De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op de artikelen 84b, tweede lid, 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen per 1 januari 2010 vastgesteld. Dat heeft enerzijds
te maken met de toevoeging van extra middelen ten behoeve van de verdere inkorting van carrièrelijnen en de invoering van
de landelijke functiemix in het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland en van de faciliteiten voor werkzaamheden
voor het georganiseerd overleg en voor vakbondswerkzaamheden (G.O.- en vakbondsfaciliteiten) als gevolg van de afspraken die
destijds bij de decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden zijn gemaakt en anderzijds in verband met een taakstelling op de
vervangings- en wachtgeldkosten. De regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast
kalenderjaar 2008 en 2009 wordt als gevolg hiervan gelijktijdig ingetrokken.
Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2010 over de definitieve kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
2010 (incl. sociale werkgeverslasten) kunnen deze bedragen per 1 januari 2010 nog wijzigen. In het voorjaar van 2010 wordt
hierover meer duidelijkheid verstrekt.
De desbetreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.
Maatregelen per 1 januari 2010.
Specifiek voor de personeelscategorie leraren zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2010:
• In het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland sectoren primair- en voortgezet onderwijs is voor 2010 een aantal
maatregelen afgesproken. Het gaat daarbij om de extra middelen voor de verdere inkorting van de carrièrelijnen en de invoering
van de landelijke functiemix die vanaf het kalenderjaar 2010 via de reguliere bekostiging worden verstrekt. Met ingang van
1 januari 2010 worden de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen (€ 48 mln.)
kunnen worden aangewend voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van de carrièrelijnen en de landelijke functiemix
in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen komen bovenop de middelen die al vanaf 1 januari 2009 in de
gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt (Staatscourant van 12 februari 2009, nr. 29). Daarbij ging
het o.a. om de eerste stap van de inkorting van de carrièrelijnen en het toekennen van een schaaluitloopbedrag voor leraren
bezoldigd volgens het maximumsalaris (€ 76 mln.). Naast deze middelen is via aan afzonderlijke regeling in 2009 aanvullende
bekostiging van € 12 mln. beschikbaar gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s (Staatscourant van 26 februari
2009, nr. 39). Ook voor het kalenderjaar 2010 is hiervoor een aparte regeling gepubliceerd.
Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2010:
• G.O.- en vakbondsfaciliteiten: in de regeling tot wijziging van de regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten 2005 (Staatscourant
van 19 december 2006, nr. 247) is opgenomen dat deze middelen tot en met het kalenderjaar 2009 op de in de regeling beschreven
wijze beschikbaar worden gesteld. Vanaf 2010 worden de middelen voor het voortgezet onderwijs van € 3 mln. in de personele
lumpsumbekostiging opgenomen. Dit is in lijn met de afspraken die op 20 september 2007 door de minister, de werkgeversorganisatie
en de centrales zijn vastgelegd in het convenant inzake de decentralisatie van deze faciliteiten ten behoeve van het personeel
in het voortgezet onderwijs.
• Taakstelling vervangings- en wachtgeldkosten: Deze taakstelling van € 5 mln. is opgenomen in de begroting 2010 van OCW. Het
betreft hier een taakstelling vanwege het lagere beroep op vervangings- en wachtgeldfaciliteiten.
Uitbetaling
In december 2009 is de bekostigingsbrief voor het gehele kalenderjaar 2010 verstuurd. Deze brief is op basis van de oude bedragen
zoals die gelden op 31 december 2009. Deze brief wordt herzien nadat de nieuwe bedragen voor 2010 in de staatscourant zijn
gepubliceerd. Afhankelijk van besluitvorming over de definitieve kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in 2010,
kunnen deze nieuwe bedragen daarna nog wijzigen.
