Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen

Kenmerk: WVS - 131

Het dagelijks bestuur van het waterschap Vechtstromen;

gezien het voorstel van de Voorbereidingscommissie d.d. 26 november 2013;

gelet op artikelen 56, 77 en 83 van de Waterschapswet;

BESLUIT

vast te stellen het Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen

Artikel 1.
Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen;

  • b.besluit: schriftelijke beslissing van het dagelijks bestuur inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling;

  • c.mandaat: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur besluiten te nemen en te ondertekenen;

  • d.volmacht: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inbegrip van het ondertekenen van hiermee samenhangende schriftelijke stukken;

  • e.machtiging: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur feitelijke handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • f.secretaris-directeur: de functionaris die secretaris is van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur van waterschap Vechtstromen.

Artikel 2.
Mandatering, volmachtverlening en machtiging aan secretaris-directeur

Het dagelijks bestuur verleent aan de secretaris-directeur van waterschap Vechtstromen

(verder: gemandateerde) algemeen mandaat en volmacht en machtiging voor uitoefening van de hem toekomende wettelijke bevoegdheden.

Artikel 3.
Begrenzinggebruik mandaat, volmacht en machtiging

De gemandateerde functionaris maakt van de aan hem op grond van dit besluit verleende bevoegdheden uitsluitend gebruik voor zover het aangelegenheden betreft, die behoren tot zijn werkterrein en taak zoals weergegeven in zijn functiebeschrijving. De functionaris neemt hierbij de ter zake geldende wet- en regelgeving en de voor het waterschap geldende beleids- en uitvoeringsregels in acht. Naast de in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen geldt de mandaatverlening niet:

  • a.voor de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

  • b.voor de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels;

  • c.voor de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift;

  • d.in een aangelegenheid die de bevoegde functionaris persoonlijk, of zijn bloed- of aanverwanten tot de tweede graad ingesloten, direct of indirect aangaat of waarin hij als gemachtigde is betrokken;

  • e.voor gevallen waarin het waterschap aan zichzelf vergunning of ontheffing van een verbindend voorschrift verleent;

  • f.voor een besluit inzake schadevergoeding of nadeelcompensatie groter dan € 10.000,--;

  • g.voor een besluit omtrent het aangaan van of het berusten in civielrechtelijke procedures;

  • h.voor het behandelen van geschillen en arbitrages;

  • i.voor het behandelen van surseances, faillissementen, derdenbeslagen, verpandingen en cessies.

Artikel 4.
Ondertekening

Documenten die op grond van dit besluit worden afgedaan, worden gesteld op briefpapier met het hoofd “Waterschap Vechtstromen”, en vermelden aan het slot:

”Het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen,

namens deze”,

gevolgd door de functienaam en de handtekening van de gemandateerde functionaris genoemd in artikel 2 van dit besluit en gevolgd door de naam, al dan niet voorzien van wettelijk toegestane titulatuur.

Artikel 5.
Rapportage

De gemandateerde rapporteert periodiek aan het dagelijks bestuur over de uitoefening van bevoegdheden op grond van dit besluit en mondeling zoveel als dit, gelet op de bestuurlijke aard en inhoud van de betreffende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt uitgeoefend, noodzakelijk is.

Artikel 6.
Ondermandaat

De gemandateerde is bevoegd aan functionarissen van waterschap Vechtstromen ondermandaat, ondervolmacht en machtiging te verlenen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hem bij dit besluit gegeven bevoegdheden. Dit gebeurt schriftelijk.

De gemandateerde verklaart ten aanzien van de ondergemandateerde het bepaalde in artikel 3 van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

De gemandateerde kan aan het ondermandaat aanvullende voorwaarden verbinden.

De ondergemandateerde maakt geen gebruik van het ondermandaat, indien de gemandateerde te kennen heeft gegeven zelf bij mandaat de bevoegdheid uit te oefenen.

In het krachtens ondermandaat te nemen besluit wordt tevens melding gemaakt van het verleende ondermandaat.

De ondergemandateerde brengt twee maal per jaar aan de gemandateerde schriftelijk verslag uit over de aan hem in ondermandaat verleende bevoegdheden.

Artikel 7.
Slotbepalingen

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging 2010 van het waterschap Regge en Dinkel van 17 augustus 2010 en het Besluit mandaat, volmacht en machtiging 2010 van het waterschap Velt en Vecht van 28 februari 2012 worden ingetrokken.

Bij dit besluit kunnen instructies met betrekking tot de bedrijfsinterne organisatie voor de uitoefening van het verleende mandaat worden gegeven.

Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de watergraaf aan de in artikel 2 genoemde functionaris volmacht verleend.

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2014.

