81 (1980) Nr. 10

A. TITEL

Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen;

’s-Gravenhage, 25 oktober 1980

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 000692 in de Verdragenbank.

E. PARTIJGEGEVENS

Het Koninkrijk der Nederlanden heeft in overeenstemming met artikel 42, eerste lid, van het Verdrag op 27 november 2023 voor Curaçao een voorbehoud gemaakt inzake artikel 26, tweede lid, van het Verdrag. De tekst van het voorbehoud luidt als volgt:

The Kingdom of the Netherlands, for Curaçao, shall not be bound to assume any costs referred to in the second paragraph of Article 26 of the Convention on the Civil Aspects of International Child Abduction, done at The Hague on 25 October 1980, resulting from the participation of legal counsel or advisers or from court proceedings, except insofar as those costs may be covered by its system of legal aid and advice.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 43, tweede lid, van het Verdrag op 1 februari 2024 voor Curaçao in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt het Verdrag dat voor Nederland (het Europese en het Caribische deel) gold, vanaf 1 februari 2024 voor Nederland (het Europese en het Caribische deel) en Curaçao.

Uitgegeven de drieëntwintigste februari 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. BRUINS SLOT

Naar boven