Regeling voor de benoeming van de bestuursleden in de categorie Natuurterreinen van het waterschapsbestuur door het Bestuur van het Bosschap als bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de Waterschapswet
Vastgesteld door het bestuur van het Bosschap op 20 mei 2014
 
Inleiding
De Waterschapswet voorziet in de samenstelling van het Algemeen Bestuur van het waterschap (18-30 zetels). Dit bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van vier categorieën van belanghebbenden: Ingezetenen, Ongebouwde onroerende zaken, Natuurterreinen en Gebouwde onroerende zaken (art. 12). Voor deze laatste drie categorieën, die de specifieke taakbelangen vertegenwoordigen zullen 7 – 9 geborgde zetels beschikbaar zijn (Waterschapswet, art. 13).
Voor de categorie Natuurterreinen worden de vertegenwoordigers benoemd door het Bosschap. De benoeming is bindend.
 
Het Bosschap dient te voorzien in een regeling omtrent de selectie en benoeming van de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van de categorie Natuurterreinen in het bestuur van het waterschap. Het waterschap maakt de regeling bekend (Waterschapswet, artikel 14).
 
Momenteel is de Wet opheffing bedrijfslichamen in voorbereiding die onder meer voorziet in het opheffen van het Bosschap. Het wetsvoorstel moet nog worden goedgekeurd door de Staten-Generaal. Het voorziene moment van opheffen is 1 januari 2015. Tot die tijd is het Bosschap verantwoordelijk voor de benoeming van de leden en eventuele vervangende leden van de geborgde natuurzetels. In opdracht van het Bosschap coördineert vanaf 1 januari 2014 de op 25 september 2013 opgerichte Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) de benoemingen ten bate van de verkiezingen in 2015. Het Bosschap zal de geborgden natuur in 2014 benoemen. Wanneer het Bosschap wordt opgeheven voorziet artikel XVIII van de Wet opheffing bedrijfslichamen dat een andere organisatie, in deze de VBNE, wordt aangewezen om te voorzien in een regeling omtrent de benoeming.
 
Het aantal zetels voor Natuurterreinen hangt af van het bij provinciaal reglement hieromtrent bepaalde.
 
Deze regeling kan in 2 delen onderscheiden worden:
  • 1.
    de kandidaatstellingsprocedure (artikel 2 en 4: kandidatuur en selectie)
  • 2.
    de benoemingsprocedure (artikel 5 en 6)
 
Artikel 1: Algemene bepalingen
Definities:
  • a.
    Waterschappen: openbare lichamen welke de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel hebben (waterschapswet, artikel 1).
  • b.
    Benoemingscommissie: een commissie ingesteld door het Bosschap met als opdracht het selecteren van kandidaten voor het Algemeen Bestuur van het waterschap in de categorie Natuurterreinen, ten behoeve van het doen van een voordracht aan het Bestuur van het Bosschap ter benoeming van leden van de categorie Natuurterreinen in het Algemeen Bestuur van het betreffende waterschap.
  • c.
    Kandidaat: een persoon die te kennen heeft gegeven om namens de categorie Natuurterreinen een zetel in het Algemeen Bestuur van het waterschap te willen vervullen, die zich als zodanig beschikbaar stelt voor benoeming door het Bosschap en die voldoet aan de wettelijke eisen.
  • d.
    Reserve kandidaat: een persoon die te kennen heeft gegeven om namens de categorie Natuurterreinen een zetel in het Algemeen Bestuur van het waterschap te willen vervullen, die voldoet aan de wettelijke eisen, en die zich als zodanig beschikbaar stelt voor benoeming door het Bosschap. Deze kandidaat is reserve en wordt pas benoemd indien een zittend bestuurslid in de categorie Natuurterreinen geen zitting meer kan nemen in het waterschapsbestuur.
  • e.
    Categorie Natuurterreinen: deze categorie behartigt in het bestuur van het waterschap de belangen van de eigenaren van natuurterreinen.
  • f.
    Profielschets: is een overzicht van de gevraagde vaardigheden en eigenschappen die kandidaten nodig hebben om goed te kunnen functioneren binnen het bestuur van de waterschappen.
 
