25 (1976) Nr. 4

A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke zaken;

’s-Gravenhage, 27 augustus 1976

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 001686 en 013347 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Bij notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname is op 19 mei 2021 te Paramaribo een overeenkomst tot stand gekomen tot uitbreiding van de Overeenkomst tot Nederland (het Caribische deel). De tekst van deze in nota’s vervatte overeenkomst luidt als volgt:

Nr. I

DE AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Paramaribo, 10 februari 2016

PRM-CDP/2016/13

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname haar complimenten aan en heeft de eer het Ministerie voor te stellen, dat de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke zaken, 's-Gravenhage, 27 augustus 1976, conform zijn artikel 15, tweede lid, wordt uitgebreid tot Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

Voor wat betreft Caribisch Nederland kan iedere belanghebbende partij een verzoek tot verkrijging van het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Overeenkomst, richten aan het Gerecht in eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de wederpartij van de verzoeker woonplaats heeft of het Gerecht in eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de tenuitvoerlegging wordt verlangd.

Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Suriname, heeft de Ambassade de eer voor te stellen dat deze Nota, samen met de instemmende Antwoordnota van de Republiek Suriname een Overeenkomst vormt, die in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving van de Republiek Suriname dat aan de vereisten voor inwerkingtreding van deze Overeenkomst is voldaan.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van de gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname te verzekeren van haar gevoelens van de meeste hoogachting.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname

Afdeling Protocol

Paramaribo


Nr. II

HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, INTERNATIONAL BUSINESS EN INTERNATIONALE SAMENWERKING VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Paramaribo, 19 mei 2021

No. MBIBIS-DAC/3030/2021

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking van de Republiek Suriname biedt zijn complimenten aan de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de Diplomatieke Nota No. PRM-CDP/2016/13, de dato 10 februari 2016, van de Ambassade, waarvan de inhoud als volgt luidt:

(zoals in Nr. I)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking van de Republiek Suriname heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden mede te delen dat de Regering van de Republiek Suriname het voorstel zoals vervat in bovengenoemde nota van de Ambassade aanvaardt en dat deze uitbreiding in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand na de kennisgeving van de Republiek Suriname dat aan de vereisten voor inwerkingtreding van deze Overeenkomst is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking van de Republiek Suriname maakt van deze gelegenheid gebruik de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te verzekeren van haar gevoelens met de meeste hoogachting.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden

Paramaribo


G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van de in de nota’s vervatte overeenkomst zijn ingevolge het gestelde in de op één na laatste alinea van nota nr. I en nota nr. II op 1 juni 2021 in werking getreden.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, zal de in de nota’s vervatte overeenkomst voor Nederland (het Caribische deel) gelden.


In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de in de nota’s vervatte overeenkomst zal zijn bekendgemaakt in Nederland (het Europese deel en het Caribische deel) op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de zesde juli 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. KAAG

Naar boven