21 (2016) Nr. 4

A. TITEL

Uitvoeringsafspraak betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen (met Bijlagen);

Brussel, 16 juni 2016

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 013210 in de Verdragenbank.

E. PARTIJGEGEVENS

In nota’s van 6, 10 en 11 mei 2021 hebben respectievelijk het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België de secretaris-generaal van de Benelux Unie in kennis gesteld van de overeenstemming die zij hebben bereikt met betrekking tot de uitlegging en de toepassing van artikel 12, zesde lid, van de Uitvoeringsafspraak. In diezelfde nota’s, die op 11 mei 2021 door de secretaris-generaal van de Benelux Unie werden ontvangen, hebben de drie Partijen de secretaris-generaal van de Benelux Unie voorts formeel kennisgegeven van hun wens tot verlenging van de Uitvoeringsafspraak tussen alle drie de Partijen voor een periode van drie jaren. De tekst van deze nota’s luidt als volgt:

Nr. I

LE MINISTÈRE DES AFFAIRES ÉTRANGÈRES ET EUROPÉENNES DU GRAND-DUCHÉ DE LUXEMBOURG

Luxembourg, le 6 mai 2021

ST2016064

Le Ministère des Affaires étrangères et européennes du Grand-Duché de Luxembourg présente ses compliments au Secrétaire général de l’Union Benelux et a l’honneur de se référer à l’Accord d’exécution relatif à la coopération, à l’accompagnement et au soutien lors de mesures d’éloignement sur le territoire des Etats Benelux, signé à Bruxelles le 16 juin 2016 (ci-après : « l’Accord d’exécution »).

Le Ministère a en outre l’honneur d’informer le Secrétaire général du fait que le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas ont convenu de ce qui suit en ce qui concerne l’interprétation et l’application de l’article 12, alinéa 6, de l’Accord d’exécution :

  • 1. L’Accord d’exécution est entré en vigueur le 1er février 2017 pour le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas, et le 1er juillet 2018 pour le Royaume de Belgique. La période de trois ans visée à la première phrase de l’article 12, alinéa 6, a débuté à la dernière date susmentionnée, date à laquelle l’Accord d’exécution s’appliquait aux trois Parties, et prendra donc fin pour les trois Parties au 1er juillet 2021.

  • 2. Conformément aux dispositions de la deuxième phrase de l’article 12, alinéa 6, les trois Parties ont informé le dépositaire en date du 31 mars 2021 de leur souhait de prolonger l’Accord d’exécution. La notification formelle de ce souhait de prolongation peut encore être déposée auprès du dépositaire jusqu’à quatre semaines avant l’entrée en vigueur de ladite prolongation.

Par la présente, conformément à l’interprétation susmentionnée des Parties relative aux dispositions de l’article 12, alinéa 6, de l’Accord d’exécution, le Ministère informe officiellement le Secrétaire général du souhait du Grand-Duché de Luxembourg de prolonger le présent Accord d’exécution à l’égard du Royaume de Belgique et du Royaume des Pays-Bas pour une période de trois ans.

Le Ministère apprécierait de recevoir un accusé de réception de la présente note.

Une copie de la présente note sera transmise au Service public fédéral Affaires étrangères du Royaume de Belgique et au Ministère des Affaires étrangères du Royaume des Pays-Bas.

Le Ministère des Affaires étrangères et européennes du Grand-Duché de Luxembourg saisit cette occasion pour renouveler au Secrétaire général de l’Union Benelux l’assurance de sa très haute considération.

Au Secrétaire général de l’Union Benelux

Bruxelles


Nr. II

HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

’s-Gravenhage, 10 mei 2021

MINBUZA-2021.355732

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt de Secretaris-Generaal van de Benelux Unie zijn complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar de op 16 juni 2016 te Brussel tot stand gekomen Uitvoeringsafspraak betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen (hierna: „de Uitvoeringsafspraak”).

Het Ministerie heeft verder de eer de Secretaris-Generaal in kennis te stellen van het feit dat het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden het volgende zijn overeengekomen met betrekking tot de uitlegging en de toepassing van artikel 12, zesde lid, van de Uitvoeringsafspraak:

  • 1. De Uitvoeringsafspraak is op 1 februari 2017 in werking getreden voor het Groothertogdom Luxemburg en voor het Koninkrijk der Nederlanden en op 1 juli 2018 voor het Koninkrijk België. De in de eerste zin van artikel 12, zesde lid, bedoelde periode van drie jaren is aangevangen op de laatstgenoemde datum waarop de Uitvoeringsafspraak gold voor alle drie de Partijen en zal derhalve voor alle drie de Partijen eindigen op 1 juli 2021.

  • 2. In overeenstemming met het in de tweede zin van artikel 12, zesde lid, bepaalde hebben de drie Partijen op 31 maart 2021 de depositaris in kennis gesteld van de wens om de Uitvoeringsafspraak te verlengen. De formele kennisgeving van deze wens tot verlenging kan nog tot vier weken voordat de verlenging in werking treedt bij de depositaris worden nedergelegd.

In overeenstemming met de voornoemde uitlegging van de Partijen van het bepaalde in artikel 12, zesde lid, van de Uitvoeringsafspraak, stelt het Ministerie de Secretaris-Generaal hierbij formeel in kennis van de wens van het Koninkrijk der Nederlanden, voor het Europese deel van Nederland, om deze Uitvoeringsafspraak te verlengen ten aanzien van zowel het Koninkrijk België als het Groothertogdom Luxemburg, en dit voor een periode van drie jaren.

Het Ministerie zou het op prijs stellen een ontvangstbevestiging van deze nota te ontvangen.

Een afschrift van deze nota zal worden verzonden aan de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk België en aan het Ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken van het Groothertogdom Luxemburg.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om de Secretaris-Generaal van de Benelux Unie de hernieuwde verzekering van zijn bijzondere hoogachting te geven.

Aan de Secretaris-Generaal van de Benelux Unie

te Brussel


Nr. III

DE FEDERALE OVERHEIDSDIENT BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN HET KONINKRIJK BELGIË

Brussel, 11 mei 2021

J4/CG/JUR.05.04/5314

De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België biedt de Secretaris-Generaal van de Benelux Unie zijn complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar de op 16 juni 2016 te Brussel tot stand gekomen Uitvoeringsafspraak betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen (hierna: „de Uitvoeringsafspraak”).

De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft verder de eer de Secretaris-Generaal in kennis te stellen van het feit dat het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden het volgende zijn overeengekomen met betrekking tot de uitlegging en de toepassing van artikel 12, zesde lid, van de Uitvoeringsafspraak:

  • 1. De Uitvoeringsafspraak is op 1 februari 2017 in werking getreden voor het Groothertogdom Luxemburg en voor het Koninkrijk der Nederlanden en op 1 juli 2018 voor het Koninkrijk België. De in de eerste zin van artikel 12, zesde lid, bedoelde periode van drie jaren is aangevangen op de laatstgenoemde datum waarop de Uitvoeringsafspraak gold voor alle drie de Partijen en zal derhalve voor alle drie de Partijen eindigen op 1 juli 2021.

  • 2. In overeenstemming met het in de tweede zin van artikel 12, zesde lid, bepaalde hebben de drie Partijen op 31 maart 2021 de depositaris in kennis gesteld van de wens om de Uitvoeringsafspraak te verlengen. De formele kennisgeving van deze wens tot verlenging kan nog tot vier weken voordat de verlenging in werking treedt bij de depositaris worden nedergelegd.

In overeenstemming met de voornoemde uitlegging van de Partijen van het bepaalde in artikel 12, zesde lid, van de Uitvoeringsafspraak, stelt de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Secretaris-Generaal hierbij formeel in kennis van de wens van het Koninkrijk België om deze Uitvoeringsafspraak te verlengen ten aanzien van zowel het Groothertogdom Luxemburg als het Koninkrijk der Nederlanden, en dit voor een periode van drie jaren.

De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zou het op prijs stellen een ontvangstbevestiging van deze nota te ontvangen.

Een afschrift van deze nota zal worden verzonden aan het Ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken van het Groothertogdom Luxemburg en aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden.

De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België maakt van deze gelegenheid gebruik om de Secretaris-Generaal van de Benelux Unie de hernieuwde verzekering van zijn bijzondere hoogachting te geven.

Aan de Secretaris-Generaal van de Benelux Unie

te Brussel


G. INWERKINGTREDING

De Uitvoeringsafspraak, met Bijlagen, van 16 juni 2016, waarvan de geldigheid op 1 juli 2021 zou aflopen, blijft ingevolge de in overeenstemming met artikel 12, zesde lid, van de Uitvoeringsafspraak door het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden bewerkstelligde verlenging tussen alle drie de Partijen van kracht voor een periode van drie jaren, tot 1 juli 2024.

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de Uitvoeringsafspraak, met Bijlagen, voor Nederland (het Europese deel).

Uitgegeven de vijfentwintigste juni 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. KAAG

Naar boven