31 839 Jeugdzorg

Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2010

Bijgaand doe ik u toekomen een signalement van de Inspectie jeugdzorg, waarin zij haar zorgen uit over het toenemende gebruik van particulier zorgaanbod door provincies1.

Op 29 maart 2010 heb ik de provincies per brief verzocht geen gebruik meer te maken van particuliere aanbieders die niet voldoen aan de kwaliteitseisen uit de Wet op de jeugdzorg en het protocol Nieuwe Zorgaanbieders. Dit verzoek blijft onverminderd van kracht. Kinderen horen niet thuis in instellingen waar zorgen bestaan over de veiligheid en de kwaliteit van zorg en waar het toezicht door een inspectie niet is gegarandeerd.

Via de Inspectie jeugdzorg heb ik signalen ontvangen dat provincies gebruik blijven maken van particuliere instellingen. Daarom heb ik op 7 juni 2010 mijn verzoek richting provincies herhaald en hen tevens gevraagd mij vóór 1 oktober 2010 te informeren over de door hen genomen maatregelen om dit type aanbod te beëindigen. Mede op basis van de signalen van de inspectie ben ik bovendien in gesprek met het IPO en de Inspectie jeugdzorg over het gebruik van particulier zorgaanbod en over noodzakelijke (wettelijke) vervolgacties.

Zowel de inventarisatie van de provincies als het signalement van de inspectie betrek ik bij de te nemen maatregelen rond het particuliere aanbod. Zodra ik over een compleet beeld beschik, zal ik uw Kamer informeren.

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven