Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2016
Graag wil ik u, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, informeren over
de stand van zaken van de juridische procedure en de gevolgen voor de handhaving van
Wet verbod pelsdierhouderij.
Op 11 december 2015 heb ik u geïnformeerd over de acties genomen door beide partijen
in zake de Wet verbod pelsdierhouderij (Kamerstuk 30 826, nr. 42). Ik heb u daarin toegezegd u op de hoogte te houden van het verdere verloop van
deze procedure en de gevolgen voor de handhaving.
Ik kan u melden dat de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (verder NFE)
op 9 februari 2016 cassatieberoep heeft ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof
Den Haag d.d. 10 november 2015. De Wet verbod pelsdierhouderij blijft van kracht en
dient te worden nageleefd.
De Wet verbod pelsdierhouderij kent strafrechtelijke handhaving. Dit betekent dat
de effectuering van de handhaving in handen is van het Openbaar Ministerie (OM). Ik
heb, zoals aangegeven in mijn brief van 11 december 2015, overleg gevoerd met het
Openbaar Ministerie. Met het OM is afgesproken dat gedurende de cassatieprocedure
de NVWA overtreders van de Wet verbod pelsdierhouderij zal opsporen en proces verbaal
zal opmaken. Gedurende de cassatieprocedure zal ik zorgvuldig monitoren op dieraantallen.
Naar verwachting zal de Hoge Raad in de loop van 2017 arrest wijzen. Indien het cassatieberoep
wordt verworpen, dan gaat dat het OM zaken bij de rechter aanhangig maken.
Zoals eerder aangegeven betekent het arrest van het gerechtshof dat de Wet verbod
pelsdierhouderij van kracht is en dat nieuwe nertsenhouderijen, uitbreidingen van
bestaande nertsenhouderijen en overname van nertsenhouderijen zonder dat sprake is
van een bijzondere omstandigheid, sinds 15 januari 2013 verboden zijn (Kamerstuk 30 826, nr. 41).
Ook als er sinds 15 januari 2013 een omgevingsvergunning is verkregen voor een nieuwe
nertsenhouderij of een uitbreiding van een bestaande nertsenhouderij is de opstart
of uitbreiding verboden. Zoals aangegeven komen alle overtredingen voor eigen risico
van de ondernemer (Kamerstuk 30 826, nr. 36).
Ik zal tevens een wetsvoorstel voorbereiden tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij
om bestuursrechtelijke herstelsancties mogelijk te maken.
Door middel van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom kan de nertsenhouder
bij een uitbreiding in aantallen nertsen gedwongen worden om het aantal nertsen terug
te brengen naar het maximaal aantal toegestane nertsen.
Dit is een erg effectief middel. Daarnaast zal in beginsel ook strafrechtelijke handhaving
plaatsvinden. Met de voorgestelde wijziging is na de uitspraak in cassatie een complete
handhavingsaanpak mogelijk.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam