26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2018

Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van de verwervingsvoorbereiding (D-fase) van het project «Voertuig 12kN Air Assault (AASLT)» dat onderdeel is van het programma Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW). Dit programma betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van Defensie die de basismobiliteit vormen van nagenoeg alle eenheden.

Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type voertuig. Deze worden naar behoefte voorzien van een laadbak met huif of containers met de benodigde functionaliteit (commandovoering, verbindingen, werkplaats, brandstof-transport). De middelzware en zware typen vrachtauto’s worden containerdragers. Het programma bestaat uit acht projecten.

Overeenkomstig het Defensie Materieel Proces (DMP) is in het programma DVOW, op grond van de financiële omvang, onderscheid gemaakt tussen gemandateerde en niet-gemandateerde projecten.

De volgende projecten zijn gemandateerd:

  • (1) Voertuig 7,5kN;

  • (2) Brandstofcontainers;

  • (3) Containerhefmiddel;

  • (4) Voertuig Quad.

De overige vier projecten zijn niet gemandateerd:

  • (1) Voertuigen 50kN, 100kN, 150kN;

  • (2) Containersystemen en subsystemen;

  • (3) Voertuig 12kN Air Assault;

  • (4) Voertuig 12kN & Remote Controlled Weapon Station.

Vorig jaar bent u met een D-brief geïnformeerd over de verwerving van de voertuigen 50kN, 100kN, 150kN (Kamerstuk 27 830, nr. 201 van 9 juni 2017). Het contract voor deze voertuigen is ondertekend. Over het project Containersystemen en subsystemen bent u onlangs geïnformeerd (Kamerstuk 26 396, nr. 112 van 12 oktober 2018).

Aanbesteding en realisatie

Het project «Voertuig 12kN Air Assault» behelst de levering van en het onderhoud aan 515 12 kN Air Assault voertuigen (hierna: voertuigen) die als tactisch transportmiddel benodigd zijn voor het operationeel optreden van de 11e Luchtmobiele Brigade. Het voertuig wordt in drie hoofdvarianten aangeschaft, te weten een gevechts-, een logistieke en een gewondentransport variant. Het voertuig kan in het inzetgebied zowel uitrusting als militairen snel verplaatsen en kan naar en van het inzetgebied met luchttransport vervoerd worden. De gevechtsvariant moet in de Chinook helikopter vervoerd kunnen worden, alle varianten moeten onder deze helikopter verplaatst kunnen worden.

Tevens bevat het contract opties voor additionele voertuigen. Dit is mogelijk tot 5 jaar na acceptatie van het laatste voertuig uit de initiële levering.

De levering van en het onderhoud aan de voertuigen voor minimaal de komende tien jaar zijn als één geheel aanbesteed, overeenkomstig de Aanbestedingswet Defensie & Veiligheid (ADV). Over de verwervingsstrategie van dit deelproject is de Kamer geïnformeerd met de C-brief van 3 juli 2015 (Kamerstuk 26 396, nr. 105). In de selectiefase hebben negen partijen zich aangemeld. Na selectie zijn vijf kandidaten geschikt bevonden voor de volgende fase. In deze fase heeft Defensie, na de terugtrekking van twee kandidaten, met de overgebleven drie partijen een dialoog gevoerd over technische en logistieke aspecten, en onderwerpen zoals de leverings- en onderhoudsvoorwaarden. Een van de technische aspecten die een cruciale rol vervult in dit project is de eis dat het voertuig in en onder een helikopter moet kunnen worden vervoerd. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld inzicht te verkrijgen in het complexe samenspel van eisen op het snijvlak van voertuiggewicht, laadvermogen, bepantsering, voertuigafmetingen en luchtwaardigheidseisen.

In de inschrijvingsfase hebben de drie overgebleven geselecteerde bedrijven een definitieve, geldige inschrijving ingediend. Van deze bedrijven komen er twee uit Nederland, te weten Defenture BV. en Mercedes-Benz Cars Nederland B.V. (MBCNL). Het derde bedrijf Jankel Armouring Limited is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.

Op grond van vooraf bekend gestelde gunningscriteria is de leverancier bepaald. De gunningscriteria hebben betrekking op prijzen (levensduurkosten) en de kwaliteit. De levensduurkosten bestaan uit investeringskosten en onderhoudskosten. De kwalitatieve criteria zijn onder meer laadvermogen, emissie reductie, actieradius, netwerkdekking van de onderhoudsvestigingen, klimaat in het voertuig en voertuiggewicht.

Zowel een substantieel prijsverschil als de kwaliteit zijn van belang geweest bij de keuze voor MBCNL als leverancier. De voertuigen moeten voldoen aan de laatste richtlijnen op het gebied van veiligheid, kwaliteit, arbo en milieu, zoals emissie, gevaarlijke stoffen en bescherming.

Onderhoud

Tijdens het gebruik is in hoofdzaak de leverancier verantwoordelijk voor het onderhoud. Dit is echter anders tijdens operationele missies. Civiele monteurs zijn niet opgeleid en ook vaak niet bereid om hun werk te doen in de mogelijk risicovolle omstandigheden waarin de krijgsmacht operationeel moet optreden. Bij missies zorgt Defensie daarom voor het onderhoud, ondersteund door de leverancier.

In Nederland, in reguliere omstandigheden, zorgt de leverancier voor de beschikbaarheid van de voertuigen en hij draagt hiervoor het financiële risico. Het onderhoud aan de voertuigen wordt in beginsel uitgevoerd op de hoofdlocatie van 11e Luchtmobiele Brigade, Schaarsbergen. De voertuigen van eenheden die elders in Nederland zijn gestationeerd worden eveneens in Schaarsbergen onderhouden, dan wel in een werkplaats van de leverancier in de omgeving van de betreffende eenheid. Het onderhoud in Nederland wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de leverancier door hetzij civiele monteurs dan wel door militaire monteurs onder toezicht van de leverancier. Daarbij is de leverancier contractueel verplicht tien jaar lang reservedelen, documentatie en speciale gereedschappen beschikbaar te stellen en te beheren. Het betreft een zogenoemd prestatiecontract waarin de leverancier verantwoordelijk is voor een vastgelegde prestatie of beschikbaarheid van het systeem. Het contract bevat een optie om het onderhoud twee maal met vijf jaar te verlengen.

Tijdens missies is de onderhoudsovereenkomst niet van toepassing op het desbetreffende materieel. Wel dient de leverancier, op basis van een afzonderlijke opdracht van Defensie, een op de missie afgestemd pakket reservedelen samen te stellen en te leveren. Tijdens de missie is Defensie verantwoordelijk voor de opvoer van de reservedelen vanuit Nederland naar het missiegebied en het uitvoeren van het onderhoud door militaire monteurs die door de leverancier zijn opgeleid.

Overige aspecten

Industriële participatie

Het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK) bepaalt bij de start van een aanbesteding door Defensie voor een militair systeem per geval in hoeverre industriële participatie (IP) wordt gevraagd. Voor het voertuig heeft daarover consultatie plaatsgevonden tussen het Ministerie van Defensie, de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) en het Ministerie van EZK. Op basis daarvan is vervolgens bepaald dat voor het project «Voertuig 12kN AASLT» IP zal worden gevraagd.

Met de door het Ministerie van Defensie geselecteerde kandidaten heeft EZK de plannen besproken waarin de kandidaten uiteenzetten hoe zij de (kennis)positie van de Nederlandse Defensie en Veiligheid gerelateerde Industrie (DVI) willen versterken. De beoogde activiteiten zijn in lijn met het door EZK opgestelde Industriële Participatie-beleid. De verwachting is dat een substantieel deel van de werkzaamheden voor de productie en onderhoud van de voertuigen voor de Nederlandse krijgsmacht in samenwerking met Nederlandse bedrijven zal worden uitgevoerd. De verdere ontwikkeling en uitvoering van de IP plannen gebeurt in overleg tussen EZK en de door Defensie gekozen leverancier. De resultaten van het IP-beleid worden tweejaarlijks aan de Tweede Kamer gerapporteerd.

Internationale samenwerking

Zoals in de C-brief van 3 juli 2015 (Kamerstuk 26 396, nr. 105) reeds is gemeld, hebben pogingen om tot internationale samenwerking te komen niet tot een positief resultaat geleid.

Risico’s

Binnen het programma DVOW is ten behoeve van de beheersbaarheid van de risico’s gekozen voor een risicoregister. Met de C-brief bent u geïnformeerd over de risico’s binnen het project «Voertuig 12kN Air Assault (AASLT)» die toentertijd waren geïdentificeerd. Het betrof de risico’s haalbaarheid van eisen, kennisverlies binnen de projectorganisatie en prijsverhogingen door industriële participatie. Deze risico’s hebben zich niet voorgedaan.

In de verwervingsvoorbereiding van het project «Voertuig 12kN AASLT» is nog een ander risico geïdentificeerd. Dit risico heeft betrekking op de bijstelling van de kwalitatieve behoefte aan de hand van Engineering Change Proposals die het resultaat kunnen zijn van toekomstige aanvullende eisen. Voor de mitigatie van dit risico is budget beschikbaar binnen het project.

Financiële aspecten

Investering

Met het deelproject «Voertuig 12kN Air Assault (AASLT)» is een investering gemoeid tussen de € 100 miljoen en € 250 miljoen. De investering komt in de jaren 2019 tot en met 2023 ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Het bedrag wordt gefinancierd uit het programmabudget DVOW. In de commercieel vertrouwelijke bijlage bij deze brief is een overzicht opgenomen van de investeringsuitgaven1.

Exploitatie

De exploitatiekosten zijn aan de hand van een analyse van de levensduurkosten vastgesteld. Alle onderhouds- en herstelwerkzaamheden, inclusief de reservedelen, vallen onder de geraamde exploitatiekosten. In de commercieel vertrouwelijke bijlage bij deze brief is het geraamde bedrag opgenomen.

Vooruitblik

De Nederlandse industrie is nauw betrokken bij de ontwikkeling en productie van de voertuigen. Na productie van het chassis van het voertuig door Mercedes Benz, in Oostenrijk, zijn Nederlandse bedrijven verantwoordelijk voor de opbouw van de voertuigen en de beschermende onderdelen (pantser). Daarnaast worden de voertuigen deels onderhouden door de Nederlandse dealernetwerk van MBCNL.

Ik wil het contract met de leverancier, MBCNL, eind 2018 ondertekenen. Vervolgens kunnen de eerste voertuigen in het eerste kwartaal van 2021 worden geleverd. Defensie ontvangt de laatste voertuigen in 2023. Met het oog op de voortgang van het project verzoek ik de Kamer deze brief spoedig te behandelen.

Met dit voertuig beschikt de 11e Luchtmobiele Brigade over een voertuigconcept dat voldoet aan stringente eisen op het gebied van afmetingen, gewicht en luchtwaardigheid waardoor het voertuig van grote meerwaarde is voor het luchtmobiele optreden.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven