18 (1990) Nr. 4

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken inzake de voorkoming van incidenten op zee buiten de territoriale wateren, met bijlage;

Moskou, 19 juni 1990

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 004026 en 013640 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Op 23 december 2021 is te Moskou tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Russische Federatie een Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tot stand gekomen. De Nederlandse en de Russische tekst van het Protocol luiden als volgt:


Protocol tot wijziging van de Overeenkomst van 19 juni 1990 tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake de voorkoming van incidenten op zee buiten de territoriale wateren

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van de Russische Federatie, hierna te noemen „de Partijen”,

Geleid door de wens de veiligheid van de vaart van hun schepen en van de vluchten van hun luchtvaartuigen buiten de territoriale wateren op een hoger niveau te waarborgen,

Erkennend dat het doelmatig is om, voor zover het de relatie tussen de Partijen betreft, in de tussen Partijen voortgezette Overeenkomst van 19 juni 1990 tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake de voorkoming van incidenten op zee buiten de territoriale wateren (hierna te noemen „de Overeenkomst”) wijzigingen aan te brengen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I

1. In artikel I, eerste lid, onderdeel b, van de Overeenkomst wordt het woord „bemand” weggelaten.

2. In artikel I, eerste lid, onderdeel d, van de Overeenkomst worden de woorden „de grenstroepen van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken” vervangen door „de organen van de Federale Veiligheidsdienst”.

Artikel II

1. In artikel III, eerste lid, van de Overeenkomst wordt een alinea toegevoegd met de volgende inhoud: „Bij nadering op een afstand van minder dan 20 kabellengte (2 zeemijlen) overdag en van 30 kabellengte (3 zeemijlen) ’s nachts of bij verminderd zicht, grijpen schepen van de Partijen de mogelijkheden aan om contact te maken volgens de regels bepaald in artikel IV bis van deze Overeenkomst.”.

2. In artikel III, zesde lid, van de Overeenkomst wordt een punt f) toegevoegd met de volgende inhoud: „f) dienen niet opzettelijk verstoringen in de communicatie- en navigatiesystemen van de schepen en luchtvaartuigen van de andere Partij te veroorzaken.”.

Artikel III

Artikel IV, eerste lid, van de Overeenkomst wordt als volgt aangepast:

  • „1. Luchtvaartuigen van de Partijen nemen de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht bij het naderen van luchtvaartuigen en schepen van de andere Partij, in het bijzonder van schepen die bezig zijn met het afvliegen of oplanden van luchtvaartuigen en staan, omwille van de wederzijdse veiligheid, niet toe dat:

    • a) Schijnaanvallen worden uitgevoerd of dat wapens gesimuleerd worden ingezet tegen schepen of luchtvaartuigen van de andere Partij;

    • b) Kunstvluchten boven schepen van de andere Partij worden uitgevoerd;

    • c) Voorwerpen in de nabijheid van schepen en luchtvaartuigen van de andere Partij worden afgeworpen op een zodanige wijze dat zulks gevaar voor die schepen, luchtvaartuigen of voor de scheepvaart en vluchten oplevert;

    • d) Verstoringen in de communicatie- en navigatiesystemen van schepen en luchtvaartuigen van de andere partij opzettelijk worden veroorzaakt;

    • e) Lichtraketten worden afgevuurd in de richting van schepen en luchtvaartuigen van de andere Partij op zodanige wijze dat zulks gevaar voor die schepen of luchtvaartuigen oplevert;

    • f) Zoeklichten of andere soortgelijke verlichtingsapparatuur worden gebruikt met het doel de navigatiebruggen van schepen of de cockpits van zich in de lucht bevindende luchtvaartuigen van de andere Partij te verlichten;

    • g) Lasers worden gebruikt op zodanige wijze dat letsel of schade wordt toegebracht aan personeel of apparatuur aan boord van een schip of luchtvaartuig van de andere Partij.”.

Artikel IV

In de Overeenkomst wordt Artikel IV bis toegevoegd met de volgende inhoud:

„Artikel IV bis
  • 1. Schepen en luchtvaartuigen van de Partijen gebruiken voor het leggen van contact en het uitwisselen van informatie de volgende oproepsignalen in het Engels:

    • a) „Russian ship” (Russisch schip), „Russian aircraft” (Russisch luchtvaartuig);

    • b) „Dutch ship” (Nederlands schip), „Dutch aircraft” (Nederlands luchtvaartuig).

  • 2. Schepen en luchtvaartuigen van de Partijen kunnen voor de informatie-uitwisseling teneinde misverstanden te voorkomen gebruik maken van de volgende radiofrequenties:

    • a) Tussen schepen van de Partijen – op VHF Radiokanaal 16 (156,8 MHz). Nadat het eerste contact is gelegd, kan verdere communicatie, zoals overeengekomen door de commandanten, plaatsvinden op één van de kanalen in het VHF-ontvangstbereik die in de regel gebruikt worden in de internationale praktijk;

    • b) Tussen luchtvaartuigen van de Partijen vindt het eerste contact plaats op de radiofrequentie 121,5 MHz of 243,0 MHz. Nadat het eerste contact is gelegd, vindt verdere communicatie plaats op de frequentie 130,0 MHz of 278,0 MHz;

    • c) Tussen een schip van een Partij en een luchtvaartuig van de andere Partij vindt het eerste contact plaats op de frequentie 121,5 MHz of 243,0 MHz. Nadat het eerste contact is gelegd, vindt verdere communicatie plaats op de frequentie 130,0 MHz of 278,0 MHz.

  • 3. Schepen en luchtvaartuigen van de Partijen mogen, met als doel extra informatie uit te wisselen die van belang is voor het waarborgen van de veiligheid van vaarten en vluchten, alle bestaande communicatiemiddelen gebruiken in de Engelse taal.

  • 4. Schepen van de Partijen grijpen mogelijkheden aan, onder andere bij aanwezigheid in de havens van de Partijen, om oefeningen betreffende het contactleggen te houden met gebruik van de in de bijlage bij deze Overeenkomst opgenomen Tabel van speciale seinen.”.

Artikel V

Artikel VI van de Overeenkomst wordt als volgt aangepast:

„ARTIKEL VI
  • 1. De Partijen geven, in de regel minstens 3–5 etmalen van tevoren, door middel van het gevestigde systeem van radio-uitzendingen ten behoeve van informatie en waarschuwingen aan zeevarenden, kennis van handelingen buiten de territoriale wateren, die een gevaar voor de scheepvaart of voor de luchtvaart inhouden.

  • 2. Elk van de Partijen treft de noodzakelijke maatregelen zodat schepen en luchtvaartuigen voorzichtigheid en verstandigheid tonen in de gebieden waar schepen en luchtvaartuigen opereren en waarover door de andere Partij melding is gedaan overeenkomstig lid 1 van dit artikel.”.

Artikel VI

Artikel VII van de Overeenkomst wordt als volgt aangepast:

„ARTIKEL VII

De Partijen wisselen via Defensieattachés van de Partijen in Moskou en in Den Haag tijdig passende informatie uit betreffende voorvallen van aanvaringen, incidenten die materiële schade opleveren en andere incidenten op zee tussen schepen en luchtvaartuigen van de Partijen.”.

Artikel VII

In de Tabel van speciale seinen (Bijlage bij de Overeenkomst) worden de volgende seinen toegevoegd:

„PS2 Ik voer mijn recht op achtervolging uit zoals bedoeld in artikel 111 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (1982)

QG5 U bevindt zich in het gebied dat tijdelijk gevaarlijk is verklaard. U wordt nadrukkelijk verzocht dit gebied onverwijld te verlaten

TX2 Ik ben bezig met een controle op vervuiling van de zee

YY1 Ik wil contact met u leggen op VHF Radiokanaal 16

ZF1 Ik ben voornemens een oefening met u uit te voeren over de uitwisseling speciale seinen volgens de Overeenkomst

ZF2 Oefening van de seinuitwisseling is afgelopen”.

Artikel VIII

Dit Protocol treedt in werking op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving via diplomatieke kanalen over de vervulling door de Partijen van de interne constitutionele procedures vereist voor de inwerkingtreding van dit Protocol.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Moskou op 23 december 2021, in de Nederlandse en Russische taal, zijnde teksten in beide talen gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, GILLES BESCHOOR PLUG

Voor de Regering van de Russische Federatie, ALEKSANDR VASILJEVITSJ FOMIN



ПРОТОКОЛ О ВНЕСЕНИИ ИЗМЕНЕНИЙ В СОГЛАШЕНИЕ МЕЖДУ ПРАВИТЕЛЬСТВОМ КОРОЛЕВСТВА НИДЕРЛАНДОВ И ПРАВИТЕЛЬСТВОМ СОЮЗА СОВЕТСКИХ СОЦИАЛИСТИЧЕСКИХ РЕСПУБЛИК О ПРЕДОТВРАЩЕНИИ ИНЦИДЕНТОВ НА МОРЕ ЗА ПРЕДЕЛАМИ ТЕРРИТОРИАЛЬНЫХ ВОД ОТ 19 ИЮНЯ 1990 Г.

Правительство Королевства Нидерландов

и

Правительство Российской Федерации, именуемые в дальнейшем Сторонами,

стремясь обеспечить более высокий уровень безопасности плавания своих кораблей и полетов своих воздушных судов за пределами территориальных вод,

признавая целесообразным, в той мере, насколько это касается отношений между Сторонами, внести в продолжающее действовать между Сторонами Соглашение между Правительством Королевства Нидерландов и Правительством Союза Советских Социалистических Республик о предотвращении инцидентов на море за пределами территориальных вод от 19 июня 1990 г. (далее – Соглашение) изменения,

согласились о нижеследующем:

Статья I

1. В подпункте b) пункта 1 статьи 1 Соглашения исключить слово «пилотируемый».

2. В подпункте d) пункта 1 статьи 1 Соглашения слова «Пограничных войск СССР» заменить словами «органов федеральной службы безопасности».

Статья II

1. Пункт 1 статьи III Соглашения дополнить абзацем следующего содержания: «При сближении на дистанцию менее 20 кабельтовых (2 морские мили) днем и 30 кабельтовых (3 морские мили) ночью или в условиях ограниченной видимости корабли Сторон будут использовать возможности для установления связи в порядке, предусмотренном статьей IV «bis» настоящего Соглашения.».

2. Пункт 6 статьи III Соглашения дополнить подпунктом f) следующего содержания: «f) не должны преднамеренно создавать помех системам связи и навигации кораблей и воздушных судов другой Стороны.».

Статья III

Пункт 1 статьи IV Соглашения изложить в следующей редакции:

  • «1. Воздушные суда Сторон при приближении к воздушным судам и кораблям другой Стороны, и в особенности к кораблям, занятым обеспечением взлета или приема воздушных судов, должны проявлять максимальную осторожность и в интересах взаимной безопасности не должны допускать:

    • а) имитации атак или имитации применения оружия по кораблям и воздушным судам другой Стороны;

    • b) выполнения различных пилотажных фигур над кораблями другой Стороны;

    • с) сбрасывания в направлении кораблей и воздушных судов другой Стороны каких-либо предметов, которые могут представлять опасность для этих кораблей, воздушных судов или для мореплавания и полетов;

    • d) преднамеренного создания помех системам связи и навигации кораблей и воздушных судов другой Стороны;

    • e) пусков сигнальных ракет в направлении кораблей и воздушных судов другой Стороны таким образом, чтобы они представляли опасность для этих кораблей или воздушных судов;

    • f) использования прожекторов или других аналогичных осветительных средств для освещения ходовых мостиков кораблей или кабин пилотов находящихся в полете воздушных судов другой Стороны;

    • g) применения лазеров таким образом, чтобы они могли нанести вред здоровью личного состава или причинить ущерб оборудованию, которые находятся на борту корабля или воздушного средства другой Стороны.».

Статья IV

Дополнить текст Соглашения статьей IV «bis» следующего содержания:

«Статья IV «bis»
  • 1. Корабли и воздушные суда Сторон при установлении связи для обмена информацией используют следующие позывные на английском языке:

    • a) «Russian ship» (российский корабль), «Russian aircraft» (российское воздушное судно);

    • b) «Dutch ship» (нидерландский корабль), «Dutch aircraft» (нидерландское воздушное судно).

  • 2. Кораблями и воздушными судами Сторон для обмена информацией в целях достижения лучшего взаимопонимания может использоваться радиосвязь на следующих частотах:

    • a) первоначальный контакт между кораблями Сторон устанавливается на 16 канале УКВ (156,8 МГц). После установления первоначального контакта рабочий обмен осуществляется по договоренности командиров на одном из каналов в УКВ диапазоне, обычно используемых в международной практике;

    • b) между воздушными судами Сторон – на частоте 121,5 МГц или 243,0 МГц для установления первоначального контакта. После установления первоначального контакта рабочий обмен осуществляется на частоте 130,0 МГц или 278,0 МГц;

    • с) между кораблем одной Стороны и воздушным судном другой Стороны – на частоте 121,5 МГц или 243,0 МГц. После установления первоначального контакта рабочий обмен осуществляется на частоте 130,0 МГц или 278,0 МГц.

  • 3. Кораблями и воздушными судами Сторон в целях передачи дополнительной информации, имеющей значение для обеспечения безопасности плавания и полетов, могут использоваться все имеющиеся средства связи на английском языке.

  • 4. Корабли Сторон будут использовать возможности, в том числе при нахождении в портах Сторон, для проведения учений по связи с использованием Таблицы специальных сигналов, содержащейся в приложении к настоящему Соглашению.».

Статья V

Статью VI Соглашения изложить в следующей редакции:

«Статья VI
  • 1. Стороны будут обеспечивать через установленную систему радиопередач извещений и предупреждений мореплавателям заблаговременно, как правило, не менее чем за 3–5 суток, передачу оповещений о действиях за пределами территориальных вод, которые представляют опасность для мореплавания или воздушной навигации.

  • 2. Каждая из Сторон предпримет необходимые меры для того, чтобы корабли и воздушные суда проявляли осторожность и благоразумие в районах действия кораблей и воздушных судов, о которых другой Стороной передана информация в соответствии с пунктом 1 настоящей статьи.».

Статья VI

Статью VII Соглашения изложить в следующей редакции:

«Статья VII

Стороны будут своевременно обмениваться через военных атташе Сторон в Москве и Гааге соответствующей информацией о случаях столкновений, инцидентов, в результате которых был нанесен материальный ущерб, и других инцидентов на море между кораблями и воздушными судами Сторон.».

Статья VII

Дополнить Таблицу специальных сигналов (Приложение к Соглашению) следующими сигналами:

« PS2 Я осуществляю право преследования, как это определено в статье

111 Конвенции ООН по морскому праву 1982 года

QG5 Вы находитесь в районе, объявленном временно опасным. Вам

настоятельно рекомендуется незамедлительно покинуть его

TX2 Я занимаюсь контролем загрязнения моря

YY1 Я хочу установить с вами связь на 16-м канале УКВ

ZF1 Я намерен провести с Вами тренировку по обмену специальными

сигналами в соответствии с Соглашением

ZF2 Тренировка по обмену сигналами закончена ».

Статья VIII

Настоящий Протокол вступает в силу с даты получения последнего письменного уведомления по дипломатическим каналам о выполнении Сторонами внутригосударственных процедур, необходимых для его вступления в силу.

В удостоверение вышеизложенного нижеподписавшиеся, должным образом уполномоченные своими соответствующими Правительствами, подписали настоящий Протокол.

Совершенно в г. Москва 23 декабря 2021 г. в двух экземплярах каждый на нидерландском и на русском языках, причем оба текста имеют одинаковую силу.

За Правительство Королевства Нидерландов ХИЛЛЕС БЕСХООР ПЛУХ

За Правительство Российской Федерации АЛЕКСАНДР ВАСИЛЬЕВИЧ ФОМИН


D. PARLEMENT

Het Protocol van 23 december 2021 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol van 23 december 2021 zullen ingevolge artikel VIII van het Protocol in werking treden op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving via diplomatieke kanalen over de vervulling door de partijen van de interne constitutionele procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van het Protocol.

Uitgegeven de negende februari 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. HOEKSTRA

Naar boven