Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2014
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van € 140.391.927,46 voor uitvoer van militair materieel naar Trinidad
en Tobago.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
van kustwachtpatrouilleschepen naar Trinidad en Tobago. De patrouilleschepen zijn
bestemd voor de kustwacht van Trinidad en Tobago. Een deel van de patrouilleschepen
wordt uitgerust met een 20mm boordkanon en voorzien van montagepunten voor machinegeweren.
De patrouilleschepen zullen worden ingezet voor maritieme surveillance, onder meer
ten behoeve van het tegengaan van drugs- en mensensmokkel en reddingsacties in de
kustwateren rond Trinidad en Tobago.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan hier de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria
wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende
argumenten:
Criterium 2 (mensenrechten)
Ten aanzien van de mensenrechtensituatie in Trinidad en Tobago zijn er enkele punten
van zorg. Er zijn meldingen van geweld door politie tegen verdachten, wat in een aantal
gevallen geleid heeft tot de dood van verdachten. Daarnaast is er sprake van slechte
omstandigheden en het gebruik van geweld in gevangenissen. In verschillende civiele
zaken hebben slachtoffers van geweld in gevangenissen compensatie gekregen, maar er
zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat overtreders ook succesvol strafrechtelijk vervolgd
worden. Tevens bestaan er zorgen over corruptie, de positie van vrouwen en het onvoldoende
waarborgen van LGBT-rechten.
De kustwacht van Trinidad en Tobago is echter niet betrokken bij de geconstateerde
zorgen.
Criterium 4 (regionale stabiliteit)
Met Barbados en Venezuela zijn er sporadisch politieke spanningen over visserijactiviteiten
in de respectievelijke territoriale wateren en exclusieve economische zones. Daarnaast
was eerder sprake van een enigszins gespannen relatie met Venezuela over oliereserves
in het grensgebied tussen Trinidad en Tobago en Venezuela. Op dit moment is de verhouding
tussen Trinidad en Tobago en Venezuela stabiel. Een eerder geschil over maritieme
grenzen met Barbados werd in 2006 door Permanente Hof van Arbitrage naar redelijke
tevredenheid van beide partijen opgelost.
Onderhavige patrouilleschepen zijn vooral geschikt voor kustwachttaken en zullen de
regionale militaire balans niet verschuiven. Het risico op militaire escalatie van
de geschillen is tevens zeer gering.
Criterium 5 (Veiligheid NL en bondgenoten)
Onderhavige transactie vormt geen risico voor de Nederlandse defensie- en veiligheidsbelangen,
of die van bondgenoten.
Trinidad en Tobago is een belangrijk knooppunt voor het transport van drugs naar Europa,
West-Afrika en Noord-Amerika en wordt door o.a. de VS regelmatig opgeroepen meer te
doen aan de bestrijding van grensoverschrijdende (drugs)criminaliteit. De levering
van onderhavige patrouilleschepen stelt Trinidad en Tobago in staat om effectiever
op te treden tegen grensoverschrijdende (drugs)criminaliteit, waar Nederland ook baat
bij heeft.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen