De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat, de Minister verantwoordelijk is voor voldoende omvang, kwaliteit
en differentiatie van de woningvoorraad;
overwegende dat, de nieuwbouw van woningen sterk achterblijft bij de behoefte en er
daardoor lange wachttijden zijn voor sociale huurwoningen en de huizenprijzen in vele
delen van het land weer snel stijgen;
overwegende dat het aantal afgegeven bouwvergunningen daalt en gemeenten te weinig
plancapaciteit hebben om de productie van voldoende woningen mogelijk te maken;
overwegende dat lang niet in alle woningmarktregio’s partijen (prestatie)afspraken
maken om die woningen te bouwen waar in de woningvoorraad het meeste behoefte aan
is, zoals woningen met lage huurprijs en woningen met een middenhuur;
verzoekt de regering de periodieke woningbehoefteramingen ook regionaal door te rekenen
en woningmarktregio’s en de betrokken provincies te vragen informatie te verstrekken
op welke wijze zij aan de berekende woningbehoefte denken te voldoen door inzicht
te geven in het nieuwbouw- en transformatieprogramma en de geplande onttrekkingen
voor de komende jaren per woningmarktsegment per gemeente;
verzoekt de regering voorts om gesprekken te voeren met gemeenten waarvoor, op basis
van deze informatiestromen, geconcludeerd moet worden dat het tekort aan woningen
in enig segment verder dreigt op te lopen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Albert de Vries