30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 156 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2017

Eerbetoon aan sporters die medaille zijn misgelopen door mogelijk dopinggebruik van anderen

Op donderdag 16 februari heb ik bij het Olympisch Stadion in Amsterdam samen met de wereldkampioenen van 2016, NOC*NSF, de Atletencommissie en de Dopingautoriteit, eer betoond aan die sporters die door dopinggebruik van tegenstanders naast de medailles hebben gegrepen. Dit ter uitvoering van een motie* daartoe die in november 2015 is ingediend door de leden Dijkstra en Van Dekken.

In de motie wordt de regering gevraagd om te onderzoeken of individueel eerherstel mogelijk is voor de sporters die dit is overkomen. Dat bleek niet het geval. In veel gevallen worden dopinggebruikende sporters betrapt en de medaille die ze gewonnen hebben tijdens de bewuste wedstrijd wordt dan afgenomen. Deze komt dan immers toe aan iemand anders. Er zijn echter ook situaties waarin er wel een vermoeden is van dopinggebruik, maar dat niet is komen vast te staan (bijvoorbeeld omdat er geen dopingcontrole is uitgevoerd). In die gevallen zijn er schone sporters die niet de medaille krijgen waar ze recht op hebben, maar je geen feiten hebt, alleen vermoedens.

Het liefst biedt je elke individuele sporter die dit overkomt eerherstel. Maar juist omdat de feiten ontbreken weet je niet welke sporters het allemaal betreft. Om die reden is gekozen voor een symbolisch eerbetoon aan deze groep sporters. Door met NOC*NSF, de Atleten Commissie en de Dopingautoriteit in een oorkonde onze steun uit te spreken voor een schone sport en schone sporters. En door die tijdens een korte ceremonie, in aanwezigheid van de Nederlandse Wereldkampioenen van 2016, deze oorkonde (geladen op een usb-stick) in te metselen in de Marathontoren bij het Olympisch Stadion. Op deze manier krijgt het een publiek makkelijk toegankelijke, unieke permanente plek.

Met deze handeling heb ik de motie uitgevoerd, en heb ik met veel plezier de toezeggingen afgedaan, die ik tijdens het wetgevend overleg op 23 november 2015 (Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 152) en tijdens het algemeen overleg op 30 juni 2016 (Kamerstuk 30 234, nr. 146) heb gedaan.

Social media: Website allesoversport.nl en Kenniscentrum Sport

In het wetgevingsoverleg van 21 november 2016 (Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 117) heb ik u toegezegd dat ik via de sociale media van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport extra aandacht zal besteden aan de website allesoversport.nl en aan het Kenniscentrum Sport. Diezelfde dag al is daar mee gestart. Dit heeft in de afgelopen twee maanden een vervolg gekregen via twitter, facebook en instagram. Het Ministerie van VWS heeft zowel de website allesoversport.nl als een aantal activiteiten van het Kenniscentrum Sport voor het voetlicht gebracht. Dit heeft al goede resultaten opgeleverd voor het aantal bezoeken en aantal volgers van allesoversport.nl. De gedane toezegging heb ik hiermee afgedaan. De actieve samenwerking met het Kenniscentrum Sport in het delen en verspreiden van kennis en inspiratie over sport en bewegen zal worden doorgezet.

Duikongevallen

Bij WGO Sport van 21 november 2016 heeft Kamerlid mevrouw Dijkstra naar aanleiding van het toegenomen aantal dodelijke duikongevallen met Nederlandse duikers betere voorlichting over de medische risico’s voor oudere duikers door de organisatoren van duiken bepleit. Daarnaast zou ook de afhandeling van duikongevallen beter georganiseerd kunnen worden aldus mevrouw Dijkstra. Ik heb daarbij toegezegd in overleg te gaan en te kijken waar het aan schort. En of er wat aan gedaan kan worden.

Uit de informatie van Veiligheid NL blijkt 2016 met 6 dodelijke ongevallen een uitschieter te zijn. Volgens dezelfde bronwaren sinds 2011 jaarlijks 1 tot 2 sterfgevallen van duikers te betreuren. Volgens het registratiesysteem van 14 afdelingen voor spoedeisende hulp, schommelde het aantal door hen behandelde duikongevallen in die periode tussen de 4 en 8 ongevallen. Nederland telt ongeveer 400.000 gebrevetteerde sportduikers waarvan 14.500 lid zijn van de Nederlandse Onderwatersportbond. De 6 omgekomen duikers waren nagenoeg allen mannen van ouder dan 55 jaar met medische historie.

Op de website duikkeuring.nl van de Vereniging voor Sportgeneeskunde is al uitgebreide informatie over de veiligheidsaspecten van duiken te vinden. De Onderwatersportbond werkt aan een gedragscode voor haar leden. Daarbij staat centraal dat duikers elkaar aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid voorafgaand en tijdens een duik.

Zowel de Vereniging van Sportgeneeskunde als de Koninklijke Marine bepleiten betere afstemming tussen de 4 in duikongevallen gespecialiseerde behandelcentra over voorlichting, behandelprotocol en onderlinge samenwerking. Ik heb deze behandelcentra (waaronder het Duikmedisch Centrum van de Koninklijke Marine), de Onderwatersportbond en de Vereniging voor Sportgeneeskunde (die duikkeuringen verzorgd) uitgenodigd voor een overleg hierover. In dit overleg worden de organisaties opgeroepen om zoveel mogelijk eenduidigheid aan te brengen in de voorlichting over veilig duiken. Met deze inzet voldoe ik aan de gedane toezegging inzake duikongevallen.

Rapportage Cijfers over vechtsport

In januari 2017 is de rapportage «Cijfers over vechtsport- Een inventariserende studie naar beoefening, aanbod, evenementen en veiligheid van full-contact vechtsporten in Nederland» door het Mulier Instituut gepubliceerd. Vanwege het ontbreken van een cijfermatige onderbouwing van de ontwikkeling van de beoefening en het aanbod van (full-contact) vechtsporten, heeft het Ministerie van VWS het Mulier Instituut in 2016 gevraagd om – samen met het RIVM en het Sociaal en Cultureel Planbureau – een overzicht te geven van bestaande gegevens en aanbevelingen te formuleren voor het monitoren van de ingezette maatregelen. De aanbevelingen betreffen het beter in kaart brengen van landelijke vechtsportdeelname, meer zicht krijgen op vechtsportaanbieders, een verdiepend onderzoek naar sportscholen en een inventarisatie van lokaal beleid bij de organisatie van vechtsportgala’s. De rapportage is bijgevoegd2.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


XNoot
*

Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 143

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven