31 597 Werkprogramma van de commissie voor de Rijksuitgaven

Nr. 4 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2011

Hierbij biedt de commissie voor de Rijksuitgaven de Kamer haar werkprogramma aan voor de periode 2012–2014.

Het werkprogramma 2009–20111 heeft naar het oordeel van de commissie zijn nut bewezen voor het programmeren van de werkzaamheden van de commissie. Dat is voor de commissie reden om voor de komende periode opnieuw een werkprogramma vast te stellen. Voor de Tweede Kamer wordt daarmee duidelijk wat zij van de commissie voor de Rijksuitgaven kan verwachten. Daarbij biedt het werkprogramma de commissie een kapstok voor de jaarlijkse evaluatie van haar werkzaamheden.

Conform het Reglement van Orde richt de commissie voor de Rijksuitgaven zich, als «horizontale commissie», op de versterking van de controlerende taak van de Kamer en heeft zij daarbij een adviserende en ondersteunende rol naar de vaste commissies. In de jaarverslagen van de commissie over 2009 en 2010 is te lezen welke ondersteunende en adviserende taken zijn uitgevoerd. Te noemen zijn de adviezen over de behandeling van de rijksbegroting en van de verantwoordingsstukken, alsmede de evaluaties van die behandelingen met daarop gebaseerde voorstellen voor verbetering van de begrotingssystematiek. De commissie treedt in dat kader op gezette tijden in overleg met de minister van Financiën, alsook met het college van de Algemene Rekenkamer.

De commissie is voornemens om de banden met de Algemene Rekenkamer de komende jaren verder te versterken en te verdiepen, met name op die dossiers die zowel de Algemene Rekenkamer als de commissie voor de Rijksuitgaven volgen (zoals de eerste drie punten van het navolgende werkprogramma). In dat kader spelen de periodieke overleggen van de commissie voor de Rijksuitgaven met het college van de Algemene Rekenkamer, over gemeenschappelijke onderwerpen op strategisch niveau, een belangrijke rol.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Van Gerven

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

Werkprogramma 2012–2014 van de commissie voor de Rijksuitgaven

1. Begrotingsbehandeling, met nadruk op Verantwoord begroten

Ambitie: de rijksbegroting is zodanig opgesteld dat deze toegankelijk, beleidsrelevant, informatief en leesbaar is. Begrotingen worden na afloop van het begrotingsjaar adequaat verantwoord met beleidsresultaten, indicatoren, beleidsconclusies, waarbij ook beleidsdoorlichtingen binnen dit speerpunt van de commissie voor de Rijksuitgaven een belangrijke rol speelt. De commissie zal het opvolgen van de begrotingssystematiek Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording (VBTB) door de begrotingssystematiek «Verantwoord begroten» nauwgezet volgen en evalueren, de Kamer hierover actief informeren en zo nodig daarover met de minister het debat aangaan.

2. Behandeling van de verantwoordingsdocumenten

Ambitie: het verantwoordingsproces is zodanig vormgegeven dat deze focus heeft en beleidsrelevantie. De commissie adviseert de Tweede Kamer jaarlijks over het aanbrengen van focus in het verantwoordingsdebat en over de dechargeverlening. Tevens evalueert de commissie jaarlijks de behandeling van de verantwoordingsstukken in de commissies en de plenaire behandeling.

3. Financiële risico’s Rijk

Ambitie: de financiële risico’s voor het Rijk op korte en langere termijn worden op een systematische wijze in de begrotings- en verantwoordingscyclus opgenomen. De verbetering van de informatievoorziening aan de Tweede Kamer over relevante financiële grootheden die niet rechtstreeks in de begrotingen zijn opgenomen (zoals garanties en staatsvermogens) is een belangrijk speerpunt voor de commissie. De discussie over aanpassing van de staatsbalans, alsmede de toetsing van volledigheid en juistheid van informatievoorziening in dat verband, kunnen in dit kader als voorbeeld dienen..

4. Onderhouden van contacten met de Algemene Rekenkamer

Ambitie: de commissie vervult een actieve rol in de relatie Tweede Kamer en Algemene Rekenkamer. De commissie voor de Rijksuitgaven voert minimaal tweemaal per jaar overleg met de Algemene Rekenkamer over de samenwerking met de Tweede Kamer. De commissie spant zich ervoor in opdat alle voor de Tweede Kamer relevante onderzoeksrapporten van de Algemene Rekenkamer op adequate wijze in behandeling worden genomen door Kamercommissies2. Verder zet de commissie zich in (door te adviseren en effectief te bemiddelen) om door de Tweede Kamer gewenst onderzoek adequaat uitgevoerd te krijgen door de Algemene Rekenkamer3.

5. Controle van de Europese begroting

Ambitie: de commissie zal zich actief inzetten om de controlerende taak op de besteding van EU-middelen verder te vergroten. De commissie zal de rapporten van de Europese Rekenkamer beoordelen en deze rapporten in het geval van evidente beleidsimportantie voor Nederland actief in behandeling nemen. Daarbij zal de samenwerking worden voortgezet met de Europese Rekenkamer. De commissie zal, in samenwerking met de vaste commissie voor Europese zaken, zich inspannen om te bereiken dat alle lidstaten jaarlijks een lidstaatverklaring over de besteding van de Europese middelen uitbrengen. De commissie zal hierbij samenwerking voortzetten met de begrotingscontrolecommissies uit de 26 andere lidstaten.

6. Toekomst- en onderzoeksagenda4 Tweede Kamer

Ambitie: de commissie voor de Rijksuitgaven brengt jaarlijks voor 1 december advies uit over maximaal drie door de Tweede Kamer zelf uit te voeren parlementaire onderzoeken in het kader van de toekomst- en onderzoeksagenda.

Daarbij evalueert de commissie dit relatief nieuwe instrument van de Tweede Kamer, zowel procedureel als inhoudelijk, informeert de Kamer daarover en doet zo nodig aanbevelingen.

Overige activiteiten

Grote projecten

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft onder andere tot taak om de Tweede Kamer te adviseren over het toekennen of beëindigen van de status «groot project» aan een project of beleidsvoornemen5. De commissie heeft tevens de rol om het instrument «grote projecten» inhoudelijk en procedureel te bewaken en daarmee de informatiepositie van de Kamer. Daartoe stelt de commissie onder meer de jaarrapportage Grote Projecten op, die de commissie jaarlijks op de derde woensdag in mei aanbiedt aan de Kamer.

Achtergrondinformatie

  • Werkprogramma 2009–2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven (Kamerstuk 31 597, nr. 1)

  • Jaarverslag 2009 Werkprogramma 2009–2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven (Kamerstuk 31 597, nr. 2)

  • Jaarverslag 2010 Werkprogramma 2009–2011 van de commissie voor de Rijksuitgaven (Kamerstuk 31 597, nr. 3)

  • Kamerstukdossier 31 865, Verbetering verantwoording en begroting.


X Noot
1

Het werkprogramma 2009–2011 is op 12 september 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden. De commissie heeft tweemaal een jaarverslag uitgebracht over de uitvoering van het werkprogramma, over 2009 en over 2010 (Kamerstukken 31 597).

X Noot
2

Artikel 21a van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal regelt taken en bevoegdheden van de commissie voor de Rijksuitgaven. Het tweede lid van dit artikel luidt: Rapporten van de Algemene Rekenkamer en regeringsstukken van comptabele aard worden direct in handen van de commissie gesteld. Het Presidium kan nader besluiten een dergelijk stuk mede in handen van een andere commissie te stellen; artikel 119, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. De commissie doet in 2012 een proef, in overleg met de Algemene Rekenkamer, met het direct in handen stellen van rekenkamerrapporten op het beleidsterrein van een vaste commissie, van die vaste commissie. Het Presidium heeft het verzoek van de commissie voor de Rijksuitgaven op 21 december 2011 ter instemming aan de Kamer voorgelegd (Kamerstuk 33 128, nr. 1). De Kamer heeft op 22 december 2011 met algemene stemmen conform het voorstel besloten. Onderdeel van het besluit is dat deze vernieuwing in werkwijze halverwege 2012, met directe betrokkenheid van de Algemene Rekenkamer, tussentijds wordt geëvalueerd.

X Noot
3

Conform de taakopdracht zoals die is neergelegd in artikel 21a, derde lid van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

X Noot
4

De taak van de commissie voor de Rijksuitgaven is beschreven in Kamerstuk 31 845, nr. 9.

X Noot
5

Zie hiervoor de Procedureregeling grote projecten, zoals vastgesteld in de vergadering van 22 juni 2006 (Kamerstukken II, 30 351), opgenomen als bijlage in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.,

Naar boven