17 741
Westerschelde Oeververbinding

nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2003

Hierbij bied ik u, in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten, de dertiende en laatste Voortgangsrapportage1 van de Westerscheldetunnel aan, inclusief de bijbehorende rapportage van de accountantsdienst1. De rapportage bestrijkt de periode 1 juli 2002 tot en met 31 december 2002.

Op 29 september 1995 besloot het kabinet tot aanleg van de Westerscheldetunnel, waarvan de opening destijds was voorzien op 15 november 2002. Thans, bijna 7½ jaar verder, is de tunnel een feit. Op 14 maart 2003 is de langste tunnel voor autoverkeer in Nederland, de Westerscheldetunnel, door Hare Majesteit Koningin Beatrix officieel ge-opend. Hoewel 4 maanden later dan in 1995 voorzien, is dit voor een dergelijk infrastructureel project een prestatie van formaat.

De opening is de kroon op de afronding van een uitdagend en enerverend bouwproject, waaraan velen, vaak ook letterlijk, hun steentje hebben bijgedragen. De opening was tevens het startsein voor de exploitatie van de tunnel.

Met de opening van de tunnel is de actuele voortgang in één zin samengevat. De belangrijkste activiteiten in de eerste maanden van 2003 waren het afbouwen van de tunnel en het tolplein, het testen van installaties en het werven en opleiden van personeel. Onder grote tijdsdruk is vaak 7 dagen per week en 24 uur per dag gewerkt om de opening per 14 maart 2003 mogelijk te maken.

Hiermee is de belangrijkste mijlpaal bereikt in het project Westerscheldetunnel. In de komende maanden zal de bouw van de Westerscheldetunnel worden afgerond: dit bestaat onder meer uit het herstellen van enkele kleine gebreken.

Ook in financieel en administratieve zin zullen de boeken van het project worden gesloten. Tenslotte zal het project worden geëvalueerd.

Aangezien de bijgevoegde dertiende Voortgangsrapportage tevens de laatste rapportage is, zal ik hieronder ingaan op de belangrijkste gebeurtenissen in de periode van 1 januari 2003 tot en met 14 maart 2003. De rapportage van de accountantsdienst geeft mij geen aanleiding tot het maken van aanvullende opmerkingen.

Plafondbedrag referentietarief

Op 15 januari 2003 heb ik u, ingevolge artikel 9 tweede lid, van de Tunnelwet Westerschelde, de regeling aangeboden ter vaststelling van het plafond van het eerste referentietarief van de N.V. Westerscheldetunnel. De regeling gaat uit van een plafondbedrag van € 4,– inclusief omzetbelasting. In de door de NV Westerscheldetunnel (hierna N.V.) op 2 oktober 2002 voorgestelde tariefstructuur is hierop geanticipeerd.

De regeling is op 16 januari 2003 in de Staatscourant gepubliceerd en op 14 maart 2003 (8 weken na publicatie) in werking getreden. Daarmede is de door de N.V. voorgestelde tariefstructuur definitief.

Verzekeringen

Op grond van de in het contract N.V. – Staat (zie 8ste Voortgangsrapportage) gemaakte afspraken heeft de directie van de N.V. Westerscheldetunnel een voorstel gedaan inzake het door de N.V. af te sluiten verzekeringspakket. De directie heeft voorgesteld om thans geen opstal- en/of bedrijfsschadeverzekering te sluiten.

Ik deel de mening van de directie dat, gegeven de huidige situatie op de verzekeringsmarkt, de verwachte premie thans niet in verhouding staat tot de kans dat zich een calamiteit voordoet en de gevolgen daarvan. Dat laat uiteraard onverlet dat zowel het voorkomen als het beheersen van de gevolgen van een calamiteit als deze zich onverhoopt toch voordoet, tot de verantwoordelijkheid van de NV worden gerekend.

Op 26 maart 2003 heeft de aandeelhoudersvergadering ingestemd met het voorstel van de directie. Dit laat onverlet dat het in het belang van de N.V. kan zijn zich periodiek op de verzekeringsmarkt te blijven oriënteren.

Financiële situatie

Over de in de voortgangsrapportage opgenomen claims (boorschilden/indexering/inzet duikers) bestaat nog steeds geen overeenstemming met de aannemer. De N.V. streeft ernaar dit jaar tot een definitieve afwikkeling van de claims te komen. Mocht dit, anders dan de N.V. thans voorziet, leiden tot de betaling van een schadevergoeding, dan zal ik u daarover informeren in de nog uit de voeren eindevaluatie.

Verder is in de 13de Voortgangsrapportage reeds aangegeven dat de post onvoorzien toereikend zou zijn, onder voorbehoud van de hierboven genoemde afwikkeling van claims. Deze situatie is ongewijzigd. Op 14 maart 2003 was nog circa € 12 miljoen aanwezig in de post onvoorzien.

Met ingang van 15 maart 2003 is de exploitatiefase aangevangen. Dat betekent dat de N.V. inkomsten verkrijgt uit tolopbrengsten en de exploitatiebijdragen van de Staat en de provincie Zeeland. Daar staan onderhouds- en exploitatiekosten tegenover.

Naar verwachting zal het gecombineerde resultaat van bovenstaande aspecten reeds in 2003 leiden tot een positief kaseffect. De ultimo 2003 beschikbare kasmiddelen spelen een rol bij de vaststelling van het in 2003 uit te keren interim dividend.

Eindevaluatie

Tenslotte merk ik op dat u conform mijn eerdere toezegging, vóór het einde van dit jaar een eindevaluatie van het project zult ontvangen conform het gestelde in de Procedure-regeling.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

R. H. de Boer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven