Tedingerbroekpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg 1148111
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland maakt ter voldoening aan artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht bekend dat in zijn vergadering d.d. 22 juli 2014 namens de verenigde vergadering het navolgende besluit is genomen.
Projectplan 'Kadeverbetering Voorboezem Tedingerbroekpolder te Leidschendam-Voorburg'.
Het projectplan betreft het in de Tedingerbroekpolder ophogen van de kade langs de Broekweg vanaf de Vliet (Rijn-Schiekanaal) tot het gemaal langs de Broekweg. Met het ophogen van de kade wordt de veiligheid in de achterliggende Tedingerbroekpolder verhoogd.
Het ontwerp-projectplan heeft vanaf 11 april 2014 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn zienswijzen ingediend tegen het ontwerp-projectplan die hebben geleid tot aanpassingen in het besluit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de publicatiedatum van het Waterschapsblad waarin de bekendmaking wordt geplaatst.
Het besluit en de daarop betrekking hebbende stukken liggen ter inzage. U kunt de stukken vanaf 12 september 2014 tot en met het einde van de hierna genoemde beroepstermijn inzien op de volgende locatie:
- het Gemeenlandshuis, Phoenixstraat 32 te Delft
op werkdagen van 9.00-12.00 uur en van 14.00-16.00 uur. U kunt de stukken ook raadplegen op de website: www.hhdelfland.nl/bekendmakingen.
Belanghebbenden die bij de voorbereiding van dit besluit tijdig hun zienswijzen naar voren hebben gebracht, of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijs niet toe in staat zijn geweest, kunnen in beroep gaan tegen dit besluit. Het besluit bevat wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-besluit. Door belanghebbenden kan ook ten aanzien van deze wijzigingen beroep worden ingesteld.
Er geldt een beroepstermijn van zes weken met ingang van de dag, volgend op de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd. Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank te Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH DEN HAAG.
Een beroepschrift dient conform artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht voorzien te zijn van naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen beroep wordt ingesteld en de gronden van het beroep. Indien mogelijk dient een afschrift van het besluit bij het beroep te worden gevoegd.
Op dit besluit is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis-en herstelwet van toepassing. Voor het indienen van een beroepschrift betekent dit dat de beroepsgronden direct in het beroepschrift moeten worden opgenomen en de beroepsgronden na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.
Een ingediend beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Indien u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u zich in spoedeisende gevallen wenden tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Het is ook mogelijk digitaal het beroep-en verzoekschrift in te dienen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Voor het indienen van een beroepschrift en het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.
Indien u vragen hebt naar aanleiding van deze kennisgeving, dan kunt u op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur contact opnemen met de sector Project- en Ingenieursbureau, mevrouw E. van der Hoek, te bereiken onder telefoonnummer 015 270 1957.