In onderstaande tabel zijn de verschillende gpl-bedragen opgenomen:
Overzicht landelijke gemiddelde personeelslast (gpl) bedragen kalenderjaar 2009 (oud) en 2010 (nieuw).Soort bedrag | Bedrag per 31 december 2009 (oud)1 | Bedrag per 1 januari 2010 (nieuw) |
---|
Schoolsoortgroep 1 | | |
Directie | € 80.567,77 | € 80.539,10 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging) | € 70.605,75 | € 71.345,08 |
| | |
Schoolsoortgroep 2 | | |
Directie | € 96.158,28 | € 96.124,06 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging) | € 80.076,54 | € 80.915,05 |
| | |
Schoolsoortgroep 3 | | |
Directie | € 95.131,88 | € 95.098,03 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging) | € 76.164,51 | € 76.962,05 |
| | |
Schoolsoortgroep 4 | | |
Directie | € 92.407,84 | € 92.374,96 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging) | € 72.484,42 | € 73.243,43 |
| | |
OOP alle groepen | € 42.245,38 | € 42.230,35 |
XNoot
1Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009, Staatscourant
van 9/9/2008 (nr. 174), 12/2/2009 (nr. 29) en 28/8/2009 (nr. 12841).
Administratieve lasten
Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen
van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. De scholen hoeven geen aanvraag
in te dienen voor de (gewijzigde) bekostiging en de regeling veroorzaakt dan ook geen administratieve lasten. De bekostiging
wordt ambtshalve verstrekt.
Vaste Verandermomenten
Deze regeling voorziet in het vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2010. Bij het
toepassen van een vaste inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijn van ten minste 3 maanden – volgens het uitgangspunt van
kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten, zoals verwoord in Kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 29 515, nr. 181, – zou inwerkingtreding pas op 1 mei 2010 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling voor 1 februari 2010.
Nu de regeling verandering wenst te brengen in de gpl-bedragen voor het gehele kalenderjaar 2010, is het maatschappelijk onwenselijk,
van invoering per 1 januari 2010 af te wijken. Eerdere publicatie was namelijk niet mogelijk omdat de definitieve bijstellingen
pas in het najaar bekend zijn geworden. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking
en werkt terug tot 1 januari 2010.
Artikelsgewijs
Artikel 2 en 3
De gpl-bedragen voor alle categorieën worden per 1 januari 2010 opnieuw vastgesteld.
Dit heeft te maken met de maatregelen zoals die onder de kop Maatregelen per 1 januari 2010 zijn toegelicht.
De gpl-bedragen voor de categorieën directie en onderwijsondersteunend personeel dalen licht (met 0,04% ten opzichte van de
gpl-bedragen per 31 december 2009. Het betreft het saldo van een tweetal maatregelen: een verhoging met een percentage van
0,06%1 voor G.O.- en vakbondsfaciliteiten en een verlaging van 0,10%1 als gevolg van de taakstelling vervangings- en wachtgeldkosten.
De gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren stijgen echter per 1 januari 2010 met 1,05%1. Deze verhoging betreft het saldo van de hiervoor beschreven maatregelen (–0,04%1) en de toevoeging van de middelen voor de verdere inkorting van de carrièrelijnen en landelijke functiemix (+1,09%1). Hetzelfde geldt voor de aanvullende bekostiging voor de personeelscategorie leraren.
In het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken dat de voortgang van de prestatieafspraken voor de functiemix jaarlijks
zal worden gemonitord. Hiervoor is in het convenant vastgelegd dat tijdige, volledige en accurate levering van de (wettelijk)
verplichte personeelsgegevens door individuele instellingen aan de IB-groep en Cfi dan wel, met ingang van 1 januari 2010,
de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een voorwaarde is voor het ontvangen van convenantsmiddelen. Deze gegevens zijn nodig
voor het verdelen van de middelen en het monitoren van de ontwikkeling van de functiemix en daaraan verbonden uitgaven door
scholen.
Ten opzichte van de gpl-bedragen zoals die op 1 januari 2009 zijn vastgesteld in de Regeling aanpassing en vaststelling bedragen
landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009 (Staatscourant van 9/9/2008, nr. 174) zijn de gpl-bedragen
met ingang 1 januari 2010 structureel gestegen met ongeveer 4% voor de categorie directie en onderwijsondersteunend personeel
en ruim 7% voor de personeelscategorie leraren. Dit verschil tussen deze personeelscategorieën is veroorzaakt door de toevoeging
van extra middelen in het kader van het Convenant Actieplan Leerkracht.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.