Wijziging van belastingverordeningen

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

Gelet op het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 19 november 2013 met DM nr. 751131;

Gelezen de begroting 2014 zoals vastgesteld door het algemeen bestuur van 13 november 2013;

Gelet op de artikelen 110 en 113 en hoofdstuk XVIIb van de Waterschapswet; hoofdstuk 6, paragraaf 2 van het Waterschapsbesluit; en hoofdstuk 7 van de Waterwet;

Gelet op het advies van de commissie BMZ van 19 november 2013;

BESLUIT:

  • 1. De verordening watersysteemheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 als volgt te wijzigen:

 

Artikel I

A

Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

ingezetene: degene die blijkens de basisregistratie personen bij het begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het gebied van het waterschap en die aldaar gebruik heeft van woonruimte;

 

B

Artikel 4 komt te luiden:

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de watersysteemheffing voor de categorie ingezetenen € 65,70 per woonruimte.

 

C

Artikel 6 komt te luiden:

  • 1.Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor ongebouwde onroerende zaken € 65,91 per hectare.

  • 2.In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in artikel 2a van de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief voor verharde openbare wegen € 131,82 per hectare.

 

D

Artikel 8 komt de luiden:

Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor natuurterreinen € 5,00 per hectare.

 

E

Artikel 10 komt te luiden:

Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor gebouwde onroerende zaken 0,0242 % van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 3, onderdeel c van deze verordening.

 

 

 

F

Artikel 15, derde lid, komt te luiden

In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

 

  • 2. De verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 als volgt te wijzigen:

 

Artikel I

A

Artikel 18 komt te luiden:

Het tarief bedraagt € 59,45 per vervuilingseenheid.

 

B

Artikel 19, derde lid, komt te luiden

In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

 

Artikel II

Bijlage I: voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening, zoals genoemd in artikel 2 van de verordening wordt vervangen door het bij onderhavige besluit behorende stuk.

 

  • 3. De verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2010 als volgt te wijzigen:

 

Artikel I

A

Artikel 21 komt te luiden:

Het tarief bedraagt € 59,45 per vervuilingseenheid.

 

B

Artikel 22, derde lid, komt te luiden

In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

 

Artikel II

Bijlage I: voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening, zoals genoemd in artikel 2 van de verordening wordt vervangen door het bij onderhavige besluit behorende stuk.

 

  • 4. Ten aanzien van de inwerkingtreding van de onder 1, 2 en 3 genoemde besluiten het volgende te bepalen:

  • 1.deze besluiten treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.de datum met ingang van welke de bepalingen van deze besluiten in aanmerking worden genomen, is 1 januari 2014.

  • 3.de bij deze besluiten gewijzigde bepalingen blijven van toepassing op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2013.

 

 

Voorzitter, P.J.M. Poelmann

Secretaris, drs. J. Miedema (a.i.)

[Red:

-in besluit 2 en 3 wordt in artikel II verwezen naar bijlage I, deze is opgenomen in de linkerkolom bij dit Waterschapsblad;

-deze publicatie vervangt Waterschapsblad 2013, 3999]

Naar boven