Dit besluit wordt in afschrift verzonden aan de in artikel 2 genoemde functionaris.

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 januari 2014 te Almelo.

Het dagelijks bestuur van het waterschap Vechtstromen,

dr. S.M.M. Kuks, interim-watergraaf drs. O. Dijkstra, secretaris

Toelichting:

Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en machtiging

Besluit volmachtverlening Waterschap Vechtstromen

ALGEMENE TOELICHTING

Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en machtiging

(Onder)mandaat, (onder)volmacht en machtiging. In het dagelijks spraakgebruik wordt tussen deze drie zaken doorgaans geen onderscheid gemaakt. Toch is er juridisch gezien wel een onderscheid.

Mandaat

Onder mandaat wordt ingevolge artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Een besluit is ingevolge artikel 1:3 van de Awb een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Van een publiekrechtelijke rechtshandeling is sprake indien een bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent van publiekrechtelijke aard. Een beslissing is van publiekrechtelijke aard indien zij is gebaseerd op een wettelijke voorschrift en strekt tot uitvoering van een wettelijke taak. Voorbeelden van publiekrechtelijke handelingen zijn het verlenen van vergunningen of ontheffingen, het nemen van dwangsombeschikkingen of beschikkingen bestuursdwang, het verlenen van subsidies, maar ook het vaststellen van verordeningen of beleidsregels.

De mandaatgever, het dagelijks bestuur, blijft overigens bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).

Volmacht

Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. In het algemeen is bij privaatrechtelijke rechtshandelingen het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing. Voorbeelden van privaatrechtelijke handelingen zijn het sluiten van een overeenkomst (contract), het transport van een notariële akte, het vestigen van een zakelijk recht, het aanbesteden van een werk, het kopen van een computer.

Bedacht moet worden dat het gaat om gevallen waarin het waterschap als (publiekrechtelijke) rechtspersoon volgens het privaatrecht deelneemt aan het maatschappelijk verkeer, zoals ieder ander natuurlijke of rechtspersoon.

Voor het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling is het nodig dat een persoon van vlees en bloed voor de rechtspersoon (een juridische fictie) optreedt. De gevolmachtigde handelt niet namens een bestuursorgaan (dagelijks bestuur), zoals bij mandaat, maar namens de (publiekrechtelijke) rechtspersoon waterschap Vechtstromen.

Machtiging

De machtiging heeft betrekking op andere handelingen dan een publiekrechtelijke handelingen (een besluit) of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Het betreft feitelijke handelingen niet gericht op enig rechtsgevolg. Voorbeelden zijn het opmaken en verzenden van schriftelijke stukken (correspondentie), het in ontvangst nemen of uitreiken van stukken, het deelnemen aan een overleg, het horen en het doen van mededelingen. Onder machtiging wordt ook verstaan de bevoegdheid tot vertegenwoordiging in rechte.

De regels van mandaat zoals deze gelden in de Awb zijn ook van toepassing op volmacht en machtiging (artikel 10:12 Awb). Dit kan met zich meebrengen dat sommige bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van de volmacht opzij kunnen worden gezet door de regeling in de Awb.

Een gegeven ondermandaat, ondervolmacht of machtiging is een bevoegdheid en schept voor de functionaris géén verplichting om er gebruik van te maken. Te allen tijde kan beslist worden om in een bepaalde aangelegenheid géén gebruik te maken van het gegeven ondermandaat, volmacht of machtiging. De beslissing kan dan aan de secretaris-directeur worden voorgelegd.

Besluit volmachtverlening

Artikel 95 Waterschapswet bepaalt, dat de voorzitter het waterschap in en buiten rechte vertegenwoordigt.

Hier is bedoeld de vertegenwoordiging van het waterschap als rechtspersoon in privaatrechtelijke aangelegenheden.

De voorzitter kan deze bevoegdheid met instemming van het dagelijks bestuur opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon. Op die wijze kan de functionaris het waterschap vertegenwoordigen bij buitengerechtelijke rechtshandelingen zoals het door middel van ondertekening sluiten van een overeenkomst.

Het voorgaande betekent, dat zonder nadere regeling de functionaris die in (onder)mandaat namens het waterschap kan besluiten tot het bijvoorbeeld aangaan van een overeenkomst, níet bevoegd is om de overeenkomst ook namens het waterschap te ondertekenen. Hij dient hiervoor over een volmacht van de voorzitter te beschikken.

Om die reden wordt door de watergraaf - met instemming van het dagelijks bestuur – een besluit volmachtverlening vastgesteld. Hierin wordt aan (onder)gemandateerden volmacht verleend voor het – voor zover voortvloeiend uit verleend (onder)mandaat - namens de voorzitter verrichten van buitengerechtelijke rechtshandelingen met inbegrip van het ondertekenen van hiermee samenhangende schriftelijke stukken.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 1

Dit artikel bevat een begripsomschrijving van de belangrijkste bepalingen van het besluit.

In onderdeel f is ter verduidelijking opgenomen, dat de secretaris-directeur, de functionaris is die secretaris is van het dagelijks en algemeen bestuur. Dit omdat de Waterschapswet wel de functie van secretaris kent, maar niet die van secretaris-directeur.

Artikel 3

Dit artikel begrenst de bevoegdheden. De gemandateerde mag niet buiten zijn of haar werkterrein of taak zoals omschreven in de functiebeschrijving treden.

De functionaris neemt hierbij het ter zake geldende recht van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen en de voor het waterschap geldende beleids- en uitvoeringsregels in acht.

Artikel 4

Dit artikel regelt de wijze van ondertekening van brieven en besluiten. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

Artikel 5

Dit artikel regelt de verplichting tot rapportage aan de mandaatgever. Vanuit een oogpunt van rechtmatigheid is het belangrijk dat kan worden gecontroleerd of verleende bevoegdheden door de functionaris ook juist worden uitgeoefend.

Artikel 6

Dit artikel bevat bepalingen over het mogen verlenen van ondermandaat en hoe dat wordt vormgegeven.

Lid 1 regelt de bevoegdheid van de gemandateerde aan functionarissen van Vechtstromen ondermandaat, ondervolmacht en machtiging te verlenen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hem gegeven bevoegdheden. Dit vindt schriftelijk plaats.

Lid 3 bepaalt, dat aan het ondermandaat aanvullende voorwaarden kunnen worden verbonden. Op basis van dit lid kan de gemandateerde een instructies geven. Deze bevoegdheid is vooral van belang voor de instructie voor de financiële bevoegdheden van de ondergemandateerden.

Lid 4 bepaalt, dat de gemandateerde evenals de mandaatgever (het dagelijks bestuur) te allen tijde zelf bevoegd blijft de gegeven bevoegdheden uit te oefenen.

Lid 5 ziet op de verplichting in het ondermandaatbesluit te vermelden dat bij het uitoefenen van het ondermandaat altijd moet blijken van de verlening daarvan (zoals voor ondermandaatgever zelf volgt uit artikel 4 Ondertekening).

Lid 6 bepaalt, dat de gemandateerde in ieder geval twee maal per jaar aan de mandaatgever – het dagelijks bestuur – rapporteert. Op basis van het hierboven genoemde artikel 5 kan en moet dat soms vaker.

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en machtiging 2014 

Artikel 1

Dit artikel bevat een begripsomschrijving van de belangrijkste bepalingen van het besluit.

Artikel 2

In artikel 2 staat de functie van ondergemandateerde genoemd.

Artikel 3

Dit artikel begrenst de bevoegdheden. Een ondergemandateerde mag niet buiten zijn of haar werkterrein of taak zoals omschreven in de functiebeschrijving treden.

Omdat Vechtstromen heeft gekozen voor een beperkt aantal functies, die daarom identieke beschrijvingen hebben volgt het werkterrein en de taak van de functionaris uit het functienummer gekoppeld aan de organisatie-eenheid waarbinnen de functionaris werkzaam is en zoals weergegeven in zijn functiebeschrijving.

De functionaris neemt hierbij de ter zake geldende wet- en regelgeving in acht. Daarbij kan worden gedacht aan het ter zake geldende recht van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen. Tevens neemt de functionaris de voor het waterschap geldende beleids- en uitvoeringsregels in acht.

Artikel 4

Dit artikel regelt de wijze van ondertekening van brieven en besluiten. Een krachtens ondermandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

Artikel 5

Dit artikel regelt de verplichting tot rapportage aan de ondermandaatgever. Vanuit een oogpunt van rechtmatigheid is het belangrijk dat kan worden gecontroleerd of verleende bevoegdheden door de functionaris ook juist worden uitgeoefend.

Artikel 6

Dit artikel bevat enkele slotbepalingen.

Lid 1 bevat een regeling voor de vervanging van ondergemandateerden. Door eerst horizontaal te vervangen en daarna verticaal is vervanging in de meeste gevallen altijd geregeld. Daarmee is ook de mogelijkheid van het ondertekenen van brieven in de meeste gevallen geregeld.

Lid 2 biedt de mogelijkheid instructies over het gebruik van budgetten te geven.

Bedoeld is hier de Instructie financiële bevoegdheden ondergemandateerden 2014. Die instructie bepaalt de omvang van de financiële bevoegdheden van de ondergemandateerden.

Lid 5 bepaalt, dat de ondergemandateerden een afschrift van het Besluit toegezonden krijgen.

Naar boven