31 352 Voorstel van wet van de leden Vermeij, Koopmans en Neppérus tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel van gebreken in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet bestuurlijke lus Awb)

E BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2014

Hierbij bied ik u aan het rapport «Evaluatie Bestuurlijke Lus Awb en internationale rechtsvergelijking»1. Dit evaluatierapport is opgesteld door een onderzoeksteam van de Universiteit Maastricht in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op 1 januari 2010 is de Wet bestuurlijke lus Awb in werking getreden, die voortkwam uit een door de Kamerleden Vermeij, Koopmans en Neppérus aanhangig gemaakt initiatiefvoorstel (Stb. 2009, 570; Kamerstukken 31 352). Met die wet is de Algemene wet bestuursrecht aangevuld met een regeling die de bestuursrechter de mogelijkheid geeft om het bestuursorgaan nog tijdens de beroepsprocedure de gelegenheid of de opdracht te geven om gebreken in het bestreden besluit te herstellen.

De evaluatie van de bestuurlijke lus vloeit voort uit toezeggingen die aan de Tweede en Eerste Kamer in 2009 zijn gedaan door de toenmalige Minister van Justitie tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel.2

Ik heb de Raad voor de rechtspraak en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gevraagd om mij voor 1 mei 2015 te adviseren over het rapport en de erin opgenomen aanbevelingen. Mede op basis van die reactie zal ik mijn standpunt bepalen en u dat aanbieden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 144285.03.

X Noot
2

Handelingen II 2008/09, nr. 59, p. 4779, 4782 en 4783; Handelingen I 2009/10, nr. 7, p. 194, en www.eerstekamer.nl/toezegging/bij_de_evaluatie_te_betrekken.

Naar boven