28 638
Mensenhandel

nr. 46
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2009

Op 29 oktober jl. heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel haar 7e rapportage heeft uitgebracht. In de rapportage worden – onder meer – aanbevelingen gedaan met betrekking tot de aanpak van mensenhandel en de opvang van slachtoffers van mensenhandel. De Staatssecretaris van Justitie en ik streven ernaar om voor het aanstaande kerstreces de kabinetsreactie op deze rapportage – en de aanbevelingen in het bijzonder – aan u te zenden. De rapportage is overigens te lezen op de website van het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel (www.bnrm.nl).

Daarnaast is tijdens een wetgevingsoverleg met uw Kamer op 8 juni jongstleden1 aan mij de vraag gesteld of de taak van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel kan worden uitgebreid met het onderwerp kinderpornografie. Ik heb hierop geantwoord dat ik mij dit goed kon voorstellen en dat ik daarover in gesprek was met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Dit gesprek heeft er inmiddels toe geleid dat vanaf 1 oktober jongstleden de Nationaal Rapporteur Mensenhandel ook belast is met de rapportering over de omvang en kenmerken van kinderpornografie en de aanpak en bestrijding hiervan. De «Regeling instelling Nationaal Rapporteur Mensenhandel» is inmiddels aangepast en zal binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd.

In de brief over de voortgang aanpak kinderpornografie, die ik uw Kamer eind deze maand zal doen toekomen, zal ik u nader informeren over de achtergrond van deze taakuitbreiding.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 808 (R 1872), nr. 6.

Naar boven