Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Besluit tot vaststelling van de eerste wijziging van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

Op het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden van 29 april 2014;

Overwegende dat;

  • het noodzakelijk is de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 te wijzigen vanwege een wijziging van de topstructuur van de ambtelijke organisatie van het waterschap;

  • het vanwege efficiënt en doelmatig werken wenselijk is om de financiële bevoegdheden van het college van dijkgraaf en heemraden te verruimen;

  • het noodzakelijk is de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 te wijzigen om de bevoegdheidsverdeling voor het vaststellen van projectplannen tussen het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden duidelijker te maken;

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Reglement Waterschap Vallei en Veluwe;

b e s l u i t :

Vast te stellen de navolgende wijziging van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013:

Artikel I

De Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

Atikel 1 sub j wordt als volgt gewijzigd:

j.Programmamanager: hoofdproceseigenaar, verantwoordelijk voor de realisatie van doelen en resultaten die ten aanzien van het hoofdproces gesteld zijn;

Artikel 1 sub k wordt als volgt gewijzigd:

k.Afdelingshoofd: proceseigenaar, verantwoordelijk voor de realisatie van doelen en resultaten die ten aanzien van het deelproces gesteld zijn.

B

In artikel 2, tweede lid, onder het punt programma ‘s, vervalt het punt “Watersysteem” en worden de punten “Veiligheid”, “Voldoende en schoonwater” en “Bestuur en belastingen” toegevoegd.

C

Artikel 7, sub c, wordt als volgt gewijzigd:

c.Het vaststellen van projectplannen als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet, met uitzondering van projectplannen waarop de projectprocedure voor waterstaatswerken van toepassing is, als bedoeld in artikel 5.5 en volgende van de Waterwet;

D

Artikel 9, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Sub c tot en met k worden verletterd tot sub d tot en met l;

Er wordt een nieuw sub c ingevoegd luidend:

c.Het beschikbaarstellen van kredieten tot een maximum van €2,0 miljoen bruto per project voor projecten die niet in de begroting zijn opgenomen. Het bij de begroting vastgestelde investeringsplafond per programma mag hierbij niet worden overschreden. Indien van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, moet dit in de eerst volgende bestuursrapportage worden gemeld.

E

Artikel 11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1.Er is een directie bestaande uit een algemeen directeur en twee adjunct-directeuren. De algemeen directeur is voorzitter van de directie. De leden van de directie zijn tevens programmamanager.

Artikel 11, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

2.De algemeen directeur wordt benoemd door het algemeen bestuur;

Artikel 11, vijfde lid, sub a, wordt als volgt gewijzigd:

a.eindverantwoordelijk voor het bepaalde in het vierde lid en voor de ambtelijke organisatie.

Artikel 11, zesde lid, vervalt en er wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, luidend:

6.De leden van de directie zijn verantwoordelijk voor de programma ’s Veiligheid, Voldoende en schoon water, Waterketen, Bestuur en belastingen en Ondersteuning.

Artikel 11 zevende lid wordt vernummerd tot het achtste lid en er wordt een nieuw zevende lid ingevoegd, luidend:

7.De directie beslist welk lid van de directie als programmamanager voor welk programma verantwoordelijk is.

Artikel 11, zevende lid wordt na vernummering tot het achtste lid als volgt gewijzigd:

8.De algemeen directeur is bevoegd tot het nemen van alle besluiten waartoe de directie bevoegd is.

Aan artikel 11 wordt een negende lid toegevoegd luidend:

9.Bij afwezigheid van de algemeen directeur wordt deze vervangen door een adjunct-directeur, die dan optreedt als plaatsvervangend algemeen directeur. De plaatsvervangend algemeen directeur heeft dezelfde bevoegdheden als de algemeen directeur. Het college van dijkgraaf en heemraden wijst de adjunct-directeur aan die optreedt als plaatsvervangend algemeen directeur.

Aan artikel 11 wordt een tiende lid toegevoegd, luidend:

10.De adjunct-directeur is bevoegd tot het nemen van alle besluiten waartoe de directie bevoegd is ter uitvoering van de programma ’s, waarvoor hij als programmamanager verantwoordelijk is.

Aan artikel 11 wordt een elfde lid toegevoegd, luidend:

11.Bij afwezigheid van een adjunct-directeur wordt deze vervangen door de andere adjunct-directeur. Bij diens afwezigheid wordt de adjunct-directeur vervangen door de algemeen directeur.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt voor artikel I onderdelen A, B en E terug tot en met 1 juni 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2014.

mr. G.P. Dalhuisen

secretaris

drs. T. Klip-Martin

dijkgraaf

Toelichting behorend bij de eerste wijziging van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013.

Artikel 2, tweede lid

De juiste naam van de programma ‘s, Bestuur en belastingen en Bedrijfsvoering is aangegeven.

Artikel 7 sub c

Uitgangspunt bij de bevoegdheidsverdeling tussen het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden bij het vaststellen van projectplannen is, dat het algemeen bestuur de meest ingrijpende en grootschalige projectplannen vaststelt, bijvoorbeeld voor dijkverzwaringen. Voor overige projectplannen, bijvoorbeeld voor aanleg van natuurvriendelijke oevers, is het college van dijkgraaf en heemraden bevoegd.

Artikel 9, eerste lid, sub c

Het gaat hier enerzijds om projecten die al in de meerjarenraming staan en anderzijds om projecten die in de plaats komen van vervallen projecten.

Artikel 11 leden één, twee en vijf tot en met elf

De leden één, twee en vijf tot en met elf van artikel 11 worden gewijzigd, omdat de topstructuur van de ambtelijke organisatie van het waterschap is gewijzigd.

Naar boven