Artikel 2: Kandidaatstelling
Deelname aan de benoemingsprocedure: wie kan zich kandidaat stellen?
  • a.
    Een ieder die betrokken is bij het betreffende waterschapsgebied en voldoet aan de wettelijke eisen: bij het aantreden van het nieuwe bestuur de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en niet van het Kiesrecht uitgesloten (zie artikel 31).
  • b.
    Aantoonbare affiniteit heeft met de categorie natuurterreinen
  • c.
    Aantoonbare affiniteit heeft met het werkveld van een waterschap
  • d.
    Beschikt over voldoende tijd om de functie te vervullen
  • e.
    Zich niet tegelijkertijd kandidaat stelt voor andere categorieën in het waterschapsbestuur of voor andere waterschapsbesturen.
  • f.
    Voldoet aan de eisen die gesteld zijn in artikel 31 en 33 van de Waterschapswet (bijlage 1)
  • g.
    Voor de door het Bosschap gestelde eisen aan de kandidaten wordt verwezen naar de profielschets inage 2.bijla
 
Artikel 3: Instelling, bevoegdheden en werkwijze van de benoemingscommissie
a. Instelling van de benoemingscommissie
  • 1.
    Voor het treffen van alle nodige maatregelen voor de organisatie, voorbereiding en democratische uitvoering van de procedure voor de benoeming van de leden van de categorie Natuurterreinen in het waterschapsbestuur worden door het Bosschap vijf benoemingscommissies ingesteld. Elke benoemingscommissie beslaat één van de vijf regio’s. Voor de regio-indeling wordt verwezen naar bijlage 3.
  • 2.
    De benoemingscommissie bestaat minimaal uit één lid namens elke geleding van natuureigenaren vertegenwoordigd in het Bosschap, een ambtelijk secretaris, en wordt eventueel aangevuld met een extern lid, bij voorkeur een bestuurslid van een waterschap die niet verkiesbaar is.
  • 3.
    De benoemingscommissie kiest zelf haar voorzitter en plv. voorzitter.
  • 4.
    De leden van de benoemingscommissie worden benoemd door het bestuur van het Bosschap.
  • 5.
    De ambtelijk secretaris wordt ter beschikking gesteld aan de benoemingscommissie door de diverse geledingen van natuureigenaren binnen het Bosschap.
  • 6.
    Kandidaten voor een benoeming van een waterschapsbestuur kunnen geen deel uitmaken van een benoeminmissie.gscom
 
b. Bevoegdheden en taken van de benoemingscommissie
  • 1.
    De benoemingcommissie draagt de zorg voor het voorbereiden van de procedure, het onderzoek naar de kandidaatstellingen, de controle van de legitimatie, het horen van de kandidaten, en het beoordelen van de kandidaten.
  • 2.
    De benoemingscommissie stelt het advies op over de te benoemen kandidaten ten behoeve van een voordracht aan het Bestuur van het Bosschap voor het benoemen van de leden in de categorie Natuurterreinen in een bepaald waterschapsbestuur.
  • 3.
    De benoemingscommissie stelt de definitieve lijst van kandidaten vast na de officiële sluiting van de termijn van kandidaatstelling en legt deze kandidatenlijst ter inzage.
  • 4.
    De benoemingscommissie onderzoekt de eventuele bezwaren tegen de benoemingsprocedure.
  • 5.
    De benoemingscommissie kan, rekening houdend met haar bevoegdheden, naargelang de noodzaak worden samoepen.enger
 
c. Werkwijze van de benoemingscommissie
  • 1.
    De ambtelijk secretaris, in overleg met de voorzitter, bereidt de vergaderingen van de benoemingscommissie voor en stelt de agenda op.
  • 2.
    De benoemingscommissie kan besluiten nemen indien een meerderheid van de leden aanwezig is en deelneemt aan de beraadslagingen.
  • 3.
    De besluiten van de benoemingscommissie worden genomen bij absolute meerderheid van stemmen.
  • 4.
    De ambtelijk secretaris en de eventuele extern adviseur(s) van de benoemingscommissie hebben geen stemrecht.
  • 5.
    De benoemingscommissie stelt een advies op voor het Bestuur van het Bosschap voor het benoemen van de leden in de categorie Natuurterreinen in het betreffende waterschapsbestuur. Dit advies gaat vergezeld met de volledige kandidatenlijst.
 
d. Verhindering
  • 1.
    In geval van verhindering meldt een lid dit aan de secretaris van de benoemingscommissie.
  • 2.
    Wanneer een lid aan de secretaris van de benoemingscommissie meedeelt dat hij gedurende (geruime) tijd niet aan de activiteiten van de benoemingscommissie kan deelnemen, of wanneer de secretaris dit vaststelt, wordt door de secretaris aan de geleding verzocht om de vacature in te vullen.
  • 3.
    De secretaris meldt de wijzigingen in het lidmaatschap van de benoemingscommissie aan het Bestuur van het Bosschap.
 
Artikel 4: De kandidaatstelling- en selectieprocedure.
  • 1.
    Het Bosschap plaatst in het kader van de waterschapsverkiezingen een oproep in o.a. zijn nieuwsbrief en op zijn website, in het Vakblad Natuur Bos Landschap, en in de magazines/ledenbladen van de diverse natuureigenaren. In deze oproep worden mensen verzocht zich kandidaat te stellen voor benoeming als bestuurslid in de categorie Natuurterreinen van het waterschapsbestuur.
  • 2.
    Door het Bosschap wordt de periode voor het indienen van de kandidaatstelling voor de waterschapsverkiezingen vastgesteld.
  • 3.
    Het Bosschap maakt tijdig de kandidaatstellingsperiode en de profielschets bekend.
  • 4.
    Een kandidaatstelling ingediend buiten deze periode wordt op grond van de datum in de e-mail, niet in behandeling genomen.
  • 5.
    De kandidaat vult het door het Bosschap beschikbaar gestelde kandidaatstellingsformulier voor de waterschapsverkiezingen volledig in en ondertekent deze (bijlage 4 bevat formulier).
  • 6.
    De kandidaat stuurt dit formulier via de e-mail naar het Bosschap.
  • 7.
    Na de ontvangst van een kandidaatstelling wordt door of namens de secretaris een ontvangstbevestiging gestuurd naar de betreffende kandidaat binnen vijf werkdagen.
  • 8.
    De ambtelijk secretaris beoordeelt of de ontvangen kandidaatstelling aan de gestelde eisen voldoet en stelt de kandidaat onverwijld in kennis van eventuele onvolkomenheden, met het verzoek de ontbrekende of onjuiste gegevens vóór de sluiting van de kandidaatstellingsperiode te redresseren en in te dienen.
  • 9.
    De benoemingscommissie stelt de definitieve lijst van de ontvangen kandidaturen vast en maakt via de website van het Bosschap bekend dat deze ter inzage ligt. Dit gebeurt binnen vijf dagen na de officiële sluiting van de termijn van kandidaatstelling voor de waterschapsverkiezingen.
  • 10.
    De Benoemingscommissie nodigt in beginsel alle kandidaten uit voor een individueel gesprek. De Benoemingscommissie kan hier echter om moverende redenen van afwijken. De voorzitter modereert deze vragensessie.
  • 11
    De gesprekken hebben een besloten karakter.
  • 12
    De benoemingscommissie stelt na afronding van de gesprekken met de kandidaten en de beoordeling van de kandidaatstellingen een gemotiveerd advies op. Dit is ten behoeve van het formuleren van een voordracht van het Bestuur van het Bosschap voor de benoeming van de leden Natuurterreinen in het betreffende algemeen bestuur van het waterschap. Dit advies gaat vergezeld met de volledige kandidatenlijst. Al deze stukken kennen een vertrouwelijk karakter.
  • 13
    Indien de Benoemingscommissie concludeert dat er geen geschikte kandidaten en reservekandidaten beschikbaar zijn, dan kan voor het desbetreffende waterschap de kandidaatstelling- en selectieprocedure opnieuw worden dooren.lop
 
Artikel 5: De benoeming van bestuursleden voor de categorie Natuurterreinen.
  • 1.
    De benoemingscommissie formuleert een voorstel voor de benoeming van de leden en reservekandidaten in de categorie Natuurterreinen van het waterschapbestuur.
  • 2.
    Voor de betreffende vergadering van het bestuur van het Bosschap worden de voorzitters van de benoemingscommissies uitgenodigd. Bij verhindering kan de vice-voorzitter, dan wel de ambtelijk secretaris, dan wel een ander lid zijn plaats innemen.
  • 3.
    De leden van het Bestuur van het Bosschap ontvangen tijdig voor de datum van de vergadering van het Algemeen Bestuur, waarin de leden in de categorie Natuurterreinen van het algemeen bestuur van het betreffende waterschap benoemd zullen worden, de voordracht van de benoemingscommissie.
  • 4.
    Het Bestuur heeft beschikking over de kandidaatstelling van alle kandidaten en het advies en de voordracht van de benoemingscommissies. Deze stukken kennen een vertrouwelijk karakter.
  • 5.
    Over deze voordracht wordt in een openbare vergadering van het Bestuur van het Bosschap besloten op grond van het vigerende Wet op de Bedrijfsorganisatie.
  • 6.
    De kandidaten en reservekandidaten worden geïnformeerd over de voordracht en de benoeming door het Bestuur van het Bosschap van de leden in de categorie Natuurterreinen van het waterschapsbestuur.
  • 7.
    Het Bosschap zal het betreffende waterschap op de daarvoor vereiste manier op de hoogte stellen van de door het Bestuur van het Bosschap benoemde kandidaten voor de categorie Natuurterreinen in het bestuur van het waterschap. Dit gebeurt uiterlijk op de datum dat de uitslag van de verkiezingen voor de ingezetenen bekend wordt gemaakt, maar bij voorkeur en zo mogelijk vóór de dag van de kandidaaling.tstel
 
Artikel 6: Beroep en bezwaar
  • 1.
    Tegen de voordracht c.q. benoeming door het Bestuur van het Bosschap is geen beroep en bezwaar mogelijk.
 
Artikel 7: Slotbepalingen
  • 1.
    Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling benoeming bestuurders Natuurterreinen in het waterschap.
  • 2.
    De regeling treed in werking direct na vaststelling door het bestuur van het Bosschap.
 
Bijlage 1. Artikelen 31 en 33 van de Waterschapswet
 
Artikel 31
 
  • 1.
    Voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur is vereist dat men ingezetene is de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en niet krachtens artikel B 5, eerste lid, van de Kieswet van het kiesrecht is uitgesloten. Het vereiste van ingezetenschap geldt niet voor de vertegenwoordigers van de categorie belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c (ingezetene eis geldt dus niet voor categorie natuurterreineigenaren)
  • 2.
    EEen lid van het algemeen bestuur is niet tevens:
a. minister;
b. staatssecretaris;
c. lid van de Raad van State;
d. lid van de Algemene Rekenkamer;
e. Nationale ombudsman;
f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;
g. commissaris van de Koning;
h. lid van provinciale staten;
i. gedeputeerde;
j. secretaris van de provincie;
k. griffier van de provincie;
l. burgemeester;
m. wethouder;
n. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 51b, eerste lid;
o. ambtenaar, door of vanwege het waterschapsbestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;
p. ambtenaar, door of vanwege de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op het waterschap;
q. lid van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur van een ander waterschap.
  • 3.
    Zodra een lid dat vertegenwoordiger is van een van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c en d, niet blijkt te voldoen aan een van de in het eerste lid bedoelde vereisten of een in het tweede lid bedoelde betrekking blijkt te vervullen, houdt deze op lid te zijn. In dat geval is artikel X 4a van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.
 
Artikel 31a
Leden van het dagelijks bestuur die na de stemming, bedoeld in artikel J 6a van de Kieswet, niet zijn toegelaten tot lid van het algemeen bestuur zijn geen lid van dat algemeen bestuur.
 
Artikel 31b
Ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is niet benoembaar tot lid van het algemeen bestuur hij die na de laatstgehouden periodieke verkiezing van de leden in het algemeen bestuur, behorende bij de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, wegens handelen in strijd met artikel 33 van het lidmaatschap van het algemeen bestuur is vervallen verklaard.
 
Artikel 33
  • 1.
    Een lid van het algemeen bestuur mag niet:
  • a.
    als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van het waterschap of het waterschapsbestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of het waterschapsbestuur;
  • b.
    als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of het waterschapsbestuur;
  • c.
    als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met het waterschap aangaan van:
  • 1.
    overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;
  • 2.
    overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan het waterschap;
  • d.
    rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:
  • 1.
    het aannemen van werk ten behoeve van het waterschap;
  • 2.
    het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het waterschap;
  • 3.
    het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan het waterschap;
  • 4.
    het verhuren van roerende zaken aan het waterschap;
  • 5.
    het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van het waterschap;
  • 6.
    het van het waterschap onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;
  • 7.
    het onderhands huren of pachten van het waterschap.
 
  • 2.
    Van het eerste lid, aanhef en onderdeel d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen.
  • 3.
    Het algemeen bestuur stelt voor zijn leden, voor de leden van het dagelijks bestuur en voor de voorzitter een gedragscode vast.
  • 4.
    Ten aanzien van een lid dat vertegenwoordiger is van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c en d, dat handelt in strijd met het bepaalde in het eerste lid, zijn de artikelen X 7a, eerste tot en met vijfde lid, en X 9 van de Kieswet, van overeenkomstige toepassing.
 
Bijlage 2. Profielschets voor Bestuurders van de Waterschappen
 
De Waterschapswet voorziet in de samenstelling van het Algemeen Bestuur van het waterschap (18-30 zetels). Dit bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van vier categorieën van belanghebbenden: Ingezetenen, Ongebouwde onroerende zaken, Natuurterreinen en Gebouwde onroerende zaken (art. 12). Voor deze laatste drie categorieën, die de specifieke taakbelangen vertegenwoordigen zullen 7 – 9 geborgde zetels beschikbaar zijn. In de praktijk houdt dit in dat er door het Bosschap 1-2 kandidaten in het Bestuur van de waterschap benoemd zullen worden.
 
De functie van waterschapsbestuurder is een veeleisende functie en kan op verschillende niveaus worden ingericht. Het Bosschap is op zoek naar kandidaten die geschikt zijn voor het bestuur van de waterschappen. Naast de voorwaarden zoals die gemeld staan in het reglement onder artikel 2, is ook de mate van tijdsinspanning, ervaring en specialistische kennis van groot belang. De (belangrijkste) criteria zijn:
  • -
    beschikbaarheid (2-3 dagen per week voor DB en 2-3 dagen per maand AB
  • -
    affiniteit met het natuurbeheer
  • -
    affiniteit met waterschappen
  • -
    continuïteit
  • -
    (bestuurlijke) ervaring
  • -
    netwerk
  • -
    (financiële) expertises
 
In z’n algemeenheid zal de kandidaat aan een aantal omschrijvingen moeten voldoen die voortvloeien uit bovenstaande criteria:
  • Het belang onderschrijven van goed kwantitatief en kwalitatief waterbeheer, dat voldoende rekening houdt met de belangen van de natuureigenaren.
  • Kunnen opereren in een beleidsmatige omgeving.
  • Beschikken over goede communicatieve vaardigheden.
  • Beschikken over voldoende deskundigheid op het terrein van waterschapszaken of de bereidheid hebben om zich die deskundigheid in korte tijd eigen te maken. Het gaat hierbij om kennis van het huidige waterbeleid, zoals vormgegeven en uitgevoerd in met name de Kaderrichtlijn Water en WB21.
  • Minimaal voor de vastgestelde bestuursperiode voor de functie beschikbaar zijn.
     
Op grond van het horen van alle kandidaten en de afweging welke personen het beste bestuurlijk team kunnen vormen, zal de benoemingscommissie een voordracht opstellen aan het Bestuur van het Bosschap.
 
Bijlage 3. Regio-indeling Benoemingscommissies
 
Benoemingscommissie Noord:
Adviseert het bestuur van het Bosschap over de benoeming van de geborgden natuur in de volgende waterschappen:
  • -
    Wetterskip Fryslân
  • -
    Waterschap Noorderzijlvest
  • -
    Waterschap Hunze en Aa’s
  • -
    Waterschap Reest en Wieden
 
Benoemingscommissie Noordoost:
Adviseert het bestuur van het Bosschap over de benoeming van de geborgden natuur in de volgende waterschappen:
  • -
    Waterschap Groot Salland
  • -
    Waterschap Rijn en IJssel
  • -
    Waterschap Vallei en Veluwe
  • -
    Waterschap Vechtstromen
 
Benoemingscommissie Zuidoost:
Adviseert het bestuur van het Bosschap over de benoeming van de geborgden natuur in de volgende waterschappen:
  • -
    Waterschap Zuiderzeeland
  • -
    Waterschap Rivierenland
  • -
    Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
 
Benoemingscommissie West:
Adviseert het bestuur van het Bosschap over de benoeming van de geborgden natuur in de volgende waterschappen:
  • -
    Waterschap Amstel, Gooi en Vecht
  • -
    Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
  • -
    Hoogheemraadschap van Rijnland
  • -
    Hoogheemraadschap van Delfland
  • -
    Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
  • -
    Waterschap Hollandse Delta
  • -
    Waterschap Scheldestromen
 
Benoemingscommissie Zuid:
Adviseert het bestuur van het Bosschap over de benoeming van de geborgden natuur in de volgende waterschappen:
  • -
    Waterschap Aa en Maas
  • -
    Waterschap Brabantse Delta
  • -
    Waterschap De Dommel
  • -
    Waterschap Peel en Maasvallei
  • -
    Waterschap Roer en Overmaas
     
Bijlage 4. Formulier voor de schriftelijke kandidatuur voor bestuurder bij Waterschappen
 
Onderstaande vragenlijst dient volledig ingevuld te worden. Alle leden van benoemingscommissie krijgen inzicht in deze kandidatuur.
 
Meesturen: Kopie legitimatiebewijs
 
Persoonlijke gegevens
 
Voornaam:
Naam:
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Adres:
Eventueel contactadres:
Telefoonnummer(s):
E-mailadres:
 
 
1. Uw kennis en persoonlijkheid
a) Huidige functie
b) Kennis/Affiniteit met het (regionale) natuurbeheer
c) Bestuurservaring
d) Noem een aantal expertises die het meest op u van toepassing zijn
 
Voorbeeld:
• Expertise in waterbeheer, milieu
• Kennis van ruimtelijke ordening
• Kennis van financieel beheer
• Kennis van de reglementering rond waterschappen
• Technische kennis
• Andere:
 
e) Beschikbaarheid en flexibiliteit:
f) Persoonlijkheidskenmerken:
• Leidinggevende capaciteiten
• Sociaal
• Praten voor een groep
• Bemiddelend
• Organisatorisch talent
• Stiptheid
• Ander:
 
2. Uw kennis van waterschappen
a) Waarvoor staan waterschappen als organisatie? Wat zijn volgens u de belangrijkste kenmerken? Welke principes associeert u met waterschappen?
b) Wat is uw affiniteit met de waterschappen? Geef voorbeelden indien mogelijk
 
3. Uw visie op de waterschappen
a) Wat zijn voor u de belangrijkste activiteiten van de waterschappen?
b) Wat zijn de intrinsieke sterktes en zwaktes van de waterschappen? Wat kan een bedreiging voor het waterschap vormen, en waar liggen er kansen?
c) Wat wilt u zeker behouden? Wat zou u willen veranderen?
d) Wat houdt voor u de rol van bestuurder in?
e) Wat houdt voor u de rol van dagelijks bestuurder/ algemeen lid in?
 
4. Heeft belangstelling voor een functie in (+ motivatie):
a) het algemeen bestuur (2 à 3 dagen per maand)
b) het dagelijks bestuur ( 3 à 4 dagen per week)
 

Namens deze,

Naar boven