rapportage over de gemandateerde bevoegdheden:
Over de onderstaande bevoegdheden moet 1 x per jaar worden gerapporteerd:
1.
a. het aangaan en voeren van rechtsgedingen, het aangaan en voeren van gedingen voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage) en beslissingen om geschillen te beëindigen door schikking, al dan niet door inschakeling van mediation;
b. het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de adviescommissie noodzakelijk is in de volgende gevallen:
- het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;
- het bezwaar kennelijk ongegrond is.
c. het behandelen en afdoen van klachten
2.
a. de toepassing van (spoed) bestuursdwang en dwangsom, alsmede het wijzigen en intrekken van besluiten inzake last onder  bestuursdwang en dwangsom en het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving;
b. het doen van een vooraankondiging last onder bestuursdwang en dwangsom;
c. het aan de overtreder bevestigen dat de overtreding is beëindigd
d. het van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, alsmede de invordering van verbeurde  dwangsommen op grond van titel 4.4 Awb;
e. het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking
  • 3.
    het behandelen en afdoen van schadeclaims, inclusief verzoeken tot nadeelcompensatie;
  • 4.
    het vaststellen, verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van subsidies alsmede de (verdere) uitvoering van de subsidieverordeningen.
 
De gegevens over het voorgaande jaar moeten aan het begin van het nieuwe jaar, uiterlijk voor 1 maart, worden overgelegd aan het team Juridische Zaken. Het team Juridische Zaken zal dan voor de betreffende rapportage zorg dragen.
 
 
Bevoegdheden voor specifieke functies:
Programmabureau dijkverbetering
De coördinator programmabureau dijkverbetering beschikt over dezelfde bevoegdheden als een afdelingshoofd.
 
Bevoegdheden voor de ambtelijk secretaris ondernemingsraad
  • 1.
    het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden, voor zover het betreft activiteiten ter ondersteuning van de medezeggenschap;
  • 2.
    het aanvragen en aanvaarden van sponsorgelden en subsidies, voor zover het gaat om de ondersteuning van de medezeggenschap;
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Op verzoek zal over de toepassing van de aan de ambtelijk secretaris ondernemingsraad gemandateerde bevoegdheden worden gerapporteerd.
 
Bevoegdheden voor de toezichthouders
Het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de toepassing van bestuursdwang in spoedeisende gevallen, zoals bedoeld in artikel 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
hierbij gelden de volgende voorwaarden:
  • 1.
    de bevoegdheid geldt slechts voor de toezichthouders, die als zodanig door of namens het college van dijkgraaf en heemraden zijn aangewezen;
  • 2.
    de toezichthouders rapporteren aan de secretaris-directeur inzake de toepassing van het mandaat;
  • 3.
    de toezichthouders informeren binnen 24 uur of binnen een werkdag, nadat een toezichthouder van het mandaat gebruik heeft gemaakt, de betrokken portefeuillehouder over de toepassing van het mandaat;
     
Bevoegdheden voor de assistent-liaisons
Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen en het nemen van besluiten in het kader van (de bestrijding van) calamiteiten.
Onder de volgende voorwaarden:
  • 1.
    de assistent-liaison is alleen gerechtigd van zijn mandaat gebruik te maken bij afwezigheid van de betreffende liaison;
  • 2.
    de assistent-liaison licht zo spoedig mogelijk de betreffende liaison in over de door hem uitgeoefende bevoegdheid.
 
Toelichting definities Mandaatregister (2014)
 
Het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken:
Onroerende zaken zijn zaken zoals grond en gebouwen en alles wat daar letterlijk aan vastzit. (Werken die duurzaam met de grond zijn verbonden). Bijvoorbeeld ook delfstoffen en beplantingen).
 
Het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken is het kopen, verkopen of het belasten met een zekerheidsrecht van een onroerende zaak (zoals pand, hypotheek, maar ook het vestigen van een zakelijk recht als erfpacht)
 
Als onroerende zaken worden verkregen of vervreemd in afwijking van de getaxeerde waarde geldt als voorwaarde dat de afwijking van de aankoop-/verkoopwaarde ten opzichte van de getaxeerde waarde, conform het Eigendommenbeleid, wordt toegelicht in het besluit dat wordt genomen over de transactie.
 
Het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten:
Met een zakelijk recht wordt bedoeld een recht dat rust op een zaak of een ander goed. Een zakelijk recht staat hiermee in tegenstelling tot een persoonlijk recht, dat samenhangt met de persoon. Zakelijke rechten zijn bijvoorbeeld: eigendom, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal, vruchtgebruik, appartementsrecht, pand en hypotheek.
Een kenmerk van een zakelijk recht is dat het zaaksgevolg heeft. Het blijft op de zaak rusten ongeacht in wiens handen de zaak zich bevindt. Hierin onderscheidt het zich van een persoonlijk recht, dat men alleen tegen een bepaalde persoon kan doen gelden.
 
Voorbeeld: het vestigen van een recht van opstal voor het leggen en in stand houden van rioolwaterpersleidingen.
 
Ondertekeningsmandaat:
In artikel 10:11 Awb wordt bepaald dat een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. In dat geval moet uit het besluit blijken dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen.
Bij ondertekeningsmandaat gaat het dus slechts om de bevoegdheid om het besluit, dat reeds genomen is door het bestuursorgaan, te ondertekenen. .
 
Het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen:
Een rechtshandeling is een handeling die iemand uitvoert met de bedoeling een bepaald rechtsgevolg tot stand te brengen.
 
Een bijzonder soort rechtshandeling is de publiekrechtelijke rechtshandeling. Dat is een handeling van een overheidsorgaan, waarmee die zijn taak als overheid uitoefent. Voorbeelden hiervan zijn:
- het vaststellen van een wet of verordening,
- het verlenen of weigeren van een vergunning,
- het geven van een aanwijzing die een burger verplicht is om op te volgen,
- het aanstellen van een ambtenaar
 
Bij het aangaan van overeenkomsten betreffende de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden kan onder meer gedacht worden aan het sluiten van convenanten, bestuursovereenkomsten, het sluiten van (afval)waterakkoorden, waterplannen, (samenwerkings-)overeenkomsten en afspraken met provincie/gemeenten of derden.
 
Rechtshandelingen kunnen zowel eenzijdig als meerzijdig zijn. Bij een eenzijdige rechtshandeling hoeft slechts één persoon zijn op rechtsgevolg gerichte wil te openbaren. Een voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling is het aanvaarden of verwerpen van een erfenis. Voor een meerzijdige rechtshandeling moeten meer personen hun op hetzelfde rechtsgevolg gerichte wil openbaren. De meest voorkomende vorm van een meerzijdige rechtshandeling is het sluiten van een overeenkomst.
 
Het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten.
 
In de Europese richtlijn worden de volgende definities gehanteerd voor de vraag of de decentrale overheid een opdracht vergeeft voor een werk, levering of dienst:
Een werk is het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.
Onder leveringen worden verstaan opdrachten die betrekking hebben op de koop, lease, huur of huurkoop van producten. Een opdracht die betrekking heeft op de levering van een product en waarvoor werkzaamheden moeten worden verricht voor het aanbrengen en installeren van dat product wordt beschouwd als een opdracht voor een levering.
Bij een dienst gaat het om andere opdrachten dan leveringen en werken (bijvoorbeeld het inhuren van een adviesbureau of de overdracht van vorderingen op derden aan de deurwaarder).
 
Het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen
Het vaststellen van projectdocumenten ziet op de beslissingen in de aanbestedingsprocedure. Dit zijn alle beslissingen van opstellen bestek tot en met gunningsbeslissing (o.a. bepalen welke aanbestedingsprocedure wordt gebruikt, offertevraag, bepalen van selectie- en gunningcriteria, keuze laagste prijs of economisch meest voordelige aanbieding etc, beslissingen over uitsluiting, gunning, afwijzing, niet gunnen etc ).
 
Projectplannen (H. 5 van de Waterwet)
Op basis van artikel 5.4 eerste lid van de Waterwet vindt de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk plaats door of vanwege de beheerder overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Voor hele omvangrijke werken is vaststelling van een projectplan door het algemeen bestuur te verkiezen. Vaststelling van projectplannen op basis van artikel 5.5 Waterwet blijft daarom voorbehouden aan het algemeen bestuur.
 
In Artikel 5.5 Waterwet wordt bepaald:
Deze paragraaf is van toepassing op projectplannen tot aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen en, in de gevallen bij of krachtens provinciale verordening bepaald, op projectplannen van besturen van waterschappen voor de aanleg of wijziging van andere waterkeringen dan primaire waterkeringen en op andere waterstaatswerken van bovenlokale betekenis die met spoed en op gecoördineerde wijze tot stand moeten worden gebracht.
 
Het aangaan en voeren van rechtsgedingen
Hierbij valt onder andere te denken aan het indienen van bezwaren, het instellen van beroep en hoger beroep, het voeren van verweer, verzoeken om schorsing of voorlopige voorziening, arbitrage en het sluiten van vaststellingsovereenkomsten.
 
De secretaris-directeur kan ondermandaat verlenen aan daartoe aangewezen medewerkers voor de vertegenwoordiging van het waterschap in rechtsgedingen en in gedingen voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage), alsmede voor het treffen van een schikking ter zitting.
 
Het doen van aanvragen voor overheidsdiensten
Het doen van aanvragen (bijvoorbeeld subsidie of een vergunning)is gemandateerd tot op het niveau van teamleiders en projectleiders. Steeds meer aanvragen gebeuren digitaal. Voor het doen van digitale aanvragen waarvoor e-Herkenning is vereist, kan de secretaris-directeur de betreffende medewerker als beheerder aanwijzen.
 
Het plaatsen van bekendmakingen
Het algemeen bestuur of het college van dijkgraaf en heemraden (afhankelijk van de vraag door wie of namens wie het betreffende besluit is genomen) is verantwoordelijk voor de bekendmaking van zijn besluiten. De bekendmaking van officiële publicaties (zoals Verkeersbesluiten die in de Staatscourant moeten worden geplaatst) is gemandateerd tot op het niveau van de teamleider.
 
Het opleggen van een gedoogplicht als bedoeld in Hoofdstuk 5 van de Waterwet
De gedoogplichtprocedure als bedoeld in hoofdstuk 5 Waterwet kan worden toegepast in belang van de realisering van alle in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen.
Dit artikel bepaalt dat de toepassing van de Waterwet is gericht op: a) voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b) bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c) vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.
 
In de artikelen 5.20 tot en met 5.27 Waterwet wordt onder andere geregeld dat de waterbeheerder, voor zover dat voor de vervulling van zijn taken redelijkerwijs nodig is, rechthebbenden van gronden de verplichting kan opleggen om op of in die gronden onderzoeken en daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen.
In artikel 5.24 wordt bijvoorbeeld bepaald dat de beheerder, rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting kan opleggen om de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk en de daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen, wanneer naar zijn oordeel de belangen van die rechthebbenden onteigening niet vorderen.
 
De gedoogplicht heeft een brede strekking, zowel wat betreft de aard van de te gedogen
werkzaamheden, als ook waar het betreft de daarmee te bereiken doelstellingen. Om die reden is de bevoegdheid tot het nemen van besluiten over het opleggen van de gedoogplicht op grond van Hoofdstuk 5 van de Waterwet niet exclusief bij het afdelingshoofd Handhaving neergelegd, maar ook bij de overige afdelingshoofden.
 
Dwangbevel.
Een dwangbevel is een schriftelijk bevel van het bestuursorgaan dat ertoe strekt de betaling van een geldsom af te dwingen, als bedoeld in artikel 4.85 van de Awb. Het gaat dan om geldschulden die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift dat een verplichting tot betaling uitsluitend aan of door een bestuursorgaan regelt; of een besluit dat vatbaar is voor bezwaar of beroep. Zoals het innen van een verbeurde dwangsom/ kostenverhaal bestuursdwang.
Dit geldt niet voor verplichtingen tot betaling van een geldsom voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Het gaat dus niet om de invordering van legeskosten. Op grond van artikel 12 van de Invorderingswet 1990 kan de invordering van de belastingaanslag geschieden bij een door de ontvanger uit te vaardigen dwangbevel. De invorderingsambtenaar is bevoegd tot het versturen van een aanmaning en het uitvaardigen van een dwangbevel (opstellen en ondertekenen). Deze bevoegdheid bestaat dus al op grond van artikel 12 Invorderingswet 1990 en kan niet worden gemandateerd.
De ondertekening van een dwangbevel is gemandateerd tot op het niveau van het afdelingshoofd.
 
Ontvangstbevestiging bezwaarschriften
Het beslissen op bezwaarschriften is een bevoegdheid van het college van dijkgraaf en heemraden. Deze bevoegdheid is niet verder gemandateerd, met uitzondering van de gevallen waarin het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. In deze gevallen is de secretaris-directeur bevoegd. In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling is geregeld dat het mandaat ook alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen omvat die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals het verzenden van ontvangstbevestigingen. Uit praktische overwegingen is de bevestiging van de ontvangst van bezwaarschriften gemandateerd aan de teamleider, evenals het verdagen van de beslissing op bezwaar en het bevestigen van het intrekken van bezwaren. Hetzelfde geldt voor het afhandelen van procedurele zaken in verband met Wob-verzoeken, verzoeken op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens, de Inspraakverordening voor Waterschap Rivierenland en de Wet basisregistratie personen en het afhandelen van verzoeken van het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten.
 
Bevoegdheden extern ingehuurde medewerkers
De bevoegdheden voor de als afdelingshoofd, teamleider of projectleider extern ingehuurde medewerkers zijn gelijk aan de bevoegdheden van de in deze functie aangestelde medewerkers binnen de vastgestelde formatie. Ook voor deze medewerkers geldt dat zij bij de uitoefening van de aan hen gemandateerde bevoegdheden zijn gehouden aan de algemene voorwaarden voor het mandaat, genoemd in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 en in het daarbij behorende mandaatregister.
 
 

Naar boven