28 375
Kabinetsformatie 2002

nr. 23
BRIEF VAN DE FORMATEUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juli 2002

Hierbij zend ik u, daartoe gemachtigd door Hare Majesteit de Koningin, afschrift van het verslag van mijn formatiewerkzaamheden.

Tevens bied ik u aan de definitieve doorrekening die het Centraal Planbureau heeft gemaakt van het strategisch akkoord.1 Tabel 2 reële uitgavenontwikkeling 2003–2006 van het strategisch document (bron: voorlopige doorrekening CPB) komt hiermee te vervallen en kan worden vervangen door tabel 2.1 uit de definitieve doorrekening van het CPB.

Tenslotte gaat hierbij een lijst van aan de informateur en formateur toegezonden brieven, nota's en adviezen1.

J. P. Balkenende

Aan de Koningin

Den Haag, 22 juli 2002

Majesteit,

Op 4 juli 2002 verstrekte u mij de opdracht om – in aanmerking nemende de in het eindverslag d.d. 4 juli jl. van de informateur vermelde conclusie – een kabinet van CDA, LPF en VVD te vormen. Ik heb daarop verzocht deze opdracht in beraad te mogen houden in afwachting van mijn bevindingen terzake. Regelmatig heb ik u op de hoogte mogen houden van het verloop van mijn werkzaamheden.

De informateur heeft in bovengenoemd eindverslag vastgesteld dat de fractievoorzitters van CDA, LPF en VVD bereid waren medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een kabinet van CDA, LPF en VVD met als programmatische basis het strategisch akkoord van 3 juli 2002, zoals dat naar aanleiding van het plenair debat in de Tweede Kamer van 4 juli 2002 over het akkoord vervolgens is aangevuld. Tegen deze achtergrond heb ik een aantal gesprekken met de waarnemend fractievoorzitter van het CDA en de fractievoorzitters van LPF en VVD, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, gevoerd. In deze besprekingen heb ik overleg gevoerd over de samenstelling van het kabinet, de verdeling van de ministers- en staatssecretarisposten en de kandidaten voor ministersposten en staatssecretariaten. Voorts heb ik met hen de taakomschrijvingen van de staatssecretarissen besproken.

De uitkomst van deze besprekingen is dat, gelet op de bijzondere aandacht die dient uit te gaan naar het nader tot een oplossing brengen van vraagstukken verband houdende met vreemdelingzaken en integratie, is besloten tot het voordragen voor benoeming van een minister zonder portefeuille, belast met aangelegenheden betreffende Vreemdelingenzaken en Integratie. Deze minister zal bij het ministerie van Justitie worden ondergebracht. Overeengekomen is verder de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het bijzonder een taak te geven ten aanzien van aangelegenheden betreffende de openbare orde en veiligheid. Tevens is besloten af te zien van een minister zonder portefeuille, belast met aangelegenheden betreffende Ontwikkelingssamenwerking en van een minister zonder portefeuille belast met het Grote Steden- en Integratiebeleid.

Besproken is verder in lijn met het inmiddels staande gebruik dat de staatssecretaris van Economische Zaken in het buitenland de titel voert van minister voor Buitenlandse Handel, en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken belast met ontwikkelingssamenwerking in het buitenland de titel van minister voor Ontwikkelingssamenwerking zal voeren.

Op 17 en 18 juli 2002 heb ik de kandidaat-ministers ontvangen en op 18, 19 en 20 juli 2002 de kandidaat-staatssecretarissen. Ook met hen heb ik de taakomschrijving besproken.

Voorts heb ik een telefonisch onderhoud gehad met de gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen en de gevolmachtigde minister van Aruba, teneinde hen te informeren en hun inzicht in te winnen met betrekking tot de behartiging van Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse aangelegenheden.

Op 22 juli heeft de constituerende vergadering plaatsgevonden. Mede ter uitvoering van afspraken in het strategisch akkoord is afgesproken te bevorderen dat de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van telecommunicatie en post van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, alsmede de aangelegenheden ten aanzien van marktordening en tarieven voor het gebruik van de infrastructuur van de kabelsector en ten aanzien van digitale televisie en radio via de ether van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen worden overgedragen aan het ministerie van Economische Zaken. Tevens werd afgesproken de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van de voorzieningen voor gehandicapten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over te dragen aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van de aangelegenheden op het terrein van kinderopvang van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over te dragen aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Verder is afgesproken de aangelegenheden op het terrein van integratie en de coördinatie van minderheden over te brengen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar het ministerie van Justitie.

De mogelijkheid van naamswijziging van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in Onderwijs, Cultuur, Wetenschap is aan de orde geweest.

Na afloop van de constituerende vergadering heb ik u kunnen meedelen de mij gegeven opdracht te aanvaarden.

Naar aanleiding daarvan kan ik u voorts mededelen dat de volgende personen bereid zijn als minister tot het kabinet toe te treden:

Prof.mr.dr. J. P. BalkenendeMinister-President, Minister van Algemene Zaken
  
Mr. J. G. de Hoop SchefferMinister van Buitenlandse Zaken
  
Mr. J. P. H. DonnerMinister van Justitie
  
De heer J. W. RemkesMinister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  
Mevrouw M. J. A. van der HoevenMinister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
  
Drs. J. F. HoogervorstMinister van Financiën
  
Mr. A. H. KorthalsMinister van Defensie
  
De heer H. G. J. KampMinister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
  
De heer R. H. de BoerMinister van Verkeer en Waterstaat
  
Mr. H. Ph. J. B. HeinsbroekMinister van Economische Zaken
  
Prof.dr. C.P. VeermanMinister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
  
Mr. A. J. de GeusMinister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  
Prof.dr. E. J. BomhoffMinister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  
Mr. H. P. A. NawijnMinister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

De volgende personen zijn bereid als staatssecretaris tot het kabinet toe te treden:

Mr.drs. A. NicolaïStaatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken)
  
Mevrouw A. M. A. van Ardenne-van der HoevenStaatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ontwikkelingssamenwerking)
  
De heer R. H. HessingStaatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  
Mevrouw drs. A. D. S. M. NijsStaatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
  
Mr.drs. C. H. J. van LeeuwenStaatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Cultuur en Media)
  
Drs. S. R. A. van EijckStaatssecretaris van Financiën
  
De heer C. van der KnaapStaatssecretaris van Defensie
  
Drs. P. B. L. A. van GeelStaatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
  
Mevrouw drs. M. H. Schultz van Haegen-Maas GeesteranusStaatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
  
Mr.drs. J. G. WijnStaatssecretaris van Economische Zaken
  
Ir. B. J. OdinkStaatssecretaris van Landbouw, Natuur- beheer en Visserij
  
Drs. M. RutteStaatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  
Mevrouw R. R. P. BijlhoutStaatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Emancipatie en familiezaken)
  
Mevrouw drs. C. I. J. M. Ross-Van DorpStaatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Op grond van bovenstaande moge ik u in overweging geven geen ontslag als minister te geven aan mr. A.H. Korthals en de overige bovengenoemde personen tot minister respectievelijk staatssecretaris te benoemen.

Gaarne dank ik u voor het in mij gestelde vertrouwen.

Met gevoelens van hoge achting,

J. P. Balkenende


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven