34 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2015

H BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2014

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen werd de motie Kox (EK 34 000, E) aangenomen. Die motie verzocht de regering de om de overwogen bezuinigingsmaatregelen in het Besluit van houdende wijziging van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met de invoering van enige maatregelen in het kader van de stelselvernieuwing gesubsidieerde rechtsbijstand (het besluit) niet in te voeren voordat een beleidsdebat over de bezuinigingen op de rechtshulp en de toegang tot het recht en de rechter heeft plaatsgevonden.

Indachtig die motie heb ik – gelet op het feit dat de begrotingsbehandeling, waar het beleidsdebat onderdeel van uit zal maken, kort na de beoogde inwerkingtreding zal plaatsvinden – besloten de inwerkingtreding van het besluit aan te houden tot het moment waarop de begrotingsbehandeling heeft plaatsgevonden. Daarbij ga ik ervan uit dat dat debat op zodanig moment voor 1 februari 2015 plaatsvindt dat het besluit per 1 februari 2015 in werking zal kunnen treden.

De in het besluit neergelegde maatregelen treden hierdoor later in werking dan eerder door mij was beoogd. Hierbij hecht ik eraan op te merken dat met het aanhouden van de inwerkingtreding, vanaf 1 januari 2015 de vergoedingen en eigen bijdragen conform huidige regelgeving worden geïndexeerd. Ik wil echter niet dat het besluit tot aanhouding voor rechtzoekenden nadelig uitpakt en daarom zullen vanaf 1 januari 2015 de op 31 december 2014 geldende eigen bijdragen worden geheven.

Het besparingsverlies dat uit het aanhouden van de inwerkingtreding voortvloeit bedraagt € 1,1 miljoen incidenteel. Ik zal dat binnen mijn begroting opvangen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven