32 710 Financieel jaarverslag van het Rijk 2010

Nr. 22 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2011

Hierbij doe ik u mede namens de staatssecretaris van EL&I toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Thieme over kosten van milieuschade, gesteld in het verantwoordingsdebat op 19 mei j.l. (Handelingen II, 2010/11, nr. 83, item 2, blz. 31–99).

1

Wat zijn de extra kosten die drinkwaterbedrijven nu moeten maken om de overmaat aan bestrijdingsmiddelen en meststoffen uit ons water te zuiveren?

Ik bezit geen recente informatie over de kosten van zuivering door drinkwaterbedrijven. De VEWIN heeft aangegeven dat deze kosten er wel zijn, maar stelt geen inzicht te hebben in de omvang van de extra kosten van zuivering die zijn toe te schrijven aan bestrijdingsmiddelen en meststoffen.

2

Wat zijn de extra volksgezondheidskosten die de hoge fijnstof uitstoot vanuit stallen en wegen met zich meebrengt?

Er is mij één onderzoek bekend uit 2005 dat CE Delft1 in samenwerking met het IRAS, in opdracht van het Astmafonds heeft uitgevoerd. Hierin zijn berekeningen gemaakt over de gezondheidskosten van fijn stof en ozon. Naast de emissies uit verkeer en stallen dragen andere sectoren bij aan de fijn stof concentratie, en is er een substantiële bijdrage vanuit het buitenland en uit natuurlijke bronnen. Volgens analyses van het PBL2 was in 2009 de bijdrage van het verkeer en de stallen in Nederland gemiddeld ca. 10% van de totale concentratie van fijn stof. De door CE Delft berekende gezondheidsschade (sterfte en ziekte) door kortdurende blootstelling aan fijn stof en ozon bedraagt tussen 100–400 miljoen euro per jaar. De effecten van langdurende blootstelling aan luchtverontreiniging kosten de maatschappij per jaar minimaal 4 miljard euro. Het grootste deel daarvan is het gevolg van vroegtijdige sterfte door blootstelling aan fijn stof. Een beperkt deel van deze geschatte gezondheidsschade kan worden toegerekend aan de emissies door verkeer en stallen in Nederland.

3

Wat doet de overmaat aan stikstof en fosfaat op onze bodems aan schade in termen van geld en onomkeerbare aantasting van de natuur?

Per brief van 18 mei 2011 (kenmerk: 30654-93/2011D25522) heeft de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie de Staatssecretaris van EL&I verzocht om een reactie op de studie European Nitrogen Assessment (ENA). Deze studie geeft een integrale analyse van de maatschappelijke baten en kosten van de belasting van het milieu met stikstof uit de landbouw, de industrie en het verkeer. Staatssecretaris Bleker zal in zijn reactie ingaan op de kosten voor wat betreft stikstof. U ontvangt deze reactie op korte termijn.

In een artikel van het PBL, ECN en WUR3 over de ENA-studie wordt de bijdrage aan de schade aan ecosystemen door de stikstofemissies geschat op 1–5 miljard euro per jaar. Deze schade moet worden toegerekend aan stikstofemissies en fosfaatemissies samen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Singels, H; Klooster, J.P.G.N. en Hoek, G. (2005), Luchtkwaliteit en Nederland. Gezondheidseffecten en hun maatschappelijke kosten. CE Delft.

X Noot
2

Velders, G.J.M. et al., Concentratiekaarten voor grootschalige luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2010, PBL, Bilthoven.

X Noot
3

Grinsven, H. van, (2011) Bevindingen en lessen uit eerste Europese stikstofanalyse. Milieu 2011, nr 3, pp. 17–22.

Naar boven