28 982 Liberalisering energiemarkten

Nr. 110 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 september 2010

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Economische Zaken bij brief van 7 september 2010 inzake de planning van de vergunningverleningprocedure voor het Project CO2-opslag Barendrecht (2010Z12399/2010D33481)

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 september 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van der Ham

De griffier van de commissie,

Franke

1

Kunt u nader ingaan op het communicatietraject dat wordt gestart, waarop u reeds kort ingaat in uw brief van 24 juni 2010 «Bouwstenenadvies EBN en Gasunie en CCS in Noord-Nederland» (Kamerstuk31 209-121)? Welke lessen zijn er getrokken uit het communicatietraject ten aanzien van Barendrecht?

De ervaringen in Barendrecht hebben geleerd dat een goede communicatie essentieel is voor het welslagen van een complex project als CO2-opslag onder land. Belangrijk hierbij is dat de communicatie in een zo vroeg mogelijk stadium start en dat alle partijen, inclusief de betreffende bewoners boven en/of rondom de opslaglocatie, hierbij betrokken worden. Verder moet er sprake zijn van tweerichtingsverkeer, zodat specifieke lokale en regionale situaties bekend zijn zodat – waar mogelijk – eventuele zienswijzen van betrokken partijen kunnen worden meegenomen voordat er cruciale beslissingen worden genomen.

Juist om die reden heb ik, samen met de minister van VROM, al op 28 juni 2010 bestuurlijk overleg gehad met de gedeputeerden uit de drie noordelijke provincies en een aantal burgemeesters van betrokken gemeenten. Er zijn toen afspraken gemaakt om samen met de andere overheden, Natuur en Milieufederaties Drenthe en Groningen en de initiatiefnemers verenigd in de Stichting Borg, een communicatieplatform op te richten. Hierin wordt nu gezamenlijk besproken hoe de communicatie het beste vorm kan krijgen, met als doel de betrokken burgers tijdig, voldoende en transparante informatie over CCS te bieden en hen in de gelegenheid te stellen zich een mening te vormen.

Inmiddels is er een gezamenlijk communicatieplan opgesteld en worden de eerste communicatieactiviteiten door het Rijk, in samenwerking met de betreffende gemeenten, ontplooid: alle betrokken gemeenten hebben een uitgebreid informatiepakket ontvangen, deze maand worden in een aantal gemeenten informatiebijeenkomsten gehouden voor bewoners en er komt een onafhankelijk expertplatform dat vragen van burgers zal inventariseren en beantwoorden. Tevens zal er een dialoog met de burgers uit het Noorden worden opgestart onder leiding van een onafhankelijke voorzitter.

2

Hoe verhouden de voorbereidingen voor het opzetten van een grootschalig demonstratieproject in Noord-Nederland zich tot een toekomstig Kamerbesluit? Kan de Kamer in de toekomst nog besluiten om voorlopig af te zien van CO2-opslag onder land zonder dat het rijk met claims van betrokken partijen, zoals het brede consortium van partijen, geconfronteerd zal worden?

Er zijn nog geen definitieve besluiten genomen c.q. harde toezeggingen gedaan ten aanzien van een grootschalig opslagproject in het noorden. In juridische zin is er geen sprake van verplichtingen van rijkszijde. Een besluit tot stopzetting zal in die zin geen (directe) financiële gevolgen voor het Rijk hebben.

3

Kunt u toelichten wanneer de projectaanvragen voor EU-subsidie ingediend moeten worden?

Dit is nog niet duidelijk. Eerst moet de Europese Commissie de tendervoorwaarden publiceren. Daarin is ook opgenomen wanneer de voorstellen moeten worden ingediend bij de nationale overheden en wanneer ze uiterlijk moeten worden doorgeleid naar de Commissie. De verwachting is dat de tendervoorwaarden de komende weken gepubliceerd worden.

4

Kunt u toelichten of het mogelijk is dat partijen de projectaanvragen alvast indienen zodat een volgend kabinet direct een beslissing kan nemen?

Nee, dit lijkt niet mogelijk. Voordat de bedrijven een businesscase kunnen opstellen, moeten eerst de tendervoorwaarden van de EU bekend zijn. De bedrijven dienen de voorstellen bij het Rijk in. Vervolgens wil ik eerst de voorstellen grondig bestuderen voordat er een besluit wordt genomen om deze wel of niet door te geleiden naar de Commissie.

5

Acht u het mogelijk en wenselijk om de twee inloopavonden op respectievelijk 15 en 22 september a.s. over het Project CO2-opslag Barendrecht en de verdere procedure, door u en de minister van VROM geïnitieerd, uit te stellen met het oog op een zorgvuldige communicatie gezien het feit dat deze tot verwarring kunnen leiden?

De informatieavonden op 15 en 22 september 2010 zijn gerelateerd aan de kennisgeving van het voornemen tot het opstellen van een MER-plichtig rijksinpassingsplan. Deze kennisgeving heeft, in lijn met de toezegging aan uw Kamer om voorbereidende stappen te zetten in het vergunningverleningstraject, volgens plan plaatsgevonden eind augustus 2010. Eenieder kan tot 4 oktober 2010 een zienswijze indienen over de reikwijdte en het detailniveau van de MER. Met de informatieavonden worden mensen in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen en informatie te krijgen zodat men, als men dat wenst, goed geïnformeerd een mondelinge of schriftelijke inspraakreactie kan geven. Op basis van signalen uit de gemeente Barendrecht, onder andere uit het door het Rijk opgezette Informatiepunt CO2-opslag, constateren wij dat de behoefte aan een dergelijke informatieavond groot is. Gelet op de looptijd van de inspraaktermijn lijkt uitstel van de informatieavonden mij niet wenselijk. De aanwezige vertegenwoordigers van de Rijksoverheid zullen uitleggen dat de stappen die nu gezet worden in het project, voorbereidende stappen zijn en dat een definitief besluit over het doorgaan van het project aan een volgend kabinet is.

Naast bovenstaande vijf vragen vroegen de leden van de vaste commissie mij om, voorafgaand aan een nog te plannen algemeen overleg inzake CO2-opslag, een actueel en bijgesteld overzicht van het Project Barendrecht aan uw Kamer te sturen. Ik voldoe graag aan dit verzoek. Voor nu kan ik u melden dat, ten opzichte van de brief van 13 juli jl., de kennisgeving van het voornemen om een rijksinpassingsplan op te stellen en de notitie reikwijdte en detailniveau volgens plan zijn geopenbaard, maar dat de verlening van de opslagvergunning nog niet heeft plaatsgevonden omdat meer tijd nodig is voor overleg met de initiatiefnemer om de aanvraag rond te maken.

Tenslotte heeft de vaste commissie voor Economische Zaken mij gevraagd de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Vendrik mee te nemen. Deze antwoorden zijn u op 8 september jl. door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer separaat toegestuurd.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Albayrak, N. (PvdA), Ham, B. van der (D66), fng voorzitter, Aptroot, Ch.B. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Koppejan, A.J. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Rouwe, S. de (CDA), Groot, V.A. (PvdA), Tongeren, L. van (GL), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Ziengs, E. (VVD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Nieuwenhuizen, C. van (VVD), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Schaart, A.H.M. (VVD) en Verhoeven, K. (D66).

Plv. leden: Jadnanansing, T.M. (PvdA), Veldhoven, S. van (D66), Neppérus, H. (VVD), Veen, E. van der (PvdA), Klijnsma, J. (PvdA), Irrgang, E. (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Atsma, J.J. (CDA), Koopmans, G.P.J. (CDA), Sharpe, J.E.J.W. (PVV), Karabulut, S. (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Hijum, Y.J. van (CDA), Dam, M.H.P. van (PvdA), Klaver, J.F. (GL), Jong, L.W.E. de (PVV), Weekers, F.H.H. (VVD), El Fassed, A. (GL), Steur, G.A. van der (VVD), Dijck, A.P.C. van (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Lodders, W.J.H. (VVD) en Vacature, (D66)

Naar boven