Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2018
Het lid Hijink verzocht in juni 2017 via een motie1 om een onderzoek naar het bedrag dat de EU jaarlijks uitgeeft aan de uitvoeringskosten
van de EU-begroting. In deze brief ga ik in op dat verzoek.
Voor de beantwoording van de motie hanteer ik de Commissiedefinitie van administratieve
uitgaven op de EU-begroting die nodig zijn om de EU te laten functioneren, aangezien
deze cijfers publiek beschikbaar zijn. Niet al deze administratieve uitgaven hebben
echter een directe relatie met de beheers-, management- en controlelasten van de EU-begroting.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de kosten van Europese scholen en het Economisch en Sociaal
Comité. Voor de volledigheid heb ik alle administratieve uitgaven meegenomen in de
beantwoording van de motie.
De administratieve kosten van de Europese Unie worden grotendeels verantwoord op categorie 5
van de Europese begroting. Deze categorie bestaat uit alle administratieve uitgaven
van de instellingen die onder de EU-begroting vallen (bijv. salarissen, uitgaven aan
gebouwen), de pensioenen en de Europese scholen. Tabel 1 geeft een overzicht voor
de gemiddelde uitgaven in de periode 2014–2016. Met uitzondering van de uitgaven van
de Europese Commissie bestaan de begrotingen van de instellingen enkel uit administratieve
uitgaven. Aangezien de EU-begroting aparte budgetten bevat voor elke instelling geeft
de tabel tevens een overzicht van de totale betalingen per instelling. Instellingen
als de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Investeringsbank (EIB) zijn onderdeel
van de Europese Unie, maar vallen niet onder de EU-begroting en zijn daarom niet meegenomen.
De EU-begroting onderscheidt vastleggingen en betalingen. Vastleggingen zijn verplichtingen
die de Commissie aan kan gaan en die in hetzelfde jaar of in latere jaren tot betaling
kunnen komen. Betalingen zijn daadwerkelijke kasbetalingen in een jaar. In de tabellen
zijn betalingen opgenomen, aangezien deze relevant zijn voor het niveau van de Nederlandse
afdrachten aan de EU-begroting.
Bron: Financial Report EU budget 2014, 2015 en 2016
De agentschappen van de Europese Unie vallen op de Europese begroting niet onder categorie
5 voor administratieve uitgaven, maar onder de beleidsinhoudelijke categorieën waaruit
ze een bijdrage uit de Europese begroting ontvangen. Daarnaast financieren een aantal
agentschappen zich (deels) zelf via heffingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Agentschap
voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).
Tabel 2 geeft een overzicht van de gemiddelde betalingen van agentschappen in de periode
2014–2016. Voor de volledigheid zijn alle typen uitgaven van de agentschappen opgenomen.
Tabel 2: uitgaven agentschappen gemiddeld 2014–2016 (in miljoenen euro)
|
Betalingen
|
Werknemers
|
964
|
Administratieve uitgaven
|
344
|
Operationele uitgaven
|
1.549
|
Totaal
|
2.856
|
Bron: Consolidated Annual Accounts of the European Union 2014, 2015 en 2016
